Er is nog geen rijksregeling voor het subsidiëren van dergelijke
dienstverleningscentra. Wèl is de Minister van Maatschappelijk Werk bereid
enkele in_ ua t ieven op dit gebied, die ten zeerste worden gewaardeerd,
financieel te steunen. Hiervoor zijn een aantal richtlijnen opgesteld, die
o.m. uitgaan van de veronderstelling, dat de Gemeente primair subsidi
eert tot een bedrag van 80 der subsidiabele exploititie-lastenHet Rijk
geelt op zijn beurt aan de Gemeente een bijdrage van in principe de helft
van dit subsidie tot een maximum van 10.000,-- per deskundige kracht.
Een bijdrage wordt voorlopig toegekend voor 5 jaren. Behalve de maat
schappelijke werkster zal ook de bejaardenverzorgster als deskundige kracht
worden aangemerkt.
In verband met de hiervoor vermelde, eerst onlangs bekend gewor
den richtlijnen, heeft overleg plaatsgehad met de Diaconie der Her
vormde Gemeente Leeuwarden.
De in de door de Diaconie opgestelde herz^iene begroting geraamde
netto-kosten bedragen 55-000,— 57-500,2.500,— ontvangsten).
Hierin is 5.000,— begrepen wegens kosten van afschrijving. Naar onze
mening is dit bedrag niet subsidiabel, omdat onder de lasten ook een
bedrag is opgenomen voor rente en aflossing van de te:i behoeve van de
bouw van het centrum aangegane geldlening. De netto-subsidiabele kosten
bedragen dus 50.000,- 52.500,2-500,- ontvangsten).
Het subsidie ware derhalve te bepalen op 80 "/o van 50.000,--
40.000, Hierin wordt een rijksbijdrage van 20.000,-- verwacht. Per
Sctudo zal het ten laste van de Gemeente blijvende bedrag 4.000,—
hoger worden dan in de primitieve begroting voor 1964 is geraamd.
Wij kunnen U nog meedelen, dat de bouw van het centrum inmiddels
zover is gevorderd, dat verwacht nag worden dat het in de loop van 1964
in gebruik kan worden genomen.
Wij stel_i_en J /oor het subsidie voor het dienstencentrum voor
bejaarden aan de Willem Sprengerstraatgeraamd onder volgno. 632
van de gemeente-begroting, nader te bepalen op 40.000,en daar
tegenover een Rijkssubsidie te ramen van 20.000,--. Voorts ware te
bepalen, dat het subsidie slechts wordt verleend, voor zoveel daarin een
rijksbijdi^age van 50 °Jo wordt ontvangen.
Onder mededeling, dat de Financiële Commissie zich hiermede kan vere
nigen, stellen wij U voor overeenkomstig het bovenstaande te besluiten.
De uit de voorgestelde subsidieverhoging voortvloeiende lasten
zijn opgenomen in een ontwerp-besluit tot het wijzigen van de gemeente
begroting voor het dienstjaar 1964 (zie bijlage no. 22
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A .A.M.-van der Meulen Burgemeester.
de Jong Secretaris.
Verzonden 20 december 1 963
Wijziging art. 19 A.A.R.
Bijlage no. 18. Leeuwarden, 19 december 19 6 3
Aan de Gemeenteraad.
In voorbereiding is een algemene maatregel van bestuur, waarbij de
voor het Rijkspersoneel geldende vergoedingsregeling voor overwerk wordt
gewijzigd en een vergoedingsregeling voor verschuivingen in dienstroosters
wordt ingevoerd. Met de inhoud van deze algemene maatregel van bestuur
wordt voor het Rijkspersoneel reeds nu rekening gehouden.
Het Centraal Orgaan inzake gemeenschappelijke behandeling van ge
meentelijke personeelsaangelegenheden heeft aan de aangesloten gemeenten
medegedeeld, dat de onderhavige materie, mede i.v.m. de zeer uiteenlopende
plaatselijke situaties, gecompliceerd is en derhalve de nodige voorberei
ding vergt. Omdat evenwel gebleken is dat de overheidsregelingen voor
overwerkvergoeding op sommige punten ongunstiger zijn dan de regelingen,
geldende voor het particuliere bedrijfsleven, heeft het Centraal Orgaan,
in afwachting van nadere voorzieningen, een wijziging van artikel 19 van
het model Algemeen Ambtenarenreglement aanbevolen. Behalve een uurvergoeding
van 1 187 gedeelte van het salaris per maand en een vergoeding van 50i°
voor overwerk, verricht op zaterdag, welke vergoedingen in de praktijk
reeds werden toegekend in verband met de vijfdaagse werkweek en de ver
korting van de arbeidstijd van 48 naar 45 uur, behelzen de wijzigingen in
hoofdzaak
a. een vermeerderingspercentage van 50 i.p.v. 25 vanaf 20 uur. Tot nu toe
werd dit percentage vanaf 22 uur toegekend. Verder wordt 25toegekend
gedurende een periode van ten hoogste twee uren voor het begin of na
afloop van de voor de ambtenaar vastgestelde werktijd; daarna 50^;
b. een vermeerderingspercentage van 75 voor overwerk, verricht tussen
0 en 6 uur op maandag of op een dag volgende op een erkende feestdag;
c. een vermeerderingspercentage van 100 voor overwerk verricht tussen
18 en 24 uur op zaterdag, tussen 0 en 24 uur op zondag en/of op een
erkende feestdag.
Wij zijn van oordeel dat het gewenst is de door het Centraal Orgaan
aanbevolen wijziging over te nemen.
Aangezien in het Centraal Orgaan omtrent het bovenstaande overeenstem
ming is verkregen, kan plaatselijk georganiseerd overleg hierover achter
wege blijven.
Op grond van het bovenstaande geven wij in overweging te besluiten
tot vaststelling van het bijgevoegde ontwerp-besluit tot wijziging van
artikel 19 van het Algemeen Ambtenarenreglement.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen Burgemeester.
de Jong Secretaris.
Verzonden 20 december 1963-