- 8 -
gaat, doch dat dit niet het geval is; dat aan Gedeputeerde Staten kan
worden toegegeven, dat deze wet het gebeurde van te onteigenen gronden
in de tijd, die aan de onteigening vooraf gaat, in zoverre vrijlaat,
dat daarin dit gebruik niet wordt beperkt, doch dat dit vrije gebruik
door geen enkele wetsbepaling uitdrukkelijk wordt gewaarborgd; dat der
halve niet kan worden gesteld, dat een keur geen bepalingen zou mogen
bevatten, welke er op gericht zijn het gebruik van later te onteigenen
gronden te beperken."
V/ij achten bovenstaande beschouwingen van dien aard, dat wij U in
overweging moeten geven ook de onder dit hoofd bedoelde bezwaren
ongegrond te verklaren.
Alhoewel wij begrip hebben voor de ingediende bezwaren - de uitvoe
rige behandeling daarvan moge U hiervoor het bewijs leveren - achten wij
deze niet van zo ernstige en principiële aard, dat zij bij afweging tegen
doel en effect van de Voorbereidingsverordening boven deze moeten prevale
ren. Wij geven U dan ook in overweging tot vaststelling van bedoelde ver
ordening over te gaan en daartoe een besluit te nemen, als in ontwerp
hieronder is afgedrukt.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen Burgemeester.
de Jong Secretaris.
No.8087
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Overwegendedat het in het belang van een verantwoorde stede-
bouwkundige ontwikkeling van de binnenstad noodzakelijk is regelen
vast te stellen met betrekking tot de aard van do bebouwing en het
gebruik van gronden in die binnenstad;
dat het ontwerp van zodanige regelen van 19 maart 1965 af geduren
de vier weken voor een ieder ter Gemeentesecretarie ter inzage heeft
gelegen;
dat tegen dit ontwerp achttien bezwaarschriften zijn ingediend;
dat het bezwaarschrift van de heer N.Vaartjes is ingediend na
het verstrijken van de daarvoor in de 'Woningwet gestelde termijn;
dat de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Friesland voorts
niet kan worden aangemerkt als belanghebbend.e in do sin van de Woning
wet
dat evengenoemde adressanten derhalve niet in hun bezwaren kunnen
worden ontvangen;
dat de overigens ingediende bezwaren ongegrond moet worden geacht;
gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 3 juni
1965 (bijlage no.157);
gelet op artikel 43 van de Woningwet en op artikel 168 van de
Gemeentewet
BESLUIT:
I. de heer N.Vaartjes en de Kamer var Koophandel on Fabrieken
voor Friesland in hun bezwaren niet ontvankelijk te verklaren;
II. de tegen de ontworpen regelen met betrekking tot de aard van de
bebouwing en het gebruik van gronden in de binnenstad ingediende
bezwaren voor het overige ongegrond te verklaren;
III.vast te stellen de volgende
VERORDENING, regelende de aard der be
bouwing en het gebruik van gronden in
de bebouwde kom.
Artikel 1
In deze verordening wordt verstaan onder:
opslag: elke opslag van lompen, metalen, papierafgedankte
vaar- of voertuigen, materialen, afbraak of afval;
bedrijfsruimte: elke besloten ruimte of elk complex van besloten
ruimten, ingericht of gebezigd voor het - al dan
niet met winstoogmerk - beroeps- of bedrijfsmatig
vervaardigen, bewaren of leveren van goederen of
bewijzen Aran diensten;
onder bedrijfsruimte wordt medo begrepen een
kantoor, autobox of garage.
Artikel 2.
Deze verordening is van toepassing op het gebied dat met een ge
stipte omlijning op de bij de verordening behorende kaart is aangege\ren