- 2 - tijd, dat deze verhindering duurt, zou hebben genoten, In geval van twijfel omtrent de vraag of gedurende de tijd der verhinde ring al dan niet dienst zou zijn verricht, staat de beslissing aan Burgemeester en Wethouders» 6. Wanneer de ziekte of het ongeval van de ambtenaar is ontstaan in verband met zijn dienstbetrekking geniet hij gedurende de tijd, dat hij verhinderd is zijn dienst te verrichten, de volle bezoldiging. Indien de ziekte of het ongeval, bedoeld in de vorige zin, ook na het ontslag van de ambtenaar nog gedeelte lijke of gehele ongeschiktheid tot werken ten gevolge heeft, ont vangt hij, wanneer hij te dier zake geen aanspraak heeft op een uitkering krachtens een wettelijke ziekte- of ongevallenverze kering, gedurende de tijd van zijn gedeeltelijke of gehele on geschiktheid tot werken een uitkering tot zodanig bedrag, als hem krachtens de Ongevallenwet 1921 en de Kinderbijslagwet zou toekomen, indien hij daaraan recht op uitkering kon ontlenen» Deze uitkering blijft beperkt tot een zodanig bedrag, dat de gezamenlijke inkomsten aan uitkering en aan pensioen krachtens de Pensioenwet 1922 (S 240), de in artikel 70 van deze wet be doelde grens niet overschrijden. 7. Op de bezoldiging, welke de ambtenaar krachtens dit artikel geniet, wordt de uitkering, welke hij terzake van de ziekte of het ongeval ingevolge een wettelijke verzekering ontvangt, in mindering gebracht. 8. Indien de ambtenaar ten gevolge van de ziekte of het ongeval, bedoeld in het zesde lid, overlijdt, ontvangen zijn nagelaten betrekkingen, wanneer zij te dier zake geen aanspraak op een uitkering krachtens een der ongevallenwetten hebben, een uit kering tot zodanig bedrag en tot zodanig tijdstip, als hun krachtens de Ongevallenwet 1921 en de Kinderbijslagwet voor invaliditeits-ouderdoms- en wezenrentetrekkers (S I 309) zou toekomen, indien zij daaraan recht op uitkering konden ontlenen Deze uitkering blijft beperkt tot een zodanig bedrag, dat de gezamenlijke inkomsten aan uitkering en pensioen krachtens de Pensioenwet 1922 (S. 240) de in artikel 104 van deze wet be doelde grens niet overschrijden. 9. Bij verpleging van de ambtenaar in een ziekeninrichting, alsme de in andere buitengewone omstandigheden tengevolge van ziekte of ongeval kunnen Burgemeester en Wethouders bepalen, dat de uitbetaling van de bezoldiging geheel of gedeeltelijk aan ande ren zal geschieden. 10. Hij, die een uitkering ontvangt als bedoeld in het zesde lid, is verplicht te voldoen aan de voorschriften, hem gegeven door of namens Burgemeester en Wethouders in het belang van zijn geschiktheid om arbeid te verrichten. Bij het niet nakomen van deze verplichting vervalt de aanspraak op de uitkering. B. In artikel 42b, eerste lid, wordt voor "derde en vierde lid" ge lezen: "vijfde en zesde lid"; C. In artikel 42b, tweede lid, wordt voor "derde lid" gelezen: "vijfde lid". - 3 - Artikel II. Deze Verordening werkt terug tot 1 januari 19&4- Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1964 | | pagina 338