- 18 -
geeft bij de kruising met het Zuiderplein en een verkeersplein bij de
Kanaalstraat nodig maakt, dat i.v.m. brug en spoorwegkruising "op één oor"
zou moeten'komen te liggen. Dit laatste levért vrijwel onoplosbare moeilijk
heden op. Inplaats van de verbinding van de Raadhuisstraat met deze tangent
is in het alternatief aan een tunnel gedacht.
Wij vleien ons met de hoop., dat de thans ingediende variant op het
alternatief de bezwaren tegen het oorspronkelijke plan voor het grootste
deel heeft weggenomen.
Resumerende stelt de meerderheid van ons College aan U voor de hier
boven behandelde en op de bij de stukken ter inzage gelegde kaart weerge
geven variant op het alternatieve plan te"' aanvaarden als basis voor de
toekomstige ontwikkeling van onze binnenstad.
Na aanvaarding van dit plan zullen U te zijner tijd in details uitge
werkte bestemmingsplannon van de binnenstad telkens voor onderdelen, ter
vaststelling worden voorgelegd. Deze bestemmingsplannen zullen op grond
van de nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening, die hopelijk in de loop van
dit jaar in werking zal treden, een grote mate van overeenkomst kunnen
vertonen met de huidige uitbreidingsplannen, terwijl het dan tevens
mogelijk zal zijn, in tegenstelling tot de thans bestaande regelingen ex
artikel 43 van de Woningwet, met betrekking tot de aard van de bebouwing
en het gebruik van gronden, in de bebouwde kom gelegen, zo nodig te ont
eigenen voor de uitvoering van deze plannen.
Wij willen in dit verband uitdrukkelijk stellen, dat waar in het plan,
het alternatief of de variant' bepaalde rooilijnen worden aangegeven,
daaraan niet meer dan een voorlopige betekenis kan worden toegekend; de
definitieve vaststelling daarvan vindt uiteraard plaats in de evengenoemde
bestemmingsplannen.
Voorts merken wij volledigheidshalve nog op, dat wij intussen voor een
ieder ter inzage hebben gelegd een ontwerp van een Verordening, regelende
de aard der bebouwing en het gebruik van gronden in de bebouwde kom van
Leeuwarden, uiteraard thans nog geënt op artikel 43 van de nog bestaande
Woningwet, welke verordening ten doel heeft te voorkomen, dat in de be
bouwde kom nu nog toestanden worden geschapen, die de uitvoering van de
bovenbedoelde bestemmingsplannen in de weg zouden staan, althans zouden
bemoeilijken. Deze verordening, die na het in werking treden van de Wet
op de Ruimtelijke Ordening en het vervallen van de Woningwet ingevolge
een speciale Overgangswet van kracht zal blijven zullen wij eventueel
vergezeld van de daartegen ingebrachte bezwaarschriften en onze mogelijke
weerlegging daarvan, zo tijdig aan Uw Raad voorleggen, dat U het ge
wijzigde plan voor de binnenstad en evenbedoelde verordening tegelijker
tijd kunt behandelen. Het ligt in het voornemen deze behandeling te doen
plaats vinden in een daartoe speciaal te beleggen vergadering van Uw
Raad, welke zou kunnen worden gehouden op 12 mei a.s. te 14.00 uur.
Een convocatie voor deze vergadering zal U nader worden toegezonden.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Heulen Burgemeester.
de Jong Secretaris.
Verzoek tot vaststelling van een vakantieregeling voor rijwiel- en brom-
f ietshandelaren.
Bijlage no. 86. Leeuwarden, 2 april 1965*
Aan de Gemeenteraad.
Enige tijd geleden is van de afdeling Leeuwarden van de Algemene
Nederlandse Bond van Ondernemers in het Rijwielkleinbedrijf (ANBOR) een
aan Uw Raad gericht schrijven ontvangen, houdende verzoek om voor deze
branche een verplichte vakantieregeling vast te stellen gedurende twee
weken per jaar in de periode van 1 mei tot 1 oktober. Aangezien een veror
dening, strekkende tot het vorenstaande, ingevolge artikel 14, tweede lid,
van de Winkelsluitingswet 1951 alleen kan worden vastgesteld op verzoek
van de Kamer van Koophandel en Fabrieken of nadat de Kamer dienaangaande
gunstig heeft geadviseerd, hebben wij dit afvies ingewonnen. Het advies,
alsmede het verzoek van de ANBOR, met bijlage, liggen voor U ter inzage.
De Kamer wijst er in, haar advies op, dat een verordening als door de
ANBOR wordt gevraagd naar haar mening slechts betrekking kan hebben op de
winkels der diverse ondernemers, doch niet op hun werkplaatsen, daar deze
laatste niet onder het begrip winkel ingevolge de wet vallen. Nadere
informaties van de zijde der Kamer hebben voorts doen blijken, dat de
aanvragers met dit aspect onvoldoende rekening hebben gehouden, zodat
de enquête een onzuiver beeld geeft van het aantal voor- en tegenstanders.
Een aantal voorstanders wil namelijk wél de werkplaats sluiten, maar
niet de winkel, zodat het hier in feite tegenstanders betreft. Bovendien
wordt in een aantal winkels naast rijwielen en bromfietsen ook een ver
scheidenheid van andere artikelen verkocht, zoals gasapparaten, wasma
chines, elektronische apparaten e.d. Een verplichte sluiting zou niet
voor laatstgenoemde artikelen gelden. Op grond van bovenstaande overwe
gingen is de Kamer van oordeel, dat op de onderhavige aanvrage afwijzend
dient te worden beschikt.
Gezien vorenstaand advies van de hamer is inwilliging van het ver
zoek van de ANBOR niet mogelijk. Wij achten dit overigens geenszins be
zwaarlijk, aangezien wij evenzeer van oordeel zijn, dat vaststelling van
een vakantieregeling voor de onderhavige branche niet gewenst is. Aan de
door de Kamer gebezigde argumenten zouden wij nog willen toevoegen, dat
het gemengde karakter van deze bedrijven -verkoop van rijwielen en brom
fietsen, alsmede van onderdelen daarvan enerzijds en onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden, alsmede verkoop van huishoudelijke apparaten
anderzijds- eventueel een doeltreffende controle welhaast onmogelijk zou
maken. Dit laatste nog te meer omdat artikel 15sub e, der wet de bepa
ling bevat, dat winkels, waar onderdelen van rijwielen plegen te worden
verkocht, voor zover betreft het te koop aanbieden, verkopen en afleveren
van onderdelen voor spoedeisende herstellingen van rijwielen, niet onder
de verplichte halvedagsluiting en dito vakantiesluiting vallen.
Gezien het vorenstaande geven wij U in overweging op het verzoek der
afdeling Leeuwarden van de ANBOR afwijzend te beschikken.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen Burgemeester.
de Jong Secretaris.