van het perceel, kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie E,
no. 785? als lijdend erf, wordt als erfdienstbaarheid gevestigd
het recht om:
a. vanaf het heersend erf in het lijdend erf te ankeren ten
behoeve van het uitvoeren van baggerwerken
b. op het lijdend erf de nodige aanwijsborden te plaatsen, te
hebben en te onderhouden ten behoeve van de scheepvaart
door het Van Harinxmakanaal en het verbindingskanaal;
c. het personeel van de provincie Friesland te allen tijde het
lijdend erf te doen betreden ten behoeve van het inspecteren,
onderhouden enz. van bestaande of nieuw te maken oevervoor-
zieningen e,d.
8. het gekochte wordt overgedragen met alles wat daarop of daarin
aanwezig is en met alle daarop rustende erfdienstbaarheden en
lasten en daaraan verbonden rechten, doch vrij van hypotheek;
9. de levering geschiedt op de dag van het verlijden van de akte
van overdracht;
10. van de levering af komen alle zakelijke lasten en belastingen,
welke van de over te dragen perceelsgedeelten geheven worden,
voor rekening van de Gemeente;
11. wanneer bij uitmeting door de landmeter van het kadaster mocht
blijken, dat de verkochte perceelsgedeelten een andere grootte
hebben dan die, welke hiervoor is vermeld, en welke heeft ge
diend als basis voor de berekening van de koopprijs van deze
perceelsgedeelten, zal verrekening plaats hebben naar een een
heidsprijs van 0,90 per m2;
12. de provincie Friesland is tot geen andere vrijwaring gehouden
dan tot die wegens uitwinning;
13- partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ont
binding, als bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het
Burgerlijk Wetboek;
14. de kosten van overdracht komen voor rekening van de Gemeente;
II. de onder I bedoelde perceelsgedeelten onder te brengen in het
Grondbedrijf
III. net raadsbesluit van 8 mei 1963» no. 5697» tot onteigening ten
name van de gemeente Leeuwarden van percelen en perceelsgedeelten,
gelegen in het uitbreidingsplan "Industriegebied Schenkenschans",
te wijzigen in die zin, dat de in de bij dat besluit behorende
staat opgenomen grondnummers 1 en 21met het daarachter vermelde,
komen te vervallen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Yoorzitter.
Secretaris
Vaststellen verordening subsidiëring godsdienstonderwijs openbare lagere
scholen.
Bijlage no. 25» Leeuwarden, 10 januari 1964
Aan de Gemeenteraad.
Overeenkomstig ons voorstel, gedaan op bladz. 61 van de aanbiedings
brief d.d. 30 januari 1963 (bijlage no. 44) bij de gemeentebegroting 1963»
heeft Uw Raad besloten een subsidiepost voor het godsdienstonderwijs op de
openbare scholen in de begroting op te nemen en daarop een krediet te
ramen van 10.000,-- gebaseerd op 100 uren gedurende 40 schoolweken per
jaar naar 2,50 per uur. In diezelfde aanbiedingsbrief schreven wij, dat
wij terzake van de vaststelling van een verordening een voorstel zouden
doen.
Een ontwerp-verordening als bedoeld bieden wij U hierbij ter vaststel
ling aan.
Wij menen hierbij te kunnen volstaan met een korte artikelsgewijze
toelichting.
Artikel 11e lidHoewel in de loop der jaren enkele keren een subsi
dieverzoek is gedaan door het Interkerkelijk Overleg in Schoolzaken
(I.K.O.S.), te Leeuwarden, achten wij het wenselijk in de verordening de
mogelijkheid niet uit te sluiten, dat ook aan niet in dit overkoepelend
orgaan opgenomen kerkelijke gemeenten en plaatselijke kerken dan wel aan
verenigingen, die zich ten doel stellen het geven van godsdienstonderwijs
op de openbare scholen, een subsidie wordt toegekend.
Artikel 12e lid: Op grond van dit voorschrift kan met name het
I.K.O.S., als vertegenwoordigende verschillende kerkgenootschappen, een
verzoekschrift indienen.
Artikel 2, 1e lid: Het bedrag van 100,-- per wekelijks lesuur per
jaar komt overeen met het in de aanbiedingsbrief bij de begroting 1963
genoemde bedrag van 2,50 per uur en 40 schoolweken per jaar.
Artikel 3, 2e lid: Teneinde te voorkomen, dat in bepaalde gevallen voor
godsdienstonderwijs aan een al te gering aantal leerlingen subsidie zou
worden gevraagd, achten wij voor de subsidiëring van dit onderwijs een
minimum-aantal van 15 leerlingen wenselijk.
Artikel 5; Nu bij de vaststelling van de begroting 1963 tot de
subsidiëring is besloten, dient naar onze mening als datum van ingang 1
januari 1963 te worden aangehouden.
Wij geven U tenslotte in overweging te besluiten overeenkomstig het
hierna opgenomen ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen Burgemeester.
de Jong Secretaris.
Verzonden 17 januari 1964»