No. 18140.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN:
Gelezen een op 14 september 1965 ingekomen verzoek van het be
stuur der Nederlands Hervormde Schoolvereniging, alhier, om gelden uit
de gemeentekas te mogen ontvangen voor de aanschaffing en montering
van een gasbrander met apparatuur voor de centrale verwarming in de
school voor gewoon lager onderwijs aan de Beukenstraat, de Oranje
Nassauschool
overwegendedat de aanvrage voldoet aan de in artikel 73 her
Lager-onderwijswet 1920 gestelde eisen;
dat door inwilliging van de aanvrage de normale eisen aan het
geven van lager onderwijs te stellen, niet zullen worden overschreden;
gelet op het advies van Burgemeester en Wethouders d.d. 28 okto
ber 1965 (bijlage no. 338);
BESLUIT s
de gevraagde medewerking te verlenen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
9
Secretaris
Nodigverklaring stichting Chr. school voor individueel technisch onderwijs.
Bijlage no. 339» Leeuwarden, 28 oktober 1965
Aan de Gemeenteraad.
Het bestuur van de Stichting tot bevordering van het Chr. Nijverheids
onderwijs voor jongens voor Leeuwarden en omstreken, gevestigd te Leeuwar
den, heeft zich bij brief van 31 mei j.l. tot Uw Raad gewend met het ver
zoek een besluit te nemen, waarbij de oprichting en instandhouding van een
school voor individueel technisch onderwijs op protestants Christelijke
basis nodig wordt geoordeeld.
Het verzoek is gedaan ingevolge artikel 252e lid, der Nijverheids
onderwijswet, waarin is bepaald, dat slechts subsidie uit s Rijks kas kan
worden genoten, indien de Raad der Gemeente, waar de school is gevestigd
- voor zoveel mogelijk de daarbij betrokken organisaties van patroons en
werklieden gehoord - de oprichting en instandhouding nodig heeft geoordeelc
en de Kroon deze daarna, gelet op de behoefte aan de school en de daaraan
verbonden verhoging van de rijksuitgaven, heeft goedgekeurd.
Van de plaatselijke afdelingen van de werkgevers- en werknemersorga
nisaties, met uitzondering van het N.V.V.zijn adhesiebetuigingen ontvange
welke bij de stukken voor U ter inzage zijn gelegd. De Bestuurdersbond
Leeuwarden van het N.V.V. heeft evenwel verklaard, hoewel als vakbeweging
voorstander van alle verbeteringen van het onderwijs en in het bijzonder
van het technisch onderwijs, op dit moment een tweede school voor indivi
dueel technisch onderwijs (i.t.o.) niet nodig te achten. Nu namelijk reeds
een aantal jaren pogingen in het werk worden gesteld een algemene school
voor i.t.o. te stichten, aan welke school reeds rijkssubsidie is toegezegd
wenst de Bestuurdersbond af te wachten, of de stichting van deze algemene
school spoedig zal worden gerealiseerd; eerst dan zal kunnen worden beoor
deeld, of de omstandigheden het wettigen een tweede school voor i.t.o. op
te richten.
Het verzoek wordt ondersteund door een negental organisaties en in
stellingen, die allen instemming hebben betuigd met de plannen van
adressant.
Het i.t.o. stelt zich ten doel zwakbegaafde en partieel gestoorde
jongens een aangepaste technische opleiding te geven. In de praktijk is
namelijk gebleken, dat een vrij grote groep jongens niet voldoet aan de
eisen, die het lager nijverheidsonderwijs (l.n.o.) stelt, terwijl zij
toch voldoende begaafdheden bezitten om een speciaal op hen afgestemde
technische opleiding te kunnen volgen.
Een school voor i.t.o. geeft een driejarige opleiding, waarvan het
eerste jaar een algemeen leerjaar is, waarin de nadruk valt op de obser
vatie van de leerling, ten einde na te gaan voor welke praktische arbeid
hij de meeste aanleg bezit. Het tweede en derde jaar zijn de eigenlijke
vakleerjaren.
Voor toelating tot het i.t.o. komen in aanmerking;
a. leerlingen, die het 6e leerjaar van het g.l.o. hebben doorlopen - en
dus'voldoen aan de toelatingseisen voor het l.n.o. - maar van wie op
grond van hun vorderingen moet worden aangenomen, dat zij het programma
van het l.n.o. niet zullen kunnen volgen;
b. leerlingen, die het 5e leerjaar van het g.l.o. hebben doorlopen en 7
jaar lager onderwijs hebben gevolgd, de zwakbegaafden dus van het
g.l.o.; deze groep voldoet niet aan de toelatingseisen en kan derhalve
thans niet zonder meer tot een l.t.s. worden toegelaten;
c. de goede leerlingen van het b.l.o. (scholen voor debielen en de l.o.m.-
scholen)die een zodanig ontwikkelingspeil hebben bereikt, dat zij
voor het volgen van een eenvoudige technische opleiding geschikt mogen
worden geacht.