No. 17375.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 17 decern
ber 1964 (bijlage no. 402)
BESLUIT:
vast te stellen de volgende
VERORDENING tot toekenning van een uitke
ring in verband met de nacalculatie "tren
1964.
Enig artikel.
Aan de daarvoor in aanmerking komende ambtenaren in vaste en
tijdelijke dienst der Gemeente, die een ambt bekleden, ingedeeld in
één der bijlagen van de Bezoldigingsverordening i960, alsmede aan de
daarvoor in aanmerking komende werknemers in de zin van de Arbeids
overeenkomstenverordening, wier loon is vastgesteld met toepassing
van het bepaalde in artikel 11 van die verordening, wordt in verband
met de over het jaar 1964 geconstateerde achterstand van 3 57^ bij de
loonontwikkeling in het bedrijfsleven, een uitkering-ineens toegekend
met overeenkomstige toepassing van de richtlijnen, geldende voor de
toekenning van de overeenkomstige uitkering-ineens aan het burgerlijk
rijkspersoneel, zoals deze richtlijnen ter kennis van de gemeentebe
sturen zijn gebracht bij circulaire van de Minister van Binnenlandse
Zaken van 1 september 1964? no. AB 64/u 1670.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Spaarverordening.
Bijlage no. 403* Leeuwarden, 1/ december 19&4
Aan de Gemeenteraad.
Nadat de Premiespaarregeling Rijksambtenaren op verschillende onder
delen met terugwerkende kracht tot 1 januari 1963 was gewijzigd, heeft
het Centraal Orgaan de Gemeentebesturen aanbevolen, in afwachting van een
onderzoek van het Orgaan naar de mogelijkheden om in de uitermate gecom
pliceerde materie vereenvoudigingen aan te brengen, bij wijze van voor
lopige maatregel de gemeentelijke verordeningen aan de wijzigingen van de
Rijksregeling aan te passen. In deze Gemeente heeft bedoelde wijziging bij
Raadsbesluit van 23 april 1964 plaats gehad.
Het Centraal Orgaan heeft thans aan de Gemeentebesturen het ontwerp
van een geheel nieuwe Spaarverordening aangeboden. Het komt ons gewenst
voor dat ook in deze Gemeente een verordening wordt vastgesteld, welke
zoveel mogelijk met bedoeld ontwerp overeenkomt.
In het aangeboden ontwerp is er, volgens het Centraal Orgaan, naar
gestreefd enkele vereenvoudigingen aan te brengen, zodat de onderhavige
materie, ten behoeve van de toepassing en de administratie, toegankelijker
is geworden, zulks zonder dat de regeling is achtergebleven bij die voor
het Rijkspersoneel. Tot genoemde vereenvoudigingen rekent het Centraal
Orgaan ook het op praktische gronden weglaten van de aankoop van effecten
als bestedingsobject, waartoe de benodigde gelden volgens de geldende
regeling van de bijzondere spaarrekening moeten v/orden opgenomen en welke
nochtans eerst na vier jaar aanspraak geeft op premie. Het Centraal
Orgaan neemt aan dat geen enkele ambtenaar gelden van zijn bijzondere
spaarrekening zal opnemen t.b.v. de aankoop van effecten, omdat men daarna
nog vier jaar moet wachten op spaarpremie. Gezien het feit dat de Spaar
verordening gericht is op de bevordering van duurzaam bezit en niet op
het zo spoedig mogelijk verkrijgen van spaarpremie en mede gelet op het
feit dat het weglaten van de aankoop van effecten als bestedingsobject
een verslechtering t.o.v. de Rijks egeling zou betekenen, zijn wij van
mening dat het ontwerp op dit punt aanvulling behoeft. In verband hiermede
hebben wij artikel 3? eerste lid van eerdergenoemd ontwerp dan ook aan
gevuld
Voorts hebben wij in het ontwerp van het Centraal Orgaan nog enige
redactiewijzigingen aangebracht
De redactie van artikel 7» eerste lid, van het ontwerp is zodanig, dat
daaruit niet kan worden afgeleid dat de eventuele reiskosten ook begrepen
zijn in de premiegrondslag, bedoeld in het tweede en derde lid van artikel
7. De door ons ontworpen redactie van artikel 75 eerste lid, geeft naar
onze mening duidelijker de bedoeling weer.
In artikel 14, eerste lid, sub b, van het ontwerp is tussen "de" en
"ambtenaar" ingevoegd het kennelijk uitgevallen woord "gewezen".
Invoeging van een overgangsbepaling (art. 22) achten v/ij noodzakelijk
aangezien de nieuwe verordening moet worden gezien als een voortzetting
van de oude verordening.
Onder mededeling dat de plaatselijke commissie voor Georganiseerd
Overleg, welke commissie moest worden gehoord in verband met het feit dat
het oorspronkelijke ontwerp van 1959 geen uitkomst is van overeenstemming
met de in het centraal overleg vertegenwoordigde organisaties van over
heidspersoneel, zich met de ontwerp-Spaarverordening van het Centraal
Orgaan, zoals dit door ons is gewijzigd en aangevuld, heeft kunnen verenigen,