- 2 - 6. Indien en zodra de dienstbetrekking is beëindigd wegens een dringende reden als bedoeld in artikel 1639 P van het Burger lijk Wetboek, vindt het bepaalde in het eerste en vijfde lid slechts toepassing tot een zodanig bedrag als de gewezen werk nemer zou toekomen krachtens de ziektewet, indien hij daaraan recht op uitkering kon ontlenen. 7. Het bepaalde in dit artikel geldt slechts met dien verstande, dat aan de werknemer of gewezen werknemer over de tijd, dat hij wegens ziekte of ongeval verhinderd is arbeid te verrichten, uit hoofde zijner dienstbetrekking, daaronder begrepen haar be ëindiging, nimmer meer wordt uitbetaald dan wanneer hij over de zelfde tijd zijn arbeid zou hebben verricht. 8. Over volle kalenderwekenwaarover krachtens dit artikel uitke ring wordt ontvangen, wordt de premie terzake van de verzeke ring van de werknemer of gewezen werknemer ingevolge de Invali diteitswet, betaald op de wijze als aangegeven in artikel 226, eerste lid, dier wet in de gevallen, dat deze premie door het orgaan der verzekering ingevolge de Ziektewet zou worden be taald, indien de werknemer of gewezen werknemer krachtens de Ziektewet uitkering zou ontvangen. artikel 21 wordt gelezen als volgt; 1Indien de ziekte of het ongeval in verband met zijn dienstbe trekking is ontstaan, geniet de werknemer gedurende 12 maanden zijn volle loon; indien hij daarna nog geheel of gedeeltelijk ongeschikt is tot werken, ontvangt hij, wanneer hij te dier zake geen aanspraak heeft op een uitkering krachtens een wette lijke ziekte- of ongevallenverzekering, gedurende de tijd van zijn gedeeltelijke of gehele ongeschiktheid tot werken, een uit kering tot zodanig bedrag als hem krachtens de Ongevallenwet 1921 en de Kinderbijslagwet zou toekomen, indien hij daaraan recht op uitkering zou ontlenen, met dien verstande dat de uit kering gedurende 2 jaren na de eerste 12 maanden der verhinde ring tenminste 8OJ0 van zijn loon bedraagt. Deze uitkering blijft beperkt tot een zodanig bedrag dat de gezamenlijke in komsten aan uitkering en pensioen krachtens de Pensioenwet 1922 (S 240) de in artikel 70 van deze wet bedoelde grens niet overschrijden. 2. Indien de werknemer ten gevolge van de ziekte of het ongeval, bedoeld in het eerste lid, overlijdt, ontvangen zijn nagelaten betrekkingen, wanneer zij te dier zake geen aanspraak op een uitkering krachtens een wettelijke ongevallenverzekering hebben, een uitkering tot zodanig bedrag en tot zodanig tijdstip, als hun krachtens de Ongevallenwet 1921 en de Kinderbijslagwet voor invaliditeits- ouderdoms- en wezenrente-trekkers (S I 309) zou toekomen, indien zij daaraan recht op uitkering konden ontlenen. Deze uitkering blijft beperkt tot een zodanig bedrag, dat de gezamenlijke inkomsten aan uitkering en pensioen krachtens de Pensioenwet 1922 (S 240) de in artikel 104 van deze wet be doelde grens niet overschrijden 3» Hij, die een uitkering ontvangt als bedoeld in het eerste lid, is verplicht te voldoen aan de voorschriften, hem gegeven door of namens Burgemeester en Wethouders in het belang van zijn geschiktheid om arbeid te verrichten. Bij het niet-nakomen van deze verplichting vervalt de aanspraak op uitkering. Op een uitkering ingevolge dit artikel wordt hetgeen terzake van de ziekte of het ongeval krachtens een wettelijke verzekering ont vangen wordt, in mindering gebracht. artikel 22 wordt gelezen als volgt; 1Na het verstrijken van de termijn, waarover voor het laatst krachtens het bepaalde in artikel 19 uitkering is genoten, kan uitbetaling worden voortgezet tot ten hoogste QOyo van het loon en voor een door Burgemeester en Wethouders te bepalen ter mijn. De gehuwde of daarmede naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders gelijk te stellen werknemer, die aan tuberculose lijdt, heeft in afwijking van het bepaalde bij artikel 19, ge durende de eerste drie jaren van de tijd, dat hij wegens zijn ziekte verhinderd is zijn dienst te vervullen, aanspraak op zijn volle loon. 3. Het bepaalde in het tweede lid is niet van toepassing op de werknemer, die gedurende zijn diensttijd geweigerd heeft zich te onderwerpen aan een vanwege de Gemeente voor het personeel gehouden rontgenologisch onderzoek op tuberculose Artikel II. Deze Verordening werkt terug tot 1 januari 1964» Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1964 | | pagina 340