- 10
te aanvaarden plan de nodige aandacht verdienen. V/el wijzen wij U, naar
aanleiding van het voorstel van mej. Dannenberg om in de Sint Jacobsstraat
eenrichtingverkeer in te voeren, op ons reeds genomen besluit tot het in
voeren van een vrij groot aantal verkeersmaatregelen voor de binnenstad,
mede betrekking hebbende op de Sint Jacobsstraat. Over deze verkeersmaat
regelen zullen wij U afzonderlijk uitvoerig mededeling doen.
Evenals de A.N.W.B. stelt mej. Dannenberg voor, nadat het gevangenis
complex verplaatst is, de Nieuwe Weg door te trekken, evenals de Ooster
kade, welke laatste d.m.v. een nieuwe brug verbonden zal worden met een
verkeersplein, dat aansluiting moet geven zowel op de verlengde Lange
Marktstraat - Van Swietenstraat, als op de zuidelijke invalsweg. Wij
achten het evenwel onmogelijk de vervanging van de 1e Kanaalbrug te laten
wachten op de eventuele afbraak van het gevangeniscomplex. De voorgestelde
verlegging van de brug naar de Oosterkade betekent bovendien, dat de
Emmakade n.z. voor het doorgaand verkeer worat afgesloten. Wij preferen
dan ook de in het alternatief gekozen oplossing.
Het voorstel, zolang het gevangeniscomplex wordt gehandhaafd, een
brug te leggen tussen Blokhuisplein en Achter de Hoven is in het alterna
tief overgenomen.
Adressante verklaart zich tegen demping van het Vliet, maar de door
haar voorgestelde verbinding via Oostersingel en Cambuursterpad met het
oostelijke stadsdeel is in de huidige vorm te smal voor het verkeer (een
deel ervan is thans slechts voor éénrichtingverkeer opengesteld).
Ten slotte merken wij op, dat mej. Dannenberg in haar toelichting
niet meer spreekt over het door haar ontworpen verkeersplein nabij de
Kanaalstraat. Afgezien van de vele amoveringen, die daarvoor nodig zouden
zijn (o.a. de Gemeentelijke H.3.S.), zou de ligging van het circuit op
één oor vanwege de lage onderdoorgang onder de spoorweg en de hoge oprit
naar de Kanaalbrug, de uitvoering ervan onmogelijk maken.
Resumerende komen wij tot de conclusie, dat het door mej. Dannenberg
ontwikkelde plan met het oog op de realiseringskansen en -kosten in het
nadeel is bij het thans door ons overgelegde alternatief. Dit zou op
zichzelf niet zo erg zijn, als de voordelen die ermee zouden kunnen worden
behaald daar maar tegen zouden opwegen. Dit laatste is naar onze mening
niet het geval, aangezien er uitgesproken nadelen aan verbonden zijn.
Wij noemen:
1. de enkele tracees van de Oosterkade, de Nieuweweg en de verlengden
daarvan
2. de slechte verbinding met het oostelijk deel van de stad;
3. de grote lengten van de doorbraken, die, vooral ten noorden van het
Stadhuis, over grote lengte, nieuwe gevelwanden in de oude stad brengen;
4. de parkeergelegenheid
GAdres van de Bond Heemschut en het Friesch Genootschap.
Dit adres stelt, anders dan het voorgaande, geen alternatief doch
bekritiseert, van geheel andere uitgangspunten uitgaande, zowel het plan
in zijn geheel als bepaalde onderdelen ervan.
Kort gezegd keren adressanten zich tegen alle dempingen en tegen het
wegenkruis binnen het wegenvierkant. Het denkbeeld van een ring of vier
hoek rond de binnenstad wordt wel onderschreven, maar tegen de uitwerking
in concreto bestaan bezwaren.
In onze algemene beschouwing en bij de behandeling van de beide
vorige adressen hebben wij reeds opgemerkt, dat ten onrechte een grote
verkeeraantrekkende werking van de voorgestelde doorbraken wordt verwacht.
De indeling van het adres volgend, wordt vooreerst bezwaar gemaakt
tegen de vestiging van kantoren in de binnenstad. Adressanten geven in
overweging het gebied tussen Rengerspark en Dokkumer Ee als kantorencen
trum aan te wijzen.
Wij menen, dat hier ten onrechte de indruk wordt gevestigd, dat het de
bedoeling van het binnenstadsplan zou zijn vele nieuwe kantoren in de bin
nenstad te vestigen. In het plan is als gebied, bestemd voor groothandel,
kantoren en andere bedrijven voornamelijk aangewezen het gebied bezuiden
het Zaailand en ten oosten (gedeeltelijk ten weerszijden van de Tweebaks-
- 11 -
markt), Een gebied derhalve waar thans, reeds vele kantoren e.d. gevestigd
zijn en gelegen aan de periferie van het centrum, aansluitend aan het
buiten de eigenlijke binnenstad in de te saneren buurten gedachte kantoren
kwartier. De opzet is dus de toestand voor de bestaande kantoren in de
binnenstad te verbeteren en de uitbreiding aan de oost- en zuidkant van
de binnenstad mogelijk te maken. Uiteraard zal daarbij aandacht geschonken
moeten worden aan het parkeervraagstuk.
De beide verenigingen waarschuwen vervolgens ernstig tegen straatver
bredingen en doorbraken, die zeer grote uitgaven vergen en het historisch
gegroeide stadsbeeld aantasten, door het verloren gaan van fraaie straat-
wanden en niveauwijzigingen.
De enige in het plan voorziene niveauwijziging is die van de Boter
hoek en het Oldehoofsterkerkhofwelke o.i. niet als verlies aan te merken
is. Het verlies van enkele straatwanaen kan worden betreurd, maar is o.i.
onvermij delijk
Ter wering van het doorgaande verkeer willen adressanten, vooropstel
lende dat de percelen in de oude stadskern bereikbaar moeten blijven, een
verkeerssysteem invoeren, dat het rijden dóór die kern onaantrekkelijk
maakt, het invoeren van stopverboden, het bevoorraden van winkels en be
drijven 's morgens vóór en 's middags na een zeker uur, het zonodig
sluiten van hoofdstraten op tijden, dat het winkelend publiek van het ver
keer bijzondere hinder heeft, etc. Wij zijn van oordeel, dat ter sanering
van de binnenstad niet volstaan kan worden met het treffen van verkeers
maatregelen, hoe belangrijk deze ook zijn, doch dat daarnaast nog andere
maatregelen noodzakelijk zijn.
Met betrekking tot de voorgestelde dempingen van grachten verwijzen
wij naar het daaromtrent opgemerkte bij de behandeling van het bezwaar
schrift van de A.N.W.B. Wij kunnen instemmen met de gedachte, dat dempen
van stadsgrachten in het algemeen een nieuwe bebouwing noodzakelijk maakt.
Wij geven er de voorkeur aan dat de grotere bebouwing, die in de toekomst
gaat komen, aan de stadsrand tot uitvoering komt en niet in de oude stad.
De mening van adressanten, dat door sanering van de omgeving van het
Molenpad en van Achter de Hoven gelegenheid voor lang-parkeren is te vin
den, kunnen wij onderschrijven en in de toekomst zal hieraan zeker aan
dacht worden geschonken. Voorlopig achten wij Achter de Hoven te ver van
het centrum verwijderd voor lang parkeren.
De demping van het Vliet achten wij noodzakelijk, om de volkomen
onvoldoende contacten van de oostelijke wijken met de binnenstad te ver
beteren. De doorbraak via het Droevendal, waartegen adressanten bezwaren
inbrengen, is o.i. de minst bezwaarlijke ingreep, ter verbinding tussen
Oosterkade en Voorstreek. Het alternatief, dempen van de Tuinen, zou veel
ernstiger consequenties met zich brengen.
De beide verenigingen achten wel de aanleg van een goede verkeersweg
tussen Nieuweburen en Oldehoofsterkerkhof aanvaardbaar, maar niet, dat
deze weg door middel van een nieuwe brug over de westelijke stadsgracht
met de Harlingersingel in verbinding is gedacht, omdat de Noorderplantage
door de daarvoor nodige doorsnijding en afgraving ontluisterd zal worden.
Zij willen daarom de Vrouwenpoortsbrug op de huidige plaats handhaven.
Voorlopig achten wij dit ook de meest voor de hand liggende oplossing,
hoewel voor de eindfase een rechtstreekse verbinding tussen het noordweste
lijke hoekpunt van het wegenvierkant en het westelijk stadsdeel nodig is.
Wij kunnen overigens de stelling van de adressanten, dat de Noorderplantage
zou worden ontluisterd, allerminst onderschrijven. De doorbraak door de
Noorderplantage is juist veel korter dan thans het geval is. De schoonheid
van het bolwerk, vooral aan de V/esterplantage, wordt door de verplaatsing
eerder gediend dan geschaad. Daarbij dient te worden bedacht, dat het
noordelijke gedeelte van de thans over de Westerplantage lopende openbare
weg t.z.t. moet worden verwijderd en dat het vrijkomende terrein bij het
plantsoen wordt gevoegd.
De overige bezwaren van de Bond Heemschut en het Friesch Genootschap
vinnden hun beantwoording in hetgeen elders in deze bijlage en in de Memo
roe van Antwoord wordt opgemerkt.