No. 8108.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 dezer
(bijlage no. 207);
BESLUIT
het totaalbedrag der vergoedingen als bedoeld in artikel 34 van het
Besluit buitengewoon lager onderwijs 1949 en het totaalbedrag der
voor vergoeding in aanmerking komende uitgaven over de jaren 1958
tot en met 1962, het verschil tussen deze totalen, alsmede het be
drag der uitgaven, dat uit de vergoedingen over het volgend en
daarop volgend vijfjarig tijdvak mag worden bestreden, voor elke
schoolvereniging vast te stellen als is aangegeven in de hierna
volgende staat:
Medewerking ingevolge artikel 50 der Kleuteronderwijswet voor de stichting
van een Christelijke kleuterschool aan de Suriname straat.
Bijlage no. 208. Leeuwarden, 15 juni 1964.
Aan de Gemeenteraad.
Het bestuur van de Vereniging voor Christelijk Kleuteronderwijs te
Huizum verzoekt bij een op 29 april j 1ingekomen aanvrage op grond van-
het bepaalde in artikel 50 der Kleuteronderwijswet gelden uit de gemeente
kas te mogen ontvangen voor de stichting van een bijzondere kleuterschool
aan de zuidzijde van de Surinamestraat alhier.
Ingevolge het bepaalde in artikel 515 eerste lid, der Kleuteronderwijs
wet moet bij een aanvrage om medewerking voor het stichten van een bijzon
dere kleuterschool worden overgelegd:
a. een verklaring, waaruit blijkt, dat de school zal worden bestemd voor het
geven van kleuteronderwijs met inachtneming van de voorwaarden, gesteld
in de artikelen 66 tot en met 69 der wet, en dat zij bij de opening zal
worden bezocht door ten minste 60 kleuters, die de leeftijd van tenminste
vier jaren en ten hoogste vijf jaren en zes maanden zullen hebben bereikt,
terwijl hun woningen zijn gelegen binnen een cirkel met een straal van
drie kilometer, waarvan het middelpunt is de plaats van de te stichten
school;
b. een verklaring, waarbij de vereniging zich verbindt om, voordat met de
bouw wordt aangevangen, als waarborgsom een bedrag, gelijkstaande met
20 "/o van de stichtingskosten, in de gemeentekas te storten;
c. een opgave van het aantal kleuters, voor wie het gebouw ruimte moet bie
den, en van het aantal lokalen;
d. een verklaring, waaruit blijkt, dat het bestuur der vereniging voor de
nieuw te stichten school is aangesloten bij een groep bijzondere scholen,
welke een commissie van beroep, als bedoeld in artikel 67, zesde lid,
der wet hebben ingesteld.
Blijkens de zgn. ouderverklaring zullen 96 kleuters de te stichten
school bezoeken. Van deze 96 kleuters zullen op de vermoedelijke datum van
opening der .school (l september 1967) 77 de leeftijd van vier jaren hebben
bereikt en die van vijf jaren en zes maanden niet hebben overschreden.
Voor -5 van laatstgenoemd aantal van 77 kinderen is door de moeder op de
ouderverklaring een handtekening geplaatst. Blijkens de jurisprudentie mag
echter met de handtekening van de moeder geen genoegen worden genomen,
wanneer ook de vader de ouderlijke macht uitoefent. Aangezien in de onder
havige vijf gevallen de vaders wel de ouderlijke macht uitoefenen, kunnen
deze 5 kinderen niet worden meegeteld. De resterende op de verklaring voor
komende kinderen kunnen in aanmerking worden genomen, aangezien zij zijn
geboren in de periode van 1 maart 1962 tot 1 september 1963 en woonplaats
hebben binnen een straal van drie kilometer van de plaats der te stichten
school. De ouderverklaring voldoet hiermede aan de in artikel 51? eerste
lid, onder a, der wet gestelde eis.
Ook de overige ingevolge de Kleuteronderwijswet noodzakelijke verkla
ringen zijn overgelegd en voldoen aan de in deze wet gestelde vereisten,
zodat ingevolge het bepaalde in artikel 53? tweede lid, sub a, de gevraagde
medewerking behoort te worden verleend.
fis