- 10- Artikol 54. Indien de ambtenaar door ziekte of ongeval verhinderd is zijn betrekking te vervullen is hij verplicht dit zo spoedig mogelijk mede te delen of te doen mededelen, I Artikel 55. Onverminderd het bepaalde in artikel 54 is de ambtenaar] I die door andere omstandigheden dan in dat artikel be doeld verhinderd is zijn dienst te verrichten, ver plicht dit onder opgave van redenen zo spoedig mogelijk I mede te delen of te doen mededelen. Artikel 56. 1. Het is de ambtenaar slechts toegestaan een hem toe behorend motorrijtuig, in de zin van de V/et aan sprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen, voor de dienstuitoefening te gebruiken, indien en voor zover I hem daartoe door of namens Burgemeester en Wethouders I toestemming is verleend. 2. De in het eerste lid bedoelde toestemming wordt in geen geval verleend, indien de anbtenaar niet heeft gesloten een door Burgemeester en Wethouders goed gekeurde verzekering op gecombineerde voorwaarden (zgn. all-risk-verzekering)waarbij de Gemeente, voor zover de verzekering betrekking heeft op do wettelijke aansprakelijkheid, als mede-verzekerde is aangewezen, en zo nodig uitgebreid met een ongevalIon-inzittenden-verzekering Artikel 57. 1De ambtenaar is verplicht te wonen binnen een bepaald gebied, 2. Indien Burgemeester en Wethouders geen gebruik hebben gemaakt van de hun in het derde lid gegeven bevoegdheid, wordt hot in het eerste lid bedoelde gebied bepaald door de grenzen van de gemeente. 5. Burgemeester en Wethouders kunnen bij algemeen ver bindend voorschrift voor de toepassing van het eerste I lid een gebied aanwijzen, dat ruimer is dan hetwelk wordt bepaald door de grenzen van de gemeente. Het in de vorige zin bedoelde algemeen verbindend voor schrift bevat een zo nauwkeurig mogelijke beschrij ving of aanduiding van de grenzen van het gebied. 4. Burgemeester en Wethouders kunnen een ambtenaar van dol verplichting ingevolge het eerste lid ontheffing verlenen. Een verleende ontheffing kan met inacht neming van redelijke overgangsbepalingen worden ingetrokken wanneer het dienstbelang haar niet langer gedoogt. 5. Aan een ambtenaar kan door Burgemeester en Wethouders,! indien het dienstbelang dit vordert, de verplichting worden opgelegd te wonen in een bepaald gedeelte van hel in het eerste lid bedoelde gebied, dan wel binnen een bepaalde afstand van de plaats waar hij zijn werkzaamheden hoeft te verrichten. - 11 - Artikel 53. 1Do ambtenaar is verplicht, indien hem door Burge meester en Wethouders een ambts- of dienstwoning ter bewoning is aangewezen, deze te betrekken en zich ter zake van de bewoning en het gebruik te gedragen naar de voorschriften, die daaromtrent zijn gesteld. 2. Hij draagt de onderhoudskosten, welke volgens de wet en het plaatselijk gebruik gemeentel!jkvoor rekening van de huurder zijn, tenzij ter zake een afwijkende regel in.- is vastgesteld. 5. De ambtenaar, die een ambts- of dienstwoning bewoont, onthoudt zich van het, uitsteken of hijsen van andere dan nationale of oranje vlaggen; ook uit hot uiter lijk aanzien van do ambts- of dienstwoning of van het daarbij behorende erf mag niet blijken van do politieke gezindheid van de ambtenaar of zijn huisgenoten Artikel 59. 1. Wanneer hot belang van de dienst zulks vordert, is de ambtenaar verplicht, al of niet in zijn dienst vak, een andere betrekking te aanvaarden, die hem, in verband met zijn persoonlijkheid, zijn omstandig heden en de voor hem bestaande vooruitzichten, rede lijkerwijs kan worden opgedragen. 2. Een andere betrekking wordt hem, tenzij in spoed eisende gevallen, niet opgedragen, dan nadat hij, en indien hij dit wenst ook zijn raadsman, is gehoord. Artikel 40. 1. De ambtenaar is verplicht, indien hij daartoe door of namens Burgemeester en Wethouders wordt aangewezen, in tijden van oorlog, oorlogsgevaar of andere buiten gewone omstandigheden dienst te verrichten ten be hoeve van de bewaking en bescherming van gebouwen en andere objecten der gemeente, alsmede ten behoeve van de bescherming van en de hulpverlening aan personen, die in deze gehouwen aanwezig zijn. 2. De ambtenaar, op grond van het eerste lid aangawezen, is te allen tijde verplicht lessen te volgen cn doel te nemen aan oefeningen, welke verband houden met zijn in dat, lid aangeduide taak. 5. De aanwijzing, als bedoeld in het eerste lid, geschiedt slechts, indien de persoonlijke omstandigheden van de ambtenaar zulks redelijkerwijs toelaten. Artikel J-i. 1. De ambtenaar is verplicht, indien hot hoofd van dienst dit nodig acht, tijdelijk andore werkzaam heden te verrichten of tijdelijk dienst te doen buiten de voor hem vastgestelde diensturen. Wanneer een ambtenaar meent, dat de hem tijdelijk opgedragen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1967 | | pagina 144