So. 9979.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen een op 13 mei 1966 ingekomen aanvrage van hot "bestuur
der Nederlands Hervormde Schoolvereniging alhier, om gelden uit de
gemeentekas te mogen ontvangen voor de aanschaffing van leermiddelen
ten behoeve van de Hervormde u.1o-school
overwegende, dat de aanvrage voldoet aan de in artikel 73 der
Lager-onderwijswet 1920 gestelde eisen;
dat door inwilliging van de aanvrage de normale eisen, aan het
geven van lager onderwijs te stellen niet zullen worden overschreden;
gelet op het advies van Burgemeester en Wethouders d.d. 8 juli
1966 (bijlage no. 216);
BESLUIT:
de gevraagde medewerking te verlenen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Wijaiging rechtspositieregelinger:
Bijlage no. 217. Leeuwarden, 8 juli 1966
Aan de Gemeenteraad.
Het Centraal Orgaan inzake gemeenschappelijke behandeling van gemeen
telijke personeelsaangelegenheden heeft bij schrijven van 3 juni 1966 aan
de aangesloten gemeenten wijzigingen aanbevolen van een aantal bepalingen
van het Algemeen Ambtenarenreglement, de Arbeidsovereenkomstenverordening,
de Wachtgeldverordening en de Uitkeringsverordening.
Deze aanbeveling houdt in hoofdzaak verband met de inwerkingtreding
per 1 januari 1966 van de Algemene burgerlijke pensioenwet, terwijl voorts
evenals zulks onlangs voor hoofdstuk VI (aanspraken in geval van ziekte) is
geschied, van de gelegenheid gebruik is gemaakt om de opzet en redactie van
het thans aan de orde zijnde hoofdstuk X (Schorsing en ontslag) van het Al
gemeen Ambtenarenreglement te herzien.
Plaatselijk overleg over de aanbevolen wijzigingen behoeft niet te
worden gevoerd.
Algemeen Ambtenarenregleigent
De Algemene burgerlijke pensieonwet kent niet het vervroegd ouderdoms
pensioen uit zgn. slijtende betrekkingen (politie- en brandweerambtenaren,
verplegende personeel e.d.). Aangezien een aantal betrekkingen nu eenmaal
eisen met zich brengt, welke datgene overtreffen, waartoe vervuilers dezer
betrekkingen boven een bepaaLde gevorderde leeftijd in de regel in staat zijn
blijft de behoefte bestaan tot ontslagverlening te kunnen overgaanwanneer
een bepaalde leeftijd is bereikt (het zgn. functioneel leeftijdsontslag).
Het functioneel leeftijdsontslag moet gepaard gaan met een voorziening op
de wet van wachtgeld. Het nieuw ontworpen artikel 103 opent de mogelijkheid
tot ontslagverlening aan eerderbedoelde ambtenaren, doch'slechts indien
door de Gemeenteraad bij afzonderlijke verordening, waarin bedoelde betrek
kingen zijn vermeld, leeftijdsgrenzen zijn bepaald en in diezelfde verorde
ning oen regeling is getroffen betreffende toekenning van een uitkering.
Aangezien het niet mogelijk is een voor alle aangesloten gemeenten toepas
selijke aanbeveling of richtlijn te verstrekken, stelt het Centraal Orgaan
zich voor aan deze Gemeenten nader een oriënterende lijst toe te zenden, zo
dat plaatselijk kan worden bepaald voor welke betrekkingen het functioneel
leeftijdsontslag zal gaan gelden, zonder dat nochzhans onderling te zeer
verschillende gedragslijnen worden gevolgd.
De voorgestelde wijzigingen van hoofstuk X van het Algemeen Ambtenaren
reglement zijn alle van een toelichting voorzien. Voor het overige dienen
nog enige bij circulaire van het Centraal Orgaan van 24 februari j.I. voor
ges tonde wijzigingen van hot .Algemeen Ambtenarenreglement, welke wijzigingen
in do vergadering van Uw Raad van 29 juni j.I. zijn vastgesteld, re-dactio-
netil te worden gewijzigd;
Ar be :.do ever eenkoms tenveror dsnirizhet betreft hier een redactionele wijzi
ging' van artikel 23;
.■faoh egoIdvorordening: In verband met de herziening van hoofdstuk X van het
Algemeen Ambtenarenreglement, is de verwijzing in artikel 1, eerste lid, van
'-1'- :chtgoldverordening naar artikel 105» eerste lid, van het Algen ie 1
J-1J Zonare ïregie: ent, iiet juist meer. In plaats van artikel 105 dient
«."orden gelezen artikel 104.
Teneinde te voorkomen, dat voor de wachtgelders een gunstiger regeling
rnstaat dan gc-ldt voor de ambtenaren of arbeidcontractanton, is het
noodzakelijk dat in artikel 3, derde lid, sub b, wordt aangegeven dat
orde .'o dcie wordt verstaan, de wedde in de zin van de Kinder to a lage re gs I in a
Overheidspersoneel 5