Ho. 17699. DE HAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 21 november 1966 (bijlage no 376); BESLUIT I. aan te kopen van II. J. Meijer en zijn echtgenote K. Brouwer, beiden wo nende alhier, Groningerstraatweg 341het perceel met opstal, plaatse lijk bekend Groningerstraatweg 341kadastraal bekend gemeente Leeu warden, sectie II, no. 177? groot 1 30 m2voor een koopsom van 26.250,- en voorts onder de volgende bedingen 1de grond wordt overgedragen met alles wat daarop of daarin aanwezig is en met alle daarop rustende erfdienstbaarheden en lasten en daar aan verbonden rechten, doch vrij van huur en hypotheek, 2. de levering geschiedt op de dag van het verlijden van de akte van overdracht 3. van de levering af komen alle zakelijke lasten en belastingen, wel ke van het over te dragen perceel met opstal geheven worden, voor rekening van de gemeente Leeuwarden; 4. de verkopers zijn tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot die wegens uitwinning; 5. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding als bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het burgerlijke wet boek 6. de kosten van overdracht komen voor rekening van de gemeente Leeu warden II. het onder I bedoelde perceel onder te brengen in het Woningbedrijf. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. rs* w* Bijlage no. 377. Leeuwarden, 8 december 1966, Aan de Gemeenteraad. Bijgaand doen wij U ter vaststelling toekomen een ontwerp-besluit tot wijziging van de Bezoldigingsverordening 1960. Dit ontwerp betreft; a. wijzigingen van redactionele aard; b. aanvulling van schaal 26 en 27 van bijlage A met respectievelijk het ambt arts en bedrijfsarts. c. wijziging van de regeling tot toekenning van een onregelmatigheidstoelage Ad a. Het begrip "wedde", omschreven in artikel 1, 4e? kun vervallen nu het begrip "pensioensgrondslag" in de per 1 januari 1966 in werking getreden Algemene burgerlijke pensioenwet niet meer wordt gehanteerd. Eveneens in ver band met het verdwijnen van laatstbedoeld begrip kan de omschrijving, bedoeld in artikel 1, 8e, (vaste toelage) vervallen. Nu sinds enige jaren een bepaling betreffende diensttijdtoelage in de Be zoldigingsverordening is opgenomen, verdient het naar onze mening aanbeveling in artikel 1, onder 10e, een verwijzing naar de desbetreffende artikelen op te nemen. De nieuw ontworpen redactie van artikel 9? eerste lid sub C ond.er b, sluit aan bij die, welke sinds 1 januari 1966 is opgenomen in artikel 98, eerste lid, sub b, van het Algemeen Ambtenarenreglement. In verband met het vervallen van het begrip "wedde"dient het woord "wedde(n)"in de artikelen 16, vierde lid en 18d, tweede lid, laatste volzin, te worden vervangen door "bezoldiging(en)" Sinds 1 januari i960 valt ook de toelage voor onregelmatige dienst onder het begrip ambtelijk inkomen, als bedoeld in de Algemene burgerlijke pensioen wet. In verband hiermede heeft het geen zin meer deze toelage gedurende een jaar als een tijdelijke toelage aan te merken. Het zesde lid van artikel 18b kan derhalve vervallen. Ad b. Het is in het kader van de gemeentelijke Sociale Werkvoorziening noodzake lijk dat wordt overgegaan tot aanstelling van een bedrijfsarts. Voorts achten v/ij het gewenst in bijlage A nog het ambt van "arts" op te nemen. De salarië ring van genoemde functionarissen dient naar onze mening plaats te vinden over-: eenkomstig de bedragen respectievelijk vermeld in de schalen 27 en 26 van bij lage A. --d cHet ontx/erp van artikel 18a, ter vervanging van de thans geldende artike len 18a en 18b, vindt zijn basis in de nieuwe regeling welke voor het rijksper soneel is ingegaan en is materieel vrijwel geheel op die regeling afgestemd. De nieuwe regeling volgens het ontworpen artikel 18a toont ten opzichte van de thans bestaande regeling de volgende kenmerkende verschillen: a. Het onderscheid tussen ploegen- en onregelmatigheidstoelage is opgeheven; b. De huidige regeling kende de toelage in het algemeen toe aan ambtenaren tot en met de rang van hoofdschrijver; de nieuwe regeling geeft aanspraken aan ambtenaren tot en mot de rang van hoofdcommies A; c. Volgens de huidige regeling moesten de ambtenaren, om een toelage te kunnen genieten, uitdrukkelijk worden aangewezen en kwamen voor aanwijzing niet in fi aanmerking degenen, voor wie bij de vaststelling van de bezoldiging of bij de regeling van de overige rechtstoestand reeds rekening was gehouden met het inconvenient van ploegen- of onregelmatige dienst; de nieuwe regeling wijst concreet aan wie voor de toelage in aanmerking komen en verleent ons slechts de bevoegdheid in bepaalde omstandigheden de toelage niet of tot een lager bedrag toe te kennen. i WT.ETT

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1966 | | pagina 420