- 2 -
Hoe-wel wij dus niet geacht willen werden ons met hot standpunt van
Gedcpuucerde Staten te kunnen verenigen, menen wij U toch in overweging te
moeten geven af te zien van het instellen van beroep tegen de genomen be
schikking. Wij stellen daarom voor het besluit van Gedeputeerde Staten
voor kennisgeving a.n te nemen.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen Burgemeester.
de Jong Secretaris.
Leeuwarden, 4 augustus 19^4
PROVINCIE FRIESLAND
Aan Burgemeester en Wethouders
Tel. 05100-23541 Leeuwarden.
Afd. 1, no. 235
Bijl.
Betreffende uitbreidingsplan
"Westeinde", Leeuwarden.
Gedeputeerde Staten van Frieslanl;
Beschikkende omtrent een door Burgemeester en Wethouders van
Leeuwarden bij brief van 12 augustus 1963? V.O.W., no. 10438, in
tweevoud ter goedkeuring ingezonden besluit van de raad dier Gemeen
te d.d. 10 juli 1963 no. 8625? "tot vaststelling van het uitbreidings
plan in onderdelen "Westeinde" met de bijbehorende bebouwingsvoor-
schrif ten
Gezien de adviezen van:
a. de inspecteur van de volksgezondheid voor de volkshuisvesting in
deze provincie d.d. 5 november 1963? no* 1333?
b. de directeur van het bureau van de provinciale planologische
dienst d.d. 14 januari 1964no. 57?
Overwegende, dat de noordwestelijke hoek van het plan grenst
aan en mogelijk zich uitstrekt over gronden, waarover in de toekomst
een verbinding zal worden geprojecteerd tussen de rijkswegen no. 9
en no. 39; dat weliswaar het tracé voor deze verbinding nog niet
definitief vaststaat, doch de keus daarvan zo min mogelijk dient te
worden belemmerd; dat daarom de noordwestelijke helft van het in die
hoek liggende perceel no. 676 in ieder geval voorlopig buiten de
goedkeuring dient te blijven; dat voorts in het plan meer accent ware
te geven aan de verbinding van Leeuwarden-noord met de Harlingerstraat-
weg; dat hiervoor een wijkverbindingsweg met vloeiend tracé dient te
worden geprojecteerd vanaf de spoorwegovergang in het Schapen dijkje
naar het westelijke aansluitpunt op de Harlingerstraatweg; aat de in
de noordwestelijke en de noordoostelijke hoek geprojecteerde wegen
vanaf het Schapendijkje bij voorkeur loodrecht op deze wijkverbindings
weg moeten worden aangesloten; dat in verband hiermede met name het
plangedeelte op de westelijke helft van het perceel no. 1669? nader
in studie dient te worden genomen; dat tenslotte de situering en
aansluiting van een motel en een benzine-station tussen de parallelweg
en het nieuwe tracé van de Harlingerstraatweg door de verschillende
in- en uitritten langs de hoofdverkeersweg een onoverzichtelijke ver
keerssituatie doen ontstaan; dat het daarbij vooral gevaar kan op
leveren, dat de naast de doorgaande rijbaan gelegen rijstrook tussen
de toegangsweg naar het uitbreidingsplan en de inrit naar het benzine
station moet dienen zowel voor invoegend (snelheid vermeerderend)
als voor uitvoegend (snelheid verminderend) verkeer; dat hier dient
te vrorden gezocht naar een zodanige oplossing, dat het verkeer
naar de wijk zowel als dat naar het motel en het benzine-station op
hetzelfde punt de hoofdweg moet verlaten; dat in ieder geval aan
de (oostelijke) inrit naar het benzine-station goedkeuring dient te
worden onthouden;