No. 7068 DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 22 mei 1964 (bijlage no. 178 BESLUIT: vast te stellen de volgende Verordening op de heffing van reinigingsrechten Aard van de heffing. Artikel 1. Onder de naam van reinigingsrechten worden rechten geheven voor het ge bruik maken van de in deze verordening genoemde diensten van de Reinigings- en Ontsmettingsdienst Begripsomschrijving Artikel 2. I. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder. 1. "genothebbende van de eigendommen" degene, die op het tijdstip, waar op een dienst van de Reinigings- en Ontsmettingsdienst wordt aange vraagd of een aanvang neemt, krachtens zakelijk recht als zodanig in de kadastrale leggers is aangewezen, tenzij mocht blijken, dat daarin een misstelling heeft plaats gehad of dat vóór de dienstverlening plaats gevonden overgang van rechten daarin nog niet waren opgenomen, in v/elke gevallen met de werkelijke toestand rekening wordt gehouden; 2. "hoofdbewoner of hoofdgebruiker" degene die, de feitelijke omstandig heden in aanmerking genomen, als zodanig is aan te merken; p. "tijdelijk verblijf" een verblijf, aangewend voor tijdelijke bewoning of gebruik en niet in de kadastrale leggers vermeld; 4. "huurwaarde", de huurwaarde op 1 januari 1963, vastgesteld overeen komstig de bepalingen van de wet op de personele belasting 1950, zon der de vermindering als bedoeld in artikel 15, le lid en in artikel 16 van' die wet; 5. "privaatton" of "vuilnisemmer", een aan de gemeente in eigendom toe behorend en door de Reinigings- en Ontsmettingsdienst ten behoeve van de inzameling van faecaliën, huisvuil en andere afvalstoffen, beschik baar gesteld voorwerp; 6. "buitengewone dienst" een door de Reinigings- en Ontsmettingsdienst te verrichten dienst op een ander tijdstip dan waarop de normale dienst verlening voor het perceel, ten behoeve waarvan de dienst wordt ge vraagd, pleegt te geschieden; 7. "perceel" zowel een gebouw als een afzonderlijk in gebruik zijnd ge deelte van een gebouw. II. 1. Waar in deze verordening sprake is van een tijdsduur of van een inhouds maat, wordt een gedeelte hiervan voor de berekening van het verschuldig de recht voor een geheel gerekend.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1964 | | pagina 308