2 -
8. "bij het eindigen van het recht van opstal zal de gemeente Leeuwarden aan
de opstalhoudstor de waarde van de opstal overeenkomstig artikel 762 van
het Burgerlijk Wetboek slechts vergoeden;
a. indien de Gemeente binnen de termijn van 26 jaren, bedoeld in de
onder punt 7 bedoelde overeenkomsttot beëindiging van die overeen
komst overgaat wegens een verandering in de omstandigheden en moge
lijkheden, omschreven in het vierde lid van artikel 7 van die overeen
komst, ontstaan buiten schuld of toedoen van do opstalhoudster;
b. indien de opstalhoudster binnen de tormijn van 26 jaren hiervorenbo-
doeld tot beëindiging van die overeenkomst overgaat wogons een veran
dering in de omstandigheden en mogelijkheden, omschreven in het vierde
lid van artikel 7 van die overeenkomst, ontstaan door schuld of toe
doen van de Gemeente;
bij beëindiging van hot recht van opstal na verloop van de termijn van
26 jaren is de Gemeente tot geen enkele vergoeding terzake aan opstal
houdster gehouden;
9. indien binnen oen maand na de beëindiging van het recht van opstal geen
overeenstemming is bereikt overeenkomstig de onder punt 8 te vergoeden
waarde, geschiedt de vaststelling daarvan door drie deskundigen, waarvan
binnen een maand na de bedoelde beëindiging één door Burgemeester en
Wethouders van Leeuwarden en één door de vennootschap,voornoemd, worden
benoemd en binnen een maand na de laatste van deze :wco benoemingen do
derde door de twee aldus benoemden wordt aangewezen: bij gebreke van
tijdige benoeming van een deskundige wordt hierin op verzoek van de meest
gerede partij door de Kantonrechter te Leeuwarden voorzien;
10. alle kosten en rechten van do uit dit besluit voortvloeiende akte, alsme
de die van de tenuitvoerlegging daarvan, komen voor rekening van de op
stalhoudster.
Aldus vastgesteld in do openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
CONCEPT-OVEREENKOMST TUSSEN DE GEMEENTE LEEUWARDEN EN IE F.C.E-
De ondergetekenden:
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester van Leeuwarden en als zodanig overeen
komstig artikel 78 van de Gemeentewet die Gemeente vertegenwoordigende,
daarbij handelende ter uitvoering van het raadsbesluit van
no. goedgekeurd door Gedeputeerde
Staten van Friesland bij besluit van
no
contractant ter ene zijde, hierna te noemen "Gemeente"
en
ver
tegenwoordigende de Friese Coöperatieve Veeafzetvertniging ("F.C.E.'
gevestigd te Akkrum, daarbij handelende ter uitvoering van het besluit
van
contractant ter andere zijde, hierna te noemen "de F.C.E."
verklaren de volgende overeenkomst te hebben aangegaan.
Artikel 1.
1. De F.C.E. brengt haar slachtbedrijf onder in het openbaar slachthuis
van de gemeente Leeuwarden en zal daarbuiten niet - direct noch indi
rect - een slachtbedrijf uitoefenen, indien redelijkerwijs te ver
wachten is, dat tengevolge daarvan het totale geslachte gewicht van
de voor rekening van de F.C.E. in het openbaar slachthuis van de Ge
meente geslachte dieren - voorzover bestemd voor binnenlandse consumptie
minder zal bedragen dan 1.500.000 kg. per kalenderjaar.
De genoemde hoeveelheid wo:_dt, indien de F.C.E. dit in enig kalender
jaar wenst, ook geacht te zijn bereikt door het geslachte gewicht van
de in dat jaar voor rekening van de F.C.E. in het openbaar slachthuis
van de Gemeente geslachte, voor de buitenlandse consumptie bestemde
dieren mee te tellen, met dien verstande evenwel, dat voor elke aan de
hoeveelheid van 1.500.000 kg. ontbrekende kilogram voor de binnen
landse consumptie bestemd geslacht gewicht in de plaats wordt gesteld
2 kg. voor de buitenlandse consumptie bestemd geslacht gewicht.
2. Onder het uitoefenen van een slachtbedrijf als bedoeld in het eerste
lid van dit artikel wordt niet verstaan het met toestemming van de direc
teur van het Slachthuis en de Veemarkt verrichten van slachtingen elders.
Deze toestemming zal worden verleend indien van de F.C.E. redelijkerwijs
niet kan worden gevergd de betreffende slachtingen te verrichten in het
openbaar slachthuis van de Gemeente.