Artikel 18.
Vermindering van de canon
1. De erfpachter kan geen vermindering, kwijtschelding 'of teruggaaf van
de canon vorderen om welke reden of uit welke oorzaak dan ook, zelfs
niet indien hij gedurende vijf achtereenvolgende jaren van het ge
hele genot van de grond beroofd is geweest.
2. In het bijzonder heeft hij niet het recht de korting, bedoeld in
artikel 48 van de Wet van 26 mei 1870 (Staatsblad 82) betreffende
de grondbelasting, toe te passen.
Artikel 19
Splitsing.
1Splitsing van het erfpachtsrecht is slechts geoorloofd met schrif
telijke toestemming van Burgemeester en Wethouders en met inacht
neming van de eventueel bij die toestemming gestelde eisen.
2. Splitsing van het erfpachtsrecht geschiedt bij akte, te verlijden
ten overstaan van een notaris. De Gemeente is bij deze akte partij.
Artikel 20,
Overdracht en overgang van het erfpachtsrecht
1Overdracht van het erfpachtsrecht mag, behoudens toestemming van
.Burgemeester en Wethouders, niet plaats hebben voordat aan artikel
12 is voldaan.
2. Overdracht van een deel van.het erfpachtsrecht is tegenover de
Gemeente niet van kracht zolang ten aanzien van de in die overdracht
begrepen dan wel aan dieoverdracht voorafgegane- splitsing artikel
19 niet is toegepast.
3. Overdracht van het erfpachtsrecht geschiedt bij akte, te verlijden
ten overstaan van een notaris.
4. Bij overdracht of overgang van het erfpachtsrecht is de rechtsop
volger of zijn de rechtsopvolgers verplicht binnen drie' maanden na
de datum, waarop de overdracht of overgang heeft plaatsgevondenen
vóór het verschijnen van de eerstvolgende canon, aan het College
van Burgemeester en Wethouders een schriftelijke verklaring, opge
maakt volgens het door dat College vastgesteld formulier, te
zenden, vermeldende op wie de rechten en verplichtingen, uit het
erfpachtsrecht voortvloeiende, zijn overgegaan.
5. In geval van overdracht of overgang van het erfpachtsrecht onder-
bijzondere titel is de rechtsopvolger of zijn de rechtsopvolgers,
naast de gewezen erfpachter, verplicht te voldoen al hetgeen door
die erfpachter wegens canon--of--an-de-rs-z-ins-met -betrekking tot het
erfpachtsrecht nog aan de Gemeente verschuldigd is.
6. Indien het erfpachtsrecht wordt overgedragen als gevolg van verkoop
wegens gerechtelijke tenuitvoerlegging of krachtens het beding, ver
meld in artikel 1223 van het Burgerlijk Wetboek, wordt ten aanzien
van de nieuwe erfpachter de verplichting tot betaling, bedoeld in
het vijfde lid, beperkt tot het bedrag, dat wegens canon nog aan de
Gemeente verschuldigd is.
Art ikel 21
Tenietgaan van het erfpachtsrecht.
Onverminderd hetgeen is bepaald in artikel 7835 juncto artikel 765?
onder 1° tot en met 3°s van het Burgerlijk Wetboek gaat her erfpachts
recht te niet doors
a. verloop van de termijn, waarvoor de grond in erfpacht is uitgegeven,
overeenkomstig artikel 22;
b. beëindiging om redenen van algemeen belang of wegens onbewoonbaar
verklaring, overeenkomstig artikel 24s
c. vervallenverklaring, overeenkomstig artikel 26.
Artikel 22.
Einde van het erfpachtsrecht door het verloop van de termijn.
1. Indien het erfpachtsrecht eindigt door het verloop van de termijn,
waarvoor de grond in erfpacht is uitgegeven, bepaalt een door de
Kantonrechter te Leeuwarden op verzoek van de meest gerede partij
te benoemen commissie van drie deskundigen het bedrag dat de
Gemeente aan de erfpachter verschuldigd is als vergoeding van de
waarde van de opstallen.
2. De commissie- brengt aan Burgemeester en Wethouders en aan de erf
pachter rapport uit binnen twee maanden na haar benoeming.
3. Indien
a. het rapport van de commissie niet binnen de in het tweede lid
genoemde termijn aan Burgemeester en Wethouders en aan de erf
pachter is uitgebracht of
b. de commissie niet tot een eenstemmig besluit is gekomen,
wordt geacht een geschil tussen de Gemeente en de erfpachter te
bestaan, ten aanzien van welk geschil artikel 43 van de V/et op
de Rechterlijke Organisatie en het Beleid der Justitie zal
worden toegepast. Alsdan wordt de vergoeding op verzoek van de
meest gerede partij door de Kantonrechter te Leeuwarden vastge
steld.
4» De kosten, voortvloeiende uit de taxatie-werkzaamheden van de com
missie en/of de Kantonrechter, komen ten laste van de erfpachter.
5. Bij het bepalen van de in het eerste lid bedoelde vergoeding wordt
niet gelet op gebouwen, werken of veranderingen, gemaakt of aange
bracht in het laatste jaar, aan het einde van het erfpachtsrecht
voorafgaande
6. De door de commissie of door de Kantonrechter bepaalde vergoeding
wordt aan de erfpachter uitgekeerd na aftrek van hetgeen deze ter
zake van het erfpachtsrecht nog aan de Gemeente verschuldigd is.
Tenzij Burgemeester en Wethouders aan de erfpachter schriftelijk
anders berichten, heeft generlei uitkering aan de erfpachter plaats
zolang niet de grond met de opstallen ontruimd en ter beschikking
van de Gemeente gesteld is, behoudens door derden rechtmatig ver
kregen gebruiksrechten.
7. Indien na het eindigen van het erfpachtsrecht overeenkomstig dit
artikel de grond en de daarop gestichte opstallen niet goedschiks
worden ontruimd, is de Gemeente onherroepelijk gemachtigd de ont
ruiming op kosten van de erfpachter te doen bewerkstelligen door
middel van de grosse der akte van uitgifte in erfpacht. Deze bepa
ling moet in die akte uitdrukkelijk worden opgenomen.
8. Onder "erfpachter" wordt in dit artikel verstaan; degene, wiens
erfpachtsrecht overeenkomstig dit artikel eindigt of is geëindigd.
Artikel 23»
Heruitgifte in erfpacht.
1. Indien Burgemeester en Wethouders schriftelijk aan de erfpachter
hebben meegedeeld, dat zij overwegen, heruitgifte van het desbetref
fende perceel grond te bevorderen, is de erfpachter gedurende vier
maanden vóór het eindigen van het erfpachtsrecht overeenkomstig
artikel 22 gehouden de grond en de daarop gestichte opstallen - de
opstallen ook inwendig - aan gegadigden voor het erfpachtsrecht op
dat perceel ter bezichtiging toegankelijk te stellen op de door