kapitaalslasten veroorzaken tot
een bedrag van 7 van 3.000.000,-- 210.000,--
b. hoofdriolen c.a.
Het aanleggen van hoofdriolen in
Leeuwarden-west en een aanpassing
van verschillende secundaire riolen
zal in 1965 een bedrag van naar
raming 2.000.000,-- vergen.
De stelpost voor kapitaalslasten
moet in verband hiermede worden
verhoogd met 7 van 2.000.000,-- 140.000,
Te dekken bedrag 1.321.9OO,--
Wij zijn er niet zeker van, dat binnen het raam van dit bedrag de lasten
geheel kunnen worden gedekt, die zullen voortvloeien uit de investeringen
die zijn vermeld in de kolom 1965 van bijlage 3 bij de memorie van ant
woord op het sectieverslag. Wij vertrouwen echter, dat van het Rijk
(Ministerie van Economische Zaken) een aanzienlijk bedrag d fonds perdu
zal worden ontvangen in de kosten van enige grote projecten. Voorlopig
worden daarom de kapitaalslasten voor het programma 1965 tot geen hoger
bedrag geraamd dan in de ontwerp-begroting en hierboven is vermeld
350.000,-- 210.000,-- 140.000,--).
Van deze bedragen heeft dat groot 210,000,-- betrekking op de rioolwa
terzuiveringsinstallatie. Voor die installatie zijn in de primitieve be
groting ook al kapitaalslasten - voor een investering groot 1.500.000,--
- geraamd. Wij merken in dit verband op, dat wij verwachten dat in de
stichtingskosten van de zuiveringsinstallatie rijksbijdragen zullen worden
ontvangen. In de eerste plaats denken wij hierbij aan een bijdrage van het
Ministerie voor Verkeer en Waterstaat groot 3/4 x 25 van de op
13.000.000,-- geraamde stichtingskosten en aan een suppletie van de
provincie Friesland groot 1/4 x 25 /o van de stichtingskosten. Wij hebben
goede hoop, dat deze bijdragen, die tezamen naar raming 3*250.000,--
zullen opbrengen, beschikbaar zullen komen. Daarnaast zal, naar wij hopen,
het Ministerie van Economische Zaken bereid zijn in het kader van de ver
betering van de infrastructuur een aanzienlijke bijdrage te leveren in
de na aftrek van de bijdragen van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat
van de provincie overblijvende 75 9*750.000,--) var. de stichtingskos
ten van de zuiveringsinstallatie. Van de hoogte van die bijdrage van
Economische Zaken zal het afhangen hoe groot het uiteindelijk voor rekening
van de Gemeente blijvende deel van de investering zal zijn.
De investering voor de zuiveringsinstallatie moet gepaard gaan met
de aanleg van hoofdriolen en de aanleg of wijziging van secundaire riolen.
Terzake moet worden gerekend op een investering van naar schatting
l6.5OO.OOO,--. In die investering zal, naar het zich laat aanzien,
geen investeringsbijdrage worden verkregen.
Hoewel het o.i. waarschijnlijk is, dat rijksbijdragen zullen worden
ontvangen in de bedragen die tot en met 1965 voor de zuiveringsinstallatie
moeten worden geinvesteerd (primitieve begroting en 1e wijziging samen
4500.000,--kan hierop thans nog niet worden gerekend. Voorlopig
dienen daarom voor dit bedrag de volle kapitaalslasten worden geraamd en
moeten daarvoor dekkingsmiddelen worden aangewezen. Wij menen, dat dit
kan geschieden door invoering van een rioolbelasting. Uit die belasting
zullen ook de kapitaalslasten terzake van het stelsel van hoofd- en
secundaire riolen grotendeels moeten worden gedekt. Naarmate de werken
worden uitgevoerd zal in komende jaren aanpassing van de belastingtarieven
aan de lastenstijging moeten plaats vinden. Indien blijkt, dat in enig
jaar grote investeringsbijdragen in reeds eerder uitgevoerde werken be
schikbaar komen, kan dit leiden tot matiging bij of tot achterwege laten
van verdere verhoging van de tarieven. Deze zaak zal van jaar tot jaar
moeten worden bezien.
Voorlopig is echter - om de voortgang der werkzaamheden, ook zo lang
er nog geen rijksbijdragen zijn toegezegd, te verzekeren - een belasting
heffing nodig waarbij met de volle voor 1965 "te ramen kapitaalslasten
rekening wordt gehouden. De hoogte van de investering voor de riolen is
zodanig, dat ook bij zeer aanzienlijke rijksbijdragen voor de zuiverings
installatie, ongetwijfeld met geen lagere belastingopbrengt dan wij
hieronder zullen vermelden, zal kunnen worden volstaan.
In de ontwerp-begroting voor 1965 zijn op de post "Riolen" de voor
rekening van de algemene dienst der Gemeente blijvende lasten geraamd
tot een bedrag van 421 .245» Tezamen met de kapitaalslasten
210.000,-- 140.000,-- voor de in 1965 te investeren bedragen voor
rioolwaterzuiveringsinstallatie en hoofdriolen in Leeuwarden-V/est bedragen
de lasten terzake van riolen enz. rond 770*000,--. Gezien de financiële
positie van onze Gemeente achten wij het noodzakelijk hierin een aanzien
lijke bijdrage van de burgerij te vragen. Als een "billijke bijdrage"
- de term die' in artikel 280 van de Gemeentewet wordt gebruikt - wordt
door de Minister van Binnenlandse Zaken bij diens goedkeuringsbeleid
t.a.v. gemeentelijke belastingverordening een bijdrage van 85 Lg> ^Gr
kosten beschouwd. Volgens die norm kan de gemeentelijke heffing terzaxe
van de riolering en de zuiveringsinstallatie over 1965 rond 653*000,--
opbrengen. Wij menen dat voor 1965 zodanige opbrengst noodzakelijk is.
T.z.t. zullen wij U een uitgewerkt voorstel tot het heffen van de belas
ting doen toekomen. Het ligt in ons voornemen te bevorderen, dat zowel
eigenaren als bewoners c.q. gebruikers van percelen in de belasting worden
aangeslagen. Voor een woning, waarvan de belastbare opbrengst volgens de
kadastrale leggers in onze Gemeente ongeveer 200,-- bedraagt (de gemid
delde woning), zal uit deze heffingen een jaarlijkse last, voor eigenaar
en bewoner tezamen van ongeveer 25)-- voortvloeien. De ccraatbelasting
wordt momenteel geheven tot een percentage van de kad'a'ètrale opbrengst, dat
voor de gebouwde eigendommen 15 en voer de ongebouwde eigendommen 7"g" bedraagt
De opbrengst naar raming 1.075*000,--, is ongeveer gelijk aan 25 p van
de in de gemeentebegroting voor 1965 geraamde lasten voor straten, wegen,
rioleringen, bruggen, walmuren, openbare verlichting en huisvuil- en p i-
vaattonnnendienst. Aangezien voor rioleringen en zuiveringsinstallatie
dekking der kosten door middel van een afzonderlijke rioolbelasting word t
nagestreefd, is het juist om bij de straatbelasting niet langer mede uit
te gaan van de kosten van rioleringen enz. De opbrengst^van de straatbe
lasting 1.075.000,--) is dan gelijk aan ongeveer 28'$ van de lasten
terzake van de overige voorzieningen (straten, wegen, bruggen, walmuren,
openbare verlichting en vuilnis- en privaattonnendienstOmdat wij
dekking van het gehele begrotingstekort noodzakelijk achten, zien wij
ons genoodzaakt U voor te stellen de heffingspercontagos te brengen op
20 voor de gebouwde en 10 voor de ongebouwde eigendommen, /an de kosten
zal dan ongeveer 37*5 door de opbrengst der belasting worden gedekt.
Dit zal een extra opbrengst van ongeveer 355.000,opleveren. De ver
hoging van deze belasting die van de eigenaren wordt geheven, belocpt voor
een woning, waarvan de kadastrale opbrengst 200,-- bedraagt, 10,--.
De rechten voer het ophalen van huisvuil bedragen na de jonste ver
hoging 1,20 per maand. Van de in de begroting van de Reinigings- en
Ontsmettingsdienst voor 1965 geraamde lasten wordt ongeveer 55 O- door de
opbrengst der rechten gedekt. Bij vaststelling van de hoogte der tarieven
is steeds een dekkingspercentage van 60 nagestreefd. Dit percentage is
tot dusver in feite slechts bij uitzondering gehaaid, omdat steeds weei
kostenstijgingen optraden. Het komt ons daarom verantwoord voor het huis-
vuilrecht te brengen op 1,50 per maa.nd. Deze verhoging zal een bedrag
van ongeveer f 115*000,opleveren. Het percentage van de kosten van ie
dienst, dat na deze verhoging door de opbrengst der rechten wordt gedekt
loopt op tot ongeveer 70. Wij verwachten, dat door nieuwe loonmaatregele..
waarmede in de begroting voor 1965 nog geen rekening is gehouden, ook nu