- 2 -
De artikelen 20 en 21 van de Bezoldigingsverordening
naai" de genoemde bepalingen van het Bezoldigingsbesluit.
Wij zijn van oordeel dat het aanbeveling verdient de
regelingen van het Rijk eveneens toe te passen, zodat een
de artikelen 20 en 21 van de Bezoldigingsvoroi-dening i960
achterwege kan blijven.
Aangezien het eerste, tweede en derde lid van artikel 28 inmiddels
zijn uitgewerkt, hebben wij een nieuw artikel 28 ontworpen. In het eerste
lid van deze nieuwe ontwcrp-=overgangsbcpaling wordt verwezen naar de zoge
naamde rijkssalarisroekszulks teneinde te voorkomen, dat bij elke
salariswijziging tevens een wijziging van deze overgangsbepaling noodzake
lijk is.
Hot nieuw ontworpen eerste lid regelt de materie, welke tot nu toe
in het vierde lid geregeld was. Omtrent het bepaalde in het ontworpen
tweede lid komen wij hieronder nader terug.
Wij doen II hierbij tevens toekomen de bijlagen A, B, C en S per 1
januari 1966. Uiteraard zijn in deze bijlagen de nieuwe salarisbedragen
opgenomen. Aangezien er bij enkele diensten behoefte bleek te bestaan aan
invoering van do rang van hoofdtekenaar stellen wij Uw Raad voor dit ambt
op te nemen in schaal 15 van bijlage A.
Invoering van deze rang zonder meer zou echter oen zoor oneven
wichtige salarisopbouw in de tekenaarsrangen tengevolge hebben. Wij zijn
dan ook van oordeel dat bij invoering van genoemde uitloopmogelijkheid,
de tekenaar A-rang, opgenomen in schaal 14, dient te orden ondergebracht
in schaal 13. Bij overgangsmaatregel kan hot thans bestaande maximum
worden gegarandeerd voor die ambtenaren, die op het tijdstip van inwerking
treding van bedoelde wijziging, de rang van tekenaar A bekleden en die
niet in aanmerking komen voor een bevordering (art. 28, tweede lid, ont-
werp
Tenslotte berichten vrij U dat naar onze mening de verouderde functie
benaming "doodgraver", opgenomen in schaal 4 van bijlage A moot worden ge
wijzigd in "grafdelver".
In verband met het gestolde onder c, laatste zin, delen wij U mede,
dat de overige voorstellen tot wijziging van deze verordening, welke
noodzakelijk zijn als gevolg van de totstandkoming van de Algemene burger
lijke pensioenwet, zo spoedig mogelijk aan U tor vaststelling zuilen
worden voorgelegd.
De Commissie voor Georganiseerd Overleg kan zich, blijkens haar bij
do stukken overgelegde advies, verenigen met de ontworpen wijzigingen van
de Bezoldigingsverordening i960. Mitsdien stellen wij U voor te besluiten
tot vaststelling van het hierna afgedrukte ontwerp-besluit
1960 verwijzen
nieuwe kortings
wijziging van
naar onze mening
Burgemeester 011 Wethouders van Leeuwarden,
J. Tiokstra !•- Burgemeester.
de Jong
Secretaris.
No. 3589-
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 7 maart
1966 (bijlage no. 87);
gezien het schrijven van de Commissie voor Georganiseerd Overleg
van 3 maart 1966;
BESLUIT
vast te stellen de volgende
Verordening tot wijziging van de Bezoldigings
verordening 1960.
Artikel I
a. In artikel 3* sub a, wordt voor "tenminste 1",-- per maand en een
hoogste 26,pex- maand" gelezen: "tenminste 25,per maand
en ten hoogste 30,per maand";
b. In artikel 16, eerste lid, wordt voor 52,--, respectievelijk 522,
gelezen 56, respectievelijk 597,-~-:
.artikel 17, eerste en tweede lid, wordt gelezen als volgt:
1Aan de ambtenaar, die de 24-jarige leeftijd heeft bereikt en werk
zaam is in een ambt met een volledige dagtaak, wordt, indien en voor
zolang zijn salaris, vermeerderd met persoonlijke-, ambts- en huwe
lijkstoelagen, minder dan 521,80 per maand bedraagt, een toelage
toegekend, gelijk aan het verschil tussen laatstgenoemd bedrag en
het salaris per maand, vermeerderd met genoemde toelagen.
2. Aan de ambtenaar, als bedoeld in het eerste lid, werkzaam in een ambt
met een niet-volledige dagtaak, wordt de toelage, als in genoemd
lid bedoeld, naar evenredigheid toegekend-
d. Artikel 28 wordt gelezen als volgt:
1. Aan de ambtenaar, die op 1 januari 1964 ^et ambt van schoolarts be
kleedt, wordt een maximum salaris gegarandeerd dat overeenkomt met
het salarisbedrag zoals dat is vermeld achter nummer 71 van de laatste
van Rijkswege verstrekte inpassingstabel voor de salarisbedragen uit
de bijlage A I van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtena
ren 1948.
2. De ambtenaar, die op 1 januari 1966 het ambt van tekenaar A bekleedt,
wordt bezoldigd overeenkomstig schaal 14 van bijlage A van deze ver
ordening.
_e. de bijlagen A, B, C en E worden vervangen door de bij dit besluit be
horende bijlagen A, B, C en E.
Artikel II.
Het bepaalde in artikel I werkt terug tot 1 januari 1966.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.