ARTIKEL 9
- 8 -
ARTIKEL 6.
Garagebox,
De maximum goothoogte bedraagt 2.50 m.
ARTIKEL Io
Auhxer'bouw.
Een achterbouw mag niet boven het peil van de eerste verdieping-vloer van
het voorliggende gebouw uitsteken.
HOOFDSTUK III. Gebruiksvoorschriften.
ARTIKEL'8.
Algemeen.
1. Het is verboden in het plan gelegen bouwwerken en gronden te gebruiker.,
in gebruik te geven of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel,]
in strijd met de uit het plan voortvloeiende bestemming van die ge
bouwen en gronden.
2. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik,
dat van bouwwerken en gronden wordt gemaakt op het tijdstip van het
van kracht '/orden van het plan, voor zolang en voorzover in dat gebruia
geen verandering wordt gebracht.
Tuinen en open erven.
1De tot tuin en open erf bestemde gronden en de gronden gelegen binnen
de op de plankaart aangegeven bebouwingsstroken c.q. grenslijnen der
bebouwing die niet zijn bebouwd, moeten als tuin worden aangelegd, moe-I
ten zich in een voldoende staat van onderhoud bevinden, en mogen niet
worden gebruikt voor opslag van materialen, vaar- of voertuigen,
voortbrengselen, gereedschappen- of afvalproducten.
2. Het bepaalde in het eerste lid van dit artikel geldt niet voor terrei
nen behorende bij bedrijf-sgebouwen, Indien de opgeslagen goederen door
middel van gebouwen of afscheidingen niet zichtbaar zijn vanaf de weg.
ARTIKEL 10.
Aanlegyergunning
1Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergun
ning va,n Burgemeester en .Wethouders (aanlegvergunning) binnen het in
het plan begrepen gebied over te gaan tot het uitvoeren van de volgen
de werkzaamheden;
a. het afgraven tot een diepte van meer dan 1 m„ .boven F.Z.P.
b. het ophogen tot'.een blijvende hoogte van meer dan 2 m» boven F.Z.i-.
c. het graven van sloten,
d. het geheel dan wel gedeeltelijk dempen, waaronder te verstaan het
leggen van dammen, van sloten;
1 indien daarvoor ander- materiaal wordt gebezigd dan goede grond.
2. indien de sloten in het plan zijn bestemd tot water.
- 9 -
e. het aanbrengen van verhardingen of bestratingen van blijvende
aard.
f. het inri'bhten van opslagplaatsen van vaar,- of voertuigen, materia
len, voortbrengselen, gereedschappen of afvalproducten, voorzover
dit inrichten geen betrekking heeft op de normale -bedrijfsuitoefe
ning van de ten tijde van de tervisielegging van het plan go-
vestigde bedrijven,
2. Het in het eerste lid vervatte verbod is niet van toepassing op werk
zaamheden,- v/elke, in overeenstemming zijnde met het plan, verricht war
den door het rijk, do provincie, de gemeente of een waterschap, ter
uitvoering van zijn (haar) publiekrechtelijke taak,
HOOFDSTUK IV, Bijzondere en uitzonderingsbepalingen.
ARTIKEL 11.
Winkels
Indien een bebouwingsstrook is voorzien van een zaagtandlijn is het
toegestaan de begane grond van de daarin geprojecteerde huizen in te
richten tot winkel of toonzaal.
ARTIKEL 12.
Vrijstellingen en afwijkingen.
Burgemeester en Wethouders kunnen
a. al dan niet onder door hen te stellen nadere eisen ten aanzien van
plaats en afmetingen, toestaan, dat niet voor bewoning bestemde
gebouwen van geringe omvang ten dienste van het algemeen nut, zoals
transformatorhuisjes, wachthuisjes voor verkeersdiensten, telefoon
cellen en dergelijke worden gebouwd in afwijking van de in het plan
aan de grond gegeven bestemming;
b. enig onderdeel van de grens of do richting van een straat of de vorm of
indeling van een straat of een plein nader vaststellen en de vorm van
de huizenblokken dienovereenkomstig wijzigen, wanneer bij de defini
tieve uitmeting blijkt, dat deze afwijkingen noodzakelijk zijn voor
een goede aanpassing van net plan aan de werkelijke toestand of voor
het verkrijgen van een betere stedebouwkundige vorm;
c. afwijkingen toestaan van de indeling van de wegen, zoals deze op de
kaart is aangegeven, indien de verkeersontwikkeling dit wenselijk
maakt
d. afwijkingen toestaan van de in het plan vast gelegde bestemmingen
met handhaving van de eventueel op de plankaart aangegeven grenslijnen
der bebouwing ten behoeve van een te bouwen dienstwoning en/of hulp
gebouwtje, die of dat uit hoofde van de bestemming van het betreffende
terrein of gebouw niet kan worden gemist, onder door hen te stellen
nadere voorwaarden ten aanzien van de plaats, vorm en afmetingen van
de woning en/of het hulpgebouwtje;
e. al dan niet onder door hen te stellen nadere eisen ten aanzien van de
afmetingen, toestaan dat in een bungalow, als onderdeel van het ge
bouw, een garagebox wordt gebouwd, waarbij de aangegeven minimum op
pervlakte wordt verminderd met de oppervlakte van do garagebox.
ARTIKEL 15.
Nadere eisen.
Burgemeester en V/ethouders zijn bevoegd;