Instelling E E.G.-veemarkt
Bijlage no. 262. Leeuwarden, 11 augustus 1965-
Op 30 juni 1965 is in werking getreden de Wet van 2 juni 19^5» Stbl
212, tot wijziging van de Veewet in verband met de harmonisatie der wet
gevingen in het kader van de Europese Economische Gemeenschap. Deze wets
wijziging kwam tot stand naar aanleiding van de Richtlijn van de Raad van
de Europese Economische Gemeenschap inzake veterinairrechtelijke vraagstuk
ken op het gebied van het intra-communantaire handelsverkeer in runderen
en varkens van 26 juni 1964Publblad E.E.G. d.d. 29 juli 1964 no. 121.
Artikel 35 zevende lid, van deze Richtlijn bepaalt: "Tot het intracommunan-
taire handelsverkeer worden eveneens toegelatenfek- gebruiks- en slachtdie
ren die op een voor de verzending naar een andere Lid-Staat officieel erken
de markt zijn aangekocht." De Veewet geeft thans in artikel 67 aan de Minis
ter van Landbouw en Visserij o.a. de bevoegdheid met het oog op de uitvoer
van vee eisen te stellen met betrekking tot de markten, waar de voor uit
voer bestemde dieren zijn aangekocht. Deze eisen zijn gesteld in artikel 4
van de "Beschikking uitvoer vee 1965" (Ned. Stscrt. van 25 juni 1965nr.
119) waar voorts is bepaald, dat de markt, die aan deze eisen voldoet, in
aanmerking komt voor een erkenning in de zin van artikel 3, zevende lid, van
bovengenoemde richtlijn. Uit één en ander volgt, dat voor een veemarkt - wel
ke men een rol wil laten spelen in het handelsverkeer binnen het gebied van
de E.E G. - een officiële erkenning moet worden verkregen. Verwacht mag
worden dat in bedoeld handelsverkeer een veemarkt een grotere bekendheid
in binnen- en buitenland en, mede als gevolg daarvan, een omvangrijker toe
voer van te verhandelen vee zal opleveren. Voorzover wij weten heeft nog
geen enkele Nederlandse veemarkt een officiële erkenning als hier bedoeld
verkregen. Indien de veemarkt in onze stad als "E.E.G.-veemarkt" zou worden
erkend, laat het zich aanzien, dat Leeuwarden de primeur op dit gebied zou
hebben, hetgeen ons uit een oogpunt van publiciteit van belang lijkt. Het
in het werk stellen van een poging tot verkrijging van bedoelde erkenning
is des te aantrekkelijker, omdat zeer eenvoudig de voorzieningen, nodig om
te voldoen aan de door de Richtlijn en de genoemde Beschikking terzake ge
stelde eisen, kunnen worden getroffen. De belangrijkste te nemen maat
regelen zijn de instelling van een aparte veemarkt in voor uitvoer bestemd
vee en de vaststelling van een Verordening voor die veemarkt.
Uit herhaalde besprekingen is ons gebleken, dat de veehandelaren zeer
geïnteresseerd zijn in de instelling van een "E.E.G.-veemarkt"Voor deze
groep, die thans fungeert als leverancier voor de exporteurs, opent die
instelling de mogelijkheid rechtstreeks met de buitenlandse kooplieden han
del te drijven. De afzetmogelijkheden van deze groep worden derhalve groter.
De exporteurs, die thans de gehele vee-export in handen hebben staan, zoals
ook wel te begrijpen is, wat meer gereserveerd tegenover het in het leven
roepen van de nieuwe markt. Zij hebben zich echter gerealiseerd, dat zij
de kans hebben een belangrijke taak te krijgen bij de bemiddeling ter
markt en dat zij daar ook zelf gemakkelijker aankopen zullen kunnen doen.
Bovendien bestaat de mogelijkheid, dat de export zal toenemen juist ten
gevolge van de aanwezigheid van een export-markt. Ook de exporteurs hebben
derhalve hun medewerking toegezegd.
De belangstelling van betrokkenen gaat vooral uit naar een markt voor
fok- en gebruiksrunderenDe behoefte aan een markt voor de handel in fok-
en gebruiksvarkensdie op dezelfde dag gehouden kan worden is minder duide
lijk gebleken, doch een dergelijke markt kan - in afwachting van de komende
ontwikkelingen - zonder bezwaar tegelijk worden ingesteld. Een markt voor
slachtrunderen en -varkens zou ingevolge de Richtlijn op een andere dag
moeten worden gehouden dan die voor fok- en gebruiksdieren. De behoefte
aan een dergelijke markt lijkt ons hier voorshands niet groot. Derhalve
zouden wij de instelling daarvan voorlopig achterwege willen laten.