Preadvies inzake het verzoek van ÏÏ.B. Galema, alhier.
Bijlage no. 297. Leeuwarden, 8 september 1964.
Aan de Gemeenteraad.
Met betrekking tot het aan Uw Raad gerichte en in onze handen om pre
advies gestelde verzoek van de heer II.B. Galema, wonende Paul Krugerstraat
51, alhier, om een extra vergoeding te mogen ontvangen in de kosten van de
verplaatsing van zijn kwekerij nabij de Dokkumertrekweg naar het tuinbouw
centrum te Goutum, merken wij het volgende op.
In de vergadering van Uit Raad van 22 april 1.1. werd besloten tot het
aangaan van een overeenkomst van grondruil met de heer Galema, waarbij de
Gemeente de eigendom verkreeg van een perceel gardeniersland nabij de Dok-
kumertrekweg in ruil voor een perceel weiland, gelegen in het tuinbouy/cen-
trum aan de Lykwei onder Goutum, onder verplichting voor de Gemeente tot
betaling van een toegift van f. 85.186,--.
Alvorens deze toegift werd bepaald heeft de heer Galema eerst een per
ceel grond in het tuinbouwcentrum uitgekozen, nadat hij deze grond door een
functionaris van do Rijketuinbouwvoorlichtingsdienst had laten keuren.
Daarenboven had betrokkene zich verzekerd van de bijstand van de oud-tuin-
bouwconsulent, de heer Ir. J.M. Riemens te Naaldwijk.
Op grond van de keuze van het perceel grond te Goutum werd tussen de
heer Riemens, handelende namens de heer Galema, en de directeur van hot
Grondbedrijf overeenstemming bereikt over het bedrag van de door de Gemeen
te te betalen, hierboven vermelde, toegift. In dit bedrag was een vergoe
ding opgenomen voor het zodanig bewerken, egaliseren en draineren van het
perceel grasland, dat het geschikt zou worden voor tuingrond. De aldus be
cijferde toegift werd door de heer Galema en door Uw Raad als basis voor
de grondruil geaccepteerd, hieruit resulteerde Uw besluit van 22 april 1.1.
no. 5449, terwijl de ruilingsovereenkomst werd geconstateerd bij de ten
overstaan van notaris Goïnga, alhier, op 28 mei 1.1. verleden akte.
Hangende de eigendomsoverdracht en dus nadat omtrent het vorenstaande
met hem overeenstemming was bereikt, heeft de hoer Galema de door hem te
verkrijgen grond nogmaals door de Rijkstuinbouwvoorlichtingsdienst laten
onderzoekon op geschiktheid voor tuingrond. Dit onderzoek wees uit, dat de
grond niet geheel slibvrij was. Het euvel zou kunnen worden bestreden door
toevoeging van doorgevroren zwart veen. Het treffen van een dergelijke voor
ziening zou naar de mening van de heer Galema voor hem een extra uitgave
betekenen van f. 10.000,--. Betrokkene meent voor deze uitgave alsnog een
beroep op de Gemeente te mogen doen,
V/ij achten dit standpunt niet juist. De overeenkomst tot grondruil
kwam tot stand op vrijwillige basis, terwijl de heer Galema op de hoogte
was met de uitslag van de eerstbedoelde keuring van de grond door de Rijks-
tuinbouwvoorlichtingsdienst. Het gaat naar ons gevoelen te ver thans één
bepaald facet van de overeenkomst, dat volgens de heer Galema voor hem fi
nancieel nadelig is, opnieuw in overweging te nemen.
De mogelijkheid is immers niet uitgesloten, dat andere factoren, die
aan de overeenkomst ten grondslag liggen, achteraf te hoog blijken te zijn
geraamd
Voorts verzoekt de heer Galema vergoeding van de door hem betaalde
leges op de bouwvergunning voor de te stichten opstallen in het tuinbouw
centrum. Bij de bepaling van de toegift is een berekening gemaakt van de
op de verplaatsing van hot bedrijf van de Dokkumertrekweg naar het tuin
bouwcentrum vallende kosten. Bij de berekening is uitgegaan van ervarings
cijfers, die zijn gebaseerd op alle op die verplaatsing vallende en dus ooi:
voor eon bouwvergunning verschuldigde legeskosten. Op grond hiervan zijn-
wij dan ook van mening, dat de heer Galema ten onrechte terugbetaling van
de leges verlangt.