- 4 -
woorden zijn vermeld achter de vragen, gesteld in het in de vorige alinea
bedoelde verslag.
De nadere bestudering van het plan heeft de ontwerpers er toe ge
bracht een alternatief plan aan ons voor te leggen, welk plan zelfs nog
werd vergezeld van een variant op dat alternatief. Ter voorkoming van mis
verstand zullen wij hieronder spreken van "plan", "alternatief" en
"variant", respectievelijk wanneer wij bedoelden het plan, zoals U dat in
1963 werd overgelegd, het alternatieve plan, wat thans aan U wordt toege
zonden en de variant, die op dat alternatieve plan is gemaakt.
Bij vergelijking van het alternatief met het plan vallen de volgende
belangrijke wijzigingen op:
1. De zuid-tangent, die in het plan was geprojecteerd op Ruiterskwartier
en Zaailand en waartegen in de sectievergaderingen bezwaren zijn ge
maakt, is verlegd naar de Willemskade. Wil deze Willemskade kunnen fun
geren als zijde van de, de binnenstad omsluitende, wegenvierhoekdan
zullen over de zuiderstadsgracht vaste bruggen moeten worden gebouwd,
terwijl eveneens tracé-wijzigingen zullen moeten plaats vinden om het
alsdan te verwachten verkeer te kunnen verwerken en om in de parkeerbe-
hoefte te kunnen voorzien. In verband hiermede zullen de walmuren ge
deeltelijk moeten worden verplaatst c.q. vernieuwd. In dit verband moeten
wij er op wijzen, dat de zuidoostelijke hoek van het wegenvierkant bijzon
der belangrijk zal worden. Het verkeer, komende uit zuidelijke richting via
de nieuw geprojecteerde invalsweg, zal op dit punt de binnenstad bereiken.
De grootste verkeersstroom zal juist op dit punt moeten worden verwerkt.
Met het oog daarop ligt het naar onze mening voor de hand, dat ter plaatse
geen beweegbare brug wordt gemaakt. Overkluizing van het in het tracé van
deze nieuwe invalsweg gelegen gedeelte van de zuiderstadsgracht is hier
een gebiedende eis. Wanneer hiertoe eenmaal besloten is, zal het naar onze
mening slechts zeer weinig bezwaar ontmoeten ook de rest van de Zuider
stadsgracht van vaste oeververbindingen te voorzien. De betekenis van dit
gedeelte vaarwater voor de scheepvaart neemt af. De binnenscheepvaart-
statistiek wijst in deze richting. Wanneer de doorvaart van het Nieuwe
Kanaal naar de Zuiderstadsgracht door de overkluizing van een gedeelte
van het water in het verlengde van de nieuwe invalsweg eenmaal onmogelijk
is geworden, zal de Zuiderstadsgracht weinig betekenis meer voor de scheep
vaarthebben. De verlegging van de zuid-tangent betekent voorts, dat het
gebied binnen het wegenvierkant, de city, wordt vergroot. Wij achten deze
wijziging een /erbetering van het plan, mede gelet op ie functie van het
hele Stationskwartier, waarin het station van de Nederlandse Spoorwegen,
het autobusstation en het vrijgekomen terrein van de oude veemarkt zulke
belangrijke en vitale punten zijn. Door de verschuiving van de zuid-tangent
wordt dit belangrijke stadsdeel meer bij het stadscentrum betrokken. Wij
zijn dan ook ingenomen met dit alternatief, waarbij zowel aan de noord- als
aan de zuidzijde van de Willemskade een belangrijke functie is toegedacht.
Een noodzakelijk gevolg van de evenbedoelde wijziging is het vormen
van een duidelijke en overzichtelijke situatie in de omgeving van de nieuwe
Verlaatsbrug. Door de verplaatsing van de zuid-tangent in zuidelijke rich
ting, kan de in het verlengde van de Fonteinstraat gedichte brug achterwege
blijven. De nieuwe Verlaatsbrug zal dan de zuidwestelijke toegang tot het
stadscentrum en derhalve tot het wegenvierkant kunnen vormen. Nu is het U
bekend, dat één van de uitgangspunten bij het ontwerpen van de wegenvier
hoek is geweest, dat het van buiten komende verkeer op één van de hoeken
van het vierkant de binnenstad benadert, opdat hot verkeer op dat punt een
keus kan maken om de gewenste bestemming op de korts mogelijke manier te
bereiken. Om nu vanaf de nieuwe Verlaatsbrug de zuid-westelijke hoek van
het wegenvierkant te bereiken, c.q. vanaf die hock via de Verlaatsbrug de
stad te verlaten, zal het nodig zijn een gedeelte van de bebouwing aan de
Willemskade zuidzijde en de Langemarktstraat te amoveren. V/ij mogen U
hiervoor verwijzen naar de tekening van het alternatief-plan die U hierbij
wordt toegezonden. In dit verband merken wij verder op, dat de westtangent
nu langs de Westerstadsgracht in zuidelijke richting is doorgetrokken tot
de Willemskade. Voorts wijzen wij U op de mogelijkheid, welke op de teke
ning is aangegeven, om de Westersingel een belangrijker betekenis te geven
voor het verkeer. Deze singel zal een verbeterde verbinding kunnen vormen
tussen het noordwestelijke deel van de stad en de omgeving van het Sta
tion der N.S. Aldus kan een ontlasting van het verkeer op de wegenrecht
hoek binnen de stadsgrachten worden verkregen.
In dit kader moeten wij voorts aandacht schenken aan de bovenbedoelde
variant op het alternatief-planDeze variant houdt namelijk de demping in
van de.Zuiderstadsgracht en wel van de Westerkade tot aan de zuidoostelijke
hoek van het wegenvierkant. De ontwerpers zijn hiertoe gekomen, omdat zij
voor de opgaaf stonden mogelijkheden te zoeken voor het scheppen van vol
doende parkeergelegenheid. De aanwezigheid van voldoende parkeergelegenheid
achten zij, naar onze mening volkomen terecht, een eerste voorwaarde om het
stadscentrum levend te houden en tot verdere ontwikkeling te brengen. Het
alternatief-plan zal niet meer parkeerplaatsen opleveren dan in het plan was
voorzien. De groei van het aantal auto's is echter zodanig, dat verwacht
moet worden dat reeds binnen enkele jaren in het gebied, omsloten door de
wegenrechthoek, geen lang-parkeerders meer kunnen worden toegelaten. De
noodzaak van parkeergelegenheid zal dan in de eerste plaats aan de zuid
en de oostzijde van het stadscentrum ontstaan. Voor de zuidoosthoek, bij
de nieuwe invalsweg door het plan 't Aldlan, zal deze noodzaak zich on
middellijk na het aanleggen van de weg doen gevoelen, doch de parkeerbe-
hoefte bij de zuidwesthoek van het wegenvierkant moet evenmin worden onder
schat. Weliswaar ligt aan de zuidzijde van de Langemarktstraat nog het
oude veemarktterrein, doch op de duur zal ook de aldaar aanwezige ruimte
ontoereikend zijn, ook al blijft de bestemming parkeerterrein. Alhoewel
wij demping van de Zuiderstadsgracht betreuren, achten wij het teloorgaan
van dit water veel minder erg dan van andere delen van de stadsgracht. De
Zuiderstadsgracht vormt naar onze mening namelijk niet een duidelijke
scheiding tussen de binnenstad en een functioneel anders geaarde wijk ten
zuiden daarvan. Integendeel, de Stationswijk heeft juist hetzelfde karakter
als het aangrenzende deel van de binnenstad. Met handhaving van de Ooster
stadsgracht zou volgens de variant een doorlopende waterverbinding gehand
haafd blijven, zonder doodlopende einden, zoals in het plan het geval was
bij de Beurs en bij de Prins FrederikkazerneDaar komt bij, dat de
Zuiderstadsgracht, althans het gedeelte tussen de V/esterstadsgracht en de
Wirdumerpoortsbrug, naar onze mening minder karakteristiek is dan de andere
gedeelten var. de stadsgracht. Wij zijn van mening, dat een beslissing over
het wel of niet aanvaarden van de variant niet kan worden uitgesteld.
Wordt deze variant immers aanvaard, dan zal het niet meer nodig zijn of
is het althans niet meer verantwoord walmuren te verplaatsen c.q. te ver
nieuwen, hetgeen immers nodig zal zijn bij aanvaarding van het alternatief.
Wij wijzen voorts op een in deplorabele toestand verkerend gedeelte van de
muur aan de Zuidergrachtswal en op de slechte conditie van de Prins Hendrik-
brug. Bij het nemen van maatregelen zal rekening moeten worden gehouden
met de toekomstige situatie.
Wij kunnen U mededelen, dat bovenstaande overwegingen ons er toe
hebben gebracht Uw Raad voor te stellen zich in principe uit te spreken
voor demping van de Zuiderstadsgracht overeenkomstig de op de variant
aangegeven projectie. Daarbij merken wij op, dat de uitvoering van een
dergelijk besluit niet ter hand kan worden genomen dan met goedvinden van
het Provinciaal Bestuur, aangezien het in casu gaat over een provinciaal
vaarwater, terwijl tevens overleg nodig zal zijn met de Minister van Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen, omdat ook de Zuiderstadsgracht staat ver
meld op de ontwerp-monumentenlijst. Eén lid van ons College wenst in dit
verband te zien aangetekend, dat hij het bovenweergegeven standpunt niet
deelt. Dit lid acht het in dit stadium, zonder te beschikken over die ge
gevens op grond waarvan de betekenis van de scheepvaart door dit yaarwater
kan worden vastgesteld, nog niet verantwoord een beslissing te nemen in
zake het verder belemmeren of wel het onmogelijk maken van het scheepvaart
verkeer tussen de Westerstadsgracht en het Nieuwe Kanaal door het maken