- 2 -
a. hij een ander(e) dan de/het in artikel 2 vermelde
doch daarmee gelijk te stellen akte of diploma
heeft behaald; dan wel
b. tot het behalen van een der in artikel 2 vermelde
akten of diploma's in het door hem te doceren
vak geen gelegenheid bestaat; dan wel
c. een zodanige bevoegdverklaring, gelet op zijn
ervaring en op zijn bijzondere artistieke en
pedagogische kwaliteiten, juist moet worden
geacht
Hoofdstuk II AANSTELLING
Artikel 4
1Aanstelling geschiedt -in vaste of tijdelijke
dienst
2. Aan de aanstelling' in vaste dienst gaat in de
regel een aanstelling in tijdelijke dienst, als
bedoeld in het vierde lid, sub e, vooraf.
3. Aanstelling in vaste dienst kan geschieden met
een proeftijd van ten hoogste één jaar, welke
proeftijd in uitzonderingsgevallen met ten
hoogste één jaar kan worden verlengd, waarna, in
dien de aanstelling niet wordt gehandhaafd, het
dienstverband eindigt.
4. Aanstelling in tijdelijke dienst kan slechts
plaats hebben:
a. indien mag worden aangenomen, dat de werkzaam
heden, waarmede de ambtenaar zal worden
belast, van aflopende aard zijn;
b. van personen, in dienst genomen ter vervanging
van tijdelijk afwezig personeel;
c. van personen beneden de leeftijd van 23 jaar
en personen in opleiding;
d. van personen, die, naar het oordeel van Burge
meester en Wethouders, aan het instituut een
nevenbetrekking vervullen;
e. voor een proeftijd van niet langer dan één
jaar, ten hoogste met één jaar te verlengen;
in bijzondere gevallen kan de proeftijd na
twee jaar nog met één jaar worden verlengd.
5. Wanneer de werkzaamheden, bedoeld in het vierde
lid, onder a, elkaar in een aansluitende reeks
opvolgen, wordt de aanstelling in tijdelijke
dienst van een ambtenaar, die met deze werkzaam
heden is belast, na drie jaren door een aanstelling
in vaste dienst vervangen, indien mag worden aan
genomen, dat deze werkzaamheden tenminste nog drie
jaren zullen voortduren. De aanstelling in tijde
lijke dienst wordt in elk geval na zes jaren dienst
door een aanstelling in vaste dienst vervangen.
6. Een aanstelling in tijdelijke dienst, als bedoeld
in het vierde lid, onder b, duurt niet langer dan
twee jaren. Hetzelfde geldt ten aanzien van een
aanstelling in tijdelijke dienst, van personen,
ais bedoeld in het vierde lid onder d, die, indien
zij in vaste dienst zouden zijn aangesteld,
ambtenaar zouden zijn in de zin van de Algemene
burgerlijke pensioenwet. De termijn van twee jaren
kan in bijzondere gevallen met een jaar worden
verlengd.
Artikel 3-
1Voor aanstelling tot ambtenaar kan slechts in
aanmerking komen hij, die:
a. in het bezit is van een verklaring omtrent
het gedrag, als bedoeld in de wet op de justi
tiële documentatie en op de verklaringen omtrent
het gedrag;
bin het bezit is van een geneeskundige verklaring,
waaruit blijkt, dat hij geen ziekten of gebreken
heeft, welke hem voor de uitoefening van zijn
ambt ongeschikt maken.
2. Het onderzoek, dat voor het afgeven van de in hot
eerste lid onder b bedoelde verklaring nodig is,
wordt ingesteld vanwege Burgemeester en Wethouders.
3. Om tot ambtenaar in vaste dienst te kunnen worden
aangesteld moet men de leeftijd van 21 jaar hebben
bereikt
Van deze bepaling kan in bijzondere gevallen
worden afgeweken.
Artikel
1. De uitslag van het geneeskundig onderzoek, bedoeld
in artikel 5, tweede lid, wordt aan de belanghebbende
zo spoedig mogelijk medegedeeld.
2. Hij, die niet geschikt is bevonden, kan binnen 14
dagen na ontvangst van de mededeling van de uit
slag van het geneeskundig onderzoek aan Burgemeester
en Wethouders herkeuring vragen, mits hij bij zijn
verzoek een met redenen omklede geneeskundige ver
klaring overlegt. De herkeuring geschiedt door écn
of meer door Burgemeester en Wethouders daartoe
aangewezen deskundigen, dio n.io+ hebban deal g/u,, .men
aan het geneeskundige onderzoek, bedoeld in
artikel 5, tweede lid. Desgewenst kan aan deze
herkeuring een door de ambtenaar en voor zijn reke
ning aan te wijzen geneeskundige deelnemen. Deze
heeft' een adviserende stem.
Artikel 7
In bijzondere gevallen kan hij, die bij het genees
kundig onderzoek of een daarop gevolgde herkeuring
niet geschikt bevonden is, desniettemin in het belang
van het instituut tot ambtenaar worden aangesteld.
Artikel 8.
1De ambtenaar ontvangt zo spoedig mogelijk kosteloos
een schriftelijke aanstelling, die het ambt, alsmede
zijn naam, voornamen en geboortodatum vermeldt.
In de naam van het in die aanstelling te vermoDden
ambt wordt de aard der daaraan verbonden werkzaam
heden zo nauwkeurig mogelijk tot uitdrukking
gebracht
2. Die aanstelling vermeldt voorts in elk geval: