- 22 - structuurplan en het plan voor de centrale riolering niet te verliezen. 6. Een lid gaf nadrukkelijk als zijn mening te kennen dat de uitvoering van dit plan niet ten koste van de totstandkoming van de centrale riolering mocht gaan. Naar onze mening zijn beide zaken van grote urgentie. Het heeft naar onze mening voor de praktijk weinig zin in casu over de volgorde van urgentie te discussiëren. Leeuwarden, oktober 1965Leeuwarden, 5 april 1965» De rapporteurs: Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J. Bootsma W. Miedema J. Heetla A.A.M. van der Meulen Burgemeester. de Jong Secretaris. Structuurplan voor de gemeente Leeuwarden. Bijlage no. 103. Leeuwarden 5 april 1965 - Aan de Gemeenteraad. Het stedelijk gedeelte van onze Gemeente heeft na de laatste wereld oorlog een sterke uitbreiding ondergaan. De gebieden, die in de laatste tien jaar zijn aangewezen voor het opvangen van de voortgaande stadsuit breiding, waarbij wij in het bijzonder denken aan 't Heechterp en 't Nijlan, zijn praktisch volgebouwd. Thans wordt met volle kracht gewerkt aan de verwezenlijking van het uitbreidingsplan 't Ielan, uiteenvallende in Lekkumerend en Bilgaard. Voorbereidingen voor het bouwrijpmaken van de terreinen in het gedeeltelijk door Gedeputeerde Staten van Friesland goed gekeurde uitbreidingsplan 1t Aldlan zijn. ook reeds getroffen. In dit ver band moeten wij voorts nog noemen het uitbreidingsplan Westeinde. Wanneer de ontwikkeling van de laatste tien jaren zich doorzet - en er is niets, dat op het tegendeel wijst! - zal het niet lang duren, of er zal een volgend gebied voor bebouwing moeten worden aangewezen. Als alle thans voor bebouwing aangewezen terreinen, waarin dus begre pen de hierboven bedoelde, zijn volgebouwd, zal onze Gemeente volgens een vrij globale schatting 100.000 inwoners tellen. Het Nederlands Economisch Instituut te Rotterdam, dat onze Gemeente op verschillend gebied rappor teert met betrekking tot de toekomstige ontwikkeling der Gemeente, heeft ons geadviseerd bij het te voeren ruimtelijk beleid rekening te houden met een inwonertal, in een niet te verre toekomst, van circa 130.000. Het is moei lijk te voorspellen, wanneer dat aantal bereikt zal zijn. Dit is voor een groot deel afhankelijk van het beleid, dat onze Regering zal voeren met betrekking tot de ruimtelijke ordening en de industrialisatie. Een aantal extra stimulerende maatregelen, die de Regering zou kunnen nemen, zijn aanbevolen in het U bekende rapport "De toekomst van het noorden des lands". Het opvangen van een zo groot aantal inwoners eist uiteraard een zorgvuldige stedebouwkundige planning. Daarbij moet aanstonds worden opge merkt, dat het noodzakelijk is thans reeds rekening te houden met een nog veel sterkere uitbreiding in de toekomst. In dit verband mogen wij U slechts herinneren aan de door Prof. Jac. P. Thysse geschetste mogelijk heden van een bevolkingsgroei in het gebied Leeuwarden. Wij achten het noodzakelijk, dat het bestuur onzer Gemeente een actief ruimtelijk beleid voert, opdat de ontwikkeling zal kunnen voldoen aan de hoge eisen, die de toekomst zal stellen. Het mo^-t naar onze mening voor de toekomstige bevol king van onze Gemeente va.i het hoogste belang worden geacht, dat het grote stedelijke gebied, dat zal ontstaan, zo zal zijn ingedeeld en aangelegd, dat daar onder zo gunstig mogelijke voorwaarden kan worden gewerkt, ge woond en geleefd. Met het oog op bovenstaande ontwikkeling hebben wij opdracht gegeven aan de heer Ir. J.A. Kuiper te Rotterdam en de directeur der Openbare Werken om gezamenlijk een structuurplan voor onze Gemeente te ontwerpen. Aan deze opdracht is voldaan, in die zin, dat twee plannen zijn ontworpen. In het eerste plan is rekening gehouden met een groei van de Gemeente tot 130.000 inwoners, terwijl bij het ontwerpen van het tweede plan is uitge gaan van een bevolkingsgroei tot globaal 180.000 inwoners. Deze twee plannen vormen een samenhangend geheel en geven een schema aan voor de ont wikkeling van de Gemeente, zowel in de nabije als in een verdere toekomst. Beide plannen doen wij II hierbij toekomen Ter toelichting delen wij IJ mede, dat de eerste fase van de bebouwing, derhalve plan 1, aan de noordzijde wordt begrensd door de toekomstige E-10 route. De zuidelijke grens wordt gevormd door het Van Harinxmakanaal De uitbreiding van de stad zal zich volgens dit plan voornamelijk afspelen ten oosten van de bestaande stad. Op deze wijze ontstaat een opbouw, waarbij

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1965 | | pagina 214