- 2 -
6. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding,
als bedoeld in de artikelen 1502 en 1505 van het Burgerlijk Wet
boek
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Verpachting gardeniersland.
Bijlage no. 112. Leeuwarden, 22 april 1965»
Aan de Gemeenteraad.
Op 1 januari j.l. is de tussen de Gemeente en de heer C. van Dijk,
alhier, bestaande pachtovereenkomst ten aanzien van het perceel gardeniers
land, kadastraal bekend gemeente Euizum, sectie G, no. 77 (gecL.), voorzover
gelegen aan de oostzijde van de Aldlansdyk geëindigd. Deze pachtovereen
komst gold voor het kalenderjaar 1964-
Naar onze mening ontmoet het geen bezwaar het onderhavige perceel op
nieuw te verpachten doch gelet op de stedebouwkundige ontwikkelingen in dit
gebied dient de verpachting wederom te worden beperkt tot een tijdvak van
één jaar. De Grondkamer voor Friesland heeft op ons verzoek bereids een
verpachting voor het kalenderjaar 1965 goedgekeurd, terwijl tevens toe
stemming werd verleend om in de te sluiten pachtovereenkomst het beding
op te nemen, als bedoeld in artikel 62, sub d, der Pachtwet, inhoudende,
dat de overeenkomst te allen tijde door de verpachter kan worden beëindigd
indien en voorzover de bestemming de beëindiging naar zijn oordeel nood
zakelijk maakt.
De verpachting kan naar onze mening tegen dezelfde pachtprijs (ad
167» onder dezelfde voorwaarden plaats vinden. De pachter kan
zich met een en ander verenigen.
Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging te besluiten
overeenkomstig het hierna afgedrukte ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen Burgemeester.
de Jong Secretaris.