- 2 -
Wij stellen U voor de gemeentebegroting voor het dienstjaar 1964 te
wijzigen overeenkomstig het ter inzage gelegde ontwerp-besluit.
De Financiële Commissie kon niet worden gehoord.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
A.A.M. van der Meulen Burgemeester.
de Jong Secretaris.
Verzoekschrift mevr. G. Houbein-de Vos betreffende sluitingsuur van tappe
rijen.
Bijlage no. 414« Leeuwarden, 21 december 1964-
Aan de Gemeenteraad.
Mevrouw G. Houbein-de Vos, wonende alhier aan de Oude Lombardsteeg
no. 2, heeft zich op 27 november 1964 tot Uw Raad gericht naar aanleiding
van het besluit van de Burgemeester d.d. 2 november 1964s waarbij de voor
dancing "Centraal" geldende z.g. "verlenging van sluitingsuur", tot
01.00 uur is ingetrokken. Mevrouw Houbein verzoekt de medewerking van Uw
Raad, eventueel door het sluitingsuur over de gehele lijn op 1.00 uur
1 s nachts te stellen, "opdat zij in haar bedrijf een bestaan kan blijven
vinden en haar bedrijf kan blijven voortgaan ten behoeve van het publiek
de ontspanning te bieden, welke dat publiek verlangt". Uw Raad heeft dit
verzoek op 9 december 1964 in onze handen gesteld voor het uitbrengen van
preadvies. Naar aanleiding hiervan brengen wij het volgende onder Uw aan
dacht
Het verzoekschrift, voorzover betrekking hebbend op dancing "Centraal"
alléén, betreft een onderwerp, dat niet tot de competentie van Uw Raad
behoort. De Verordening, regelende de politie op de openbare vermakelijk
heden en plaatsen van vereniging (Gemeenteblad 1939? no. 13), geeft immers
de bevoegdheid omtrent verlenging van sluitingsuur te beslissen aan de
Burgemeester en spreekt niet van enige beroepsmogelijkheid. Een beroeps-
mogelijkheid vloeit ook niet voort uit het geschreven of ongeschreven recht.
De Burgemeester heeft hier een geheel eigen en zelfstandige verantwoorde
lijkheid.
Met betrekking tot het verzoekschrift, voorzover het handelt over het
stellen van het sluitingsuur van alle tapperijen in onze Gemeente, op
01.00 uur, delen wij het navolgende mede.
Bovengenoemde Verordening is op het punt van het sluitingsuur van
tapperijen (artikel 5) tweemaal gewijzigd.
Op 12 maart 1952 werd artikel 5 geheel herzien. In het nieuwe vierde
lid werd de Burgemeester bevoegd verklaard voor ten hoogste drie inrich
tingen, die van bijzonder belang zijn voor het maatschappelijk verkeer in
de Gemeente, tot wederopzegging verlenging van sluitingsuur tot 01.00 uur
te verlenen.
Op 1 april 1959 werd dit aantal van drie gebracht op veertien.
Thans hebben twaalf tapperijen verlenging van sluitingsuur. Twee
aanvankelijk verleende verlengingen zijn intussen vervallens "De Doelen"
(i.v.m. afbraak) en "Centraal" (op 2 november 1964 ingetrokken).
In 1959 is er een enquête gehouden bij de middelgrote gemeenten,
waarbij is gebleken, dat men elders geen algemeen later sluitingsuur aan
treft dan 12.00 uur 's nachts. Onzerzijds werd tijdens de behandeling van
het wijzigingsvoorstel in 1959 opgemerkt, dat in de meerderheid van die
steden meer uitzonderingen op deze regel waren toegestaan dan tot dan
toe in Leeuwarden het geval was. Door wijziging van het in het vierde lid
van artikel 5 der Verordening genoemde getal drie in veertien zou de
situatie in Leeuwarden ongeveer gelijk worden aan die in de andere steden
(pag. 5 van de notulen).
Op 21 november 1962 besloot Uw Raad, niet in te gaan op een verzoek
van de afdeling Leeuwarden van de b'ed. Bond van Horeca- en aanverwante
bedrijven, om de sluitingstijd van alle horecabedrijven te stellen op
01.00 uur.
Mevrouw Houbein geeft in haar verzoekschrift geen enkel argument,
dat pleiten zou voor het verlengen van de sluitingstijd voor alle tappe
rijen, behalve het motief, dat dan ook haar inrichting tot 01.00 uur
's nachts open zou mogen blijven. Dit kan uiteraard geen doorslaggevend
argument zijn om tot die algemene verlenging over te gaan.