- 2 -
de Gemeente bij een andere rechtspersoon, b.v. een stichting, thans door
de Pensioenraad in het algemeen niet juist geacht wordt. De tegenwoordige
toestand zal dus vroeg of laat de pensioenrechten van de ambtenaren,
tewerkgesteld bij de stichting, in gevaar brengen. Wellicht waren de oe-
zwaren wel te ondervangen door het personeel niet in dienst van de Gemeen
te, maar van de stichting te doen zijn. Het lijkt ons niet uitgesloten,
dat het personeel dan toch wel onder de werking van de Pensioenwet ge
bracht zou kunnen worden, aangezien de stichting een zuivere overheids-
stichting is, die is opgericht door de Gemeente, gefinancierd wordt door
de Gemeente en enkel bestuursleden heeft, die benoemd zijn door gemeente
lijke organen. Wij hebben ons evenwel afgevraagd, of het op het onder
havige terrein wel gewenst is te koersen in de richting van een stichting
met eigen personeel, personeel dus, dat niet in dienst is van de Gemeente.
Zulks is wel passend voor een stichting, die een geheel eigen taak en een
min of meer zelfstandig bestaan heeft, als b.v. het Frysk Orkest en de
Nieuwe Leeuwarder Jachthaven. Maar de sportstichting vervult een taak, die
anders door de Gemeente (dus door gemeentelijke organen en functionarissen;
moest worden uitgevoerd. Daar komt nog bij, dat het rechtskarakter van de
dienstbetrekking tussen een dergelijke stichting en haar eigen personeel
tweeslachtig is en allerlei vragen oprcept. Voor wat de toepassing van de
Pensioenwet betreft is een lid van dat personeel als ambtenaar te beschou
wen. Hier is dus spraice van een publiekrechtelijke rechtsbetrekking tussen
stichting en werknemer. Voor wat de overige recntspositie betreft kan er
alleen maar sprake zijn van een arbeidsovereenkomst. De rechtsverhouding
is dus overigens een privaatrechtelijke. De bepalingen van het Burgerlijk
Wetboek zijn hierop van toepassing en het is - in verband met het dwingen
de karakter van het arbeidsovereenkomstenrecht - voor een dergelijke
stichting niet mogelijk de bepalingen van de Arbeidsovereenkomstenvercr-
dening van de Gemeente zonder meer van overeenkomstige toepassing te ver
klaren. De Gemeente mag n.l. ingevolge artikel 1637z van het B.W. eigen
regelen vaststellen voor haar arbeidscontractanten, terwijl een stichting
niet mag gaan beneden hetgeen het B.V/. als minimum geeft. Met name als er
ook hoger personeel - b.v. technische krachten - in dienst zou moeten
worden genomen, kunnen hier allerlei moeilijkheden ontstaan. De conclusie
mag ten aanzien van het personeelsvraagstuk dus wel zijn: a. dat detache
ring van gemeente-personeel bij de Sportstichting, gezien de tegenwoordige
opvattingen van de Pensioenraad, moeilijkneden kan geven ten aanzien van
de toepassing van de Pensioenwet; b. dat indienststelling van personeel
rechtstreeks bij de stichting tengevolge zal hebben, dat de rechtspositie
van dat personeel nogal sterk afwijkt van die, welke voor de gemeente
ambtenaren geldt.
Daarnaast doet zich o.i. geleidelijk aan toch wel steeds sterker
gevoelen, dat de sticnting een eigen verantwoordelijkheid heeft, liet
gemeentebestuur heeft - hoe zeer het Stichtingsbestuur ook door het ver
eiste van goedkeuring voor allerlei handelingen en door de financiële
afhankelijkneid gebonden is -, juridisch en principieel gezien, niets
over de stichting te zeggen; het kan geen opdrachten of aanwijzingen aan
de stichting geven. Nu er steeds meer financiële middelen in sportvoor-
zieningen (en in voorzieningen als zwembaden etc.) worden geïnvesteerd,
is het op den duur telkens moeilijker met de verantwoordelijkheid van het
gemeentebestuur met betrekking tot het beheer over de gelden en de eigen
dommen van de Gemeente te rijmen, dat een gedeelte van dat beheer aan een
andere,zelfstandige rechtspersoon is toevertrouwd. Ons College (en het
zelfde geldt ook voer Uw Raad) heeft er geen directe zeggenschap ever,
of iiet beneer en de exploitatie van kostbare objecten (als zwembaden)
op de juiste wijze geschiedt.
Dat het hier inderdaad om het beheer van kostbare gemeentelijke
voorzieningen gaat, moge blijken uit de volgende voorbeelden:
boekwaarde van activa, bij de Sportstichting in beheer, per december
1964 1.250.000,--.
- 3 -
stichtingskosten van nieuwe objecten:
ïïijlan: zwembad 1.400.000,--
recreatie-oord 2.650.000,--
Kleine Wielen:
zwembad 1.000.000,--
recreatie-oord 5*000.000,--
Kunstijsbaan 11 1.500.000,--
Vervolgens mogen wij er op wijzen, dat de faits et gestes van een
stichting, aan wie het gemeentebestuur een bepaalde gemeentelijke taak
toevertrouwt, uiteraard moeten passen in het totale gemeentebeleid. Het
stichtingsbestuur heeft echter een beperkte taak en verantwoordelijkheid.
Voor een goede coördinatie met andere taken een afweging van belangen en
mogelijkheden, die voor een deel buiten zijn werkkring liggen, kan het
niet zorgen en hoeft het ook niet te zorgen.
Weliswaar kan men aanvoeren, dat deze bedenkingen principieel niet
nieuw zijn en eigenlijk ook al bij de oprichting van de Sportstichting
(nog slechts vijf jaar geleden) golden, maar daar willen wij tegenover
stellen, dat de keuze van de beheersvorm nu eenmaal het resultaat is van
het tegen elkaar afwegen van de voor- en de nadelen ven de diverse moge
lijkheden. Voor het beheer van gemeentelijke objecten door een stichting
pleit, dat men aldus actief-belangstellende burgers (die geen lid van de
Gemeenteraad zijn) daarbij kan betrekken op een wijze, die hen animeert
en stimuleert, namelijk door hun ook een beslissende (en niet alleen advi
serende) taak te geven. Maar het is vanzelfsprekend altijd mogelijk, dat
bij een wijziging en met name bij een uitbreiding van de in wezen gemeen
telijke functie, waarvoor een stichting is ingeschakeld, de 'weegschaal
naar de andere kant gaat doorslaan en dus de nadelen, klevende aan de ge
kozen beheersvorm, zwaarder gaan wegen dan de stellig ook dan nog wel
aanwezige gunstige facetten daarvan.
Tenslotte willen wij als factor, die bij de oordeelsvorming omtrent
de toekomstige organisatie op dit gebied een rol moet spelen, noemen het
feit, dat de Inspecteur voor de Lichamelijke opvoeding naar onze mening
nu al te veel in beslag wordt genomen door de werkzaamheden, voortvloei
ende uit de aan de stichting, waarvan hij secretaris-pennixigmeester is
opgedragen beheerstaak. Bij uitbreiding van die taak van de stichting zou
dit nog in toenemende mate het geval worden. Voor een goede uitoefening
van zijn inspectietaak ten aanzien van de lichamelijke opvoeding blijft
daardoor (te) weinig tijd over.
Het behoeft na het vorenstaande geen verwondering te wekken, dat wij
op grond van hetgeen wij daarin naar voren brachten van oordeel zijn, dat
het de voorkeur verdient het beheer en de exploitatie van de verschillende
sport- en recreatieobjecten thans (weer) rechtstreeks bij de Gemeente te
brengen. Het lijkt ons nu het moment wijziging in de beheersvorm te
brengen omdat verschillende belangrijke voorzieningen op dit gebied thans
in uitvoering zijn. Met name het gereedkomen van het zwembad bij de
Kleine Wielen in de loop van dit jaar maakt een spoedige beslissing om
trent de toekomstige organisatievorm ten aanzien van het beheer van de
bovenbedoelde objecten noodzakelijk. Ook al zal er van openstelling van
het bad eerst met ingang van het volgende zomerseizoen sprake kunnen
zijn, het is wel duidelijk, dat in de verzorging, het onderhoud en de
bewaking van dit nieuwe en kostbare recreatieobject na de oplevering moet
worden voorzien. Bovendien zullen er voor de openstelling van de inrichting
voor het publiek nog heel wat maatregelen moeten worden genomen;
personeel zal moeten worden aangesteld en materiaal moeten worden aange
schaft, regelen omtrent openstellingstijden, tarieven e.d. zullen moeten
worden voorbereid enz. Het is uiteraard aantrekkelijk hierin te betrekken
degene, die te zijner tijd de leiding zal hebben van het apparaat, dat met
het daadwerkelijk beheer van het bad belast wordt.
Indien Uw vergadering met ons College van mening is, dat het wense
lijk is het beheer en de exploitatie van de sport- en recreatieobjecten
voortaan rechtstreeks door de Gemeente te doen geschieden, ligt het onzes