Instandhouding lascursussen Avondnijverheidsschool.
Bijlage no. 145. Leeuwarden, 24 april 1964»
Aan de Gemeenteraad.
Het bestuur van de Vereeniging voor Middelbaar Technisch- en Am-
bachtsonderwijsgevestigd te Leeuwarden, heeft zich bij brief van 4
februari j.l. tot Uw Raad gewend met het verzoek een besluit te nemen,
waarbij de instandhouding van de cursussen elektrisch en autogeen lassen,
verbonden aan de van deze vereniging uitgaande Avondnijverheidsschool,
nodig wordt geoordeeld.
Het verzoek is gedaan ingevolge artikel 25- 2e en 6e lid, der Hij-
verheidsonderwijswet, waarin is bepaald, dat slechts subsidie uit
s Rijks kas kan worden verleend, indien de Raad der Gemeente, waar
de school is gevestigd - voor zoveel mogelijk de betrokken organisaties
van patroons en werklieden gehoord - de oprichting en instandhouding
c.q. uitbreiding nodig heeft geoordeeld en de Kroon deze daarna, gelet
op de behoefte aan de school en de daaraan verbonden verhoging van de
rijksuitgaven, heeft goedgekeurd.
Van de plaatselijke afdelingen van de werkgevers- en werknemersor
ganisaties, alsmede van een aantal organisaties en bedrijven uit de
metaalsector, zijn adhesiebetuigingen ontvangen, welke bij de stukken voor
U ter inzage zijn gelegd.
De bedoelde cursussen zijn reeds sedert 1958 aan 4e Avondnijverheids
school verbonden en worden ook reeds sedertdien door het Rijk gesubsidi
eerd. Volgens de destijds ten departemente heersende opvatting, was even
wel voor deze uitbreiding van het leerplan der school geen Koninklijke
goedkeuring vereist. De Staatssecretaris van Onderwijs, Kunsten en V/eten-
schappen heeft het schoolbestuur echter bij brief van 24 december 1965
meegedeeld, dat het - in verband met een gewijzigde interpretatie van de
artikelen 15 en 25 van de Nijverheidsonderwijswet - voor een blijvende
subsidiëring van deze cursussen noodzakelijk is deze goedkeuring alsnog
te vragen. Om deze reden verzoekt het schoolbestuur afgifte van de nodig-
verklaring.
Verzoeker deelt mee, dat in 1958 werd gestart met 54 leerlingen, ter
wijl gedurende het afgelopen cursusjaar 122 leerlingen de cursussen hebben
gevolgd. Aangezien deze cursussen dus reeds hebben bewezen in een behoefte
te voorzien, menen wij, dat er aanleiding is het verzoek in te willigen.
Wij merken nog op, dat van de kosten van het nijverheidsonderwijs
ingevolge de bepalingen van de Nijverheidsonderwijswet 50y° ten laste van
de Gemeente komt. In de Financiële-Verhoudingswet i960 is evenwel bepaald,
dat jaarlijks aan elke Gemeente ten laste van 1s Rijks kas een uitkering
wordt gedaan, gelijk aan het voor rekening van de Gemeente komende ge
deelte van de nettokosten van het nijverheidsonderwijs. Deze soort onder
wijs brengt derhalve voor de Gemeente geen kosten mee.
Onder overlegging van de desbetreffende stukken geven wij U in over
weging te besluiten overeenkomstig het hierna opgenomen ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Heulen Burgemeester.
Verzonden 1 mei 1964»
de Jong Secretaris.