nomen, dat voor de scholen, waarvoor thans medewerking wordt gevraagd,
voldoende leerlingen aanwezig zullen zijn. Wellicht ten overvloede merken
wij nog op, dat het vorenstaande niet inhoudt, dat wij van oordeel zouden
zijn, dat nu in alle gevallen van het overleggen van een ouderverklaring
zou kunnen worden afgezien. In een andere situatie zal een zodanige ver
klaring wel degelijk moeten worden geëist.
De verzoeken van de schoolbesturen voldoen ook overigens aan de
wettelijke eisen, zodat naar onze mening de gevraagde medewerking dient
te worden verleend.
Wij geven IJ in overweging te beslissen overeenkomstig het voren
staande en daartoe de in ontwerp bijgevoegde besluiten te nemen.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen Burgemeester.
de Jong Secretaris.
No. 157a.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
1.
4.
Gelezen de navolgende stukken:
het op 5 januari 19^5 ingekomen schrijven van het bestuur der vereniging
voor Christelijk Schoolonderwijsalhier;
het op 6 januari 19^5 ingekomen schrijven van het bestuur der Vereniging
voor Christelijk Schoolonderwijs, alhier;
het op 11 januari 19^5 ingekomen schrijven van het bestuur der Nederlands
Hervormde Schoolvereniging, alhier;
het op 8 januari 19^5 ingekomen schrijven van het bestuur der Rooms
Katholieke Schoolvereniging, alhier;
allen houdende mededeling, dat men voornemens is een zesklassige
school voor gewoon lager onderwijs te stichten op een nader aan te wijzen
terrein in het uitbreidingsplan 't Ielan alsmede het verzoek de gewenste
voorziening tot stand te brengen;
overwegendedat ingevolge artikel 73 der Lager-onderwijswet 1920
bij een aanvrage om schoolstichting een verklaring moet worden overgelegd,
waaruit blijkt, dat de te stichten school bij de opening door tenminste
100 leerlingen zal worden bezocht;
dat bij de ingediende verzoeken om medewerking niet zijn overgelegd
de gebruikelijke, van de handtekeningen van ouders voorziene lijsten met
de namen van kinderen, die de op te richten scholen zullen bezoeken;
dat blijkens de bestaande jurisprudentie een zodanige verklaring niet
in alle gevallen een van de handtekeningen der ouders voorzien stuk behoeft
te zijn en dat in bepaalde gevallen ook met een verklaring van het school
bestuur genoegen kan worden genomen;
dat er in de onderhavige situatie alle aanleiding is om van de school
besturen geen z.g.n. ouderverklaring te vragen;
dat immers op grond van de thans bekende gegevens omtrent het Ielan
en. .op grond van de thans bestaande verhouding tussen de aantallen leerlin
gen van de scholen van de verschillende richtingen zonder meer mag worden
aangenomen, dat voor de scholen, waarvoor medewerking wordt gevraagd, vol
doende leerlingen aanwezig zullen zijn;
dat de aanvragen ook overigens voldoen aan de in artikel "3 der wet
omschreven vereisten;
gelet op het advies van Burgemeester en Wethouders d.d. januari 19^5
(bijlage no. 3);
BESLUIT:
de door de hiervoren genoemde schoolbesturen gevraagde medewerking te ver
lenen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.