- 14 - 2. Het buiten dienst gekleed gaan in uniform is geoor loofd, behalve bij betogingen en optochten, tenzij daarvoor door of vanwege Burgemeester en Wethouders bijzondere vergunning wordt gegeven. 3. Het dragen van dienstkleding of onderscheidingstekene;-. buiten model is verboden, behoudens door of vanwege Burgemeester en Wethouders te verlenen ontheffing. 4. De verstrekking, herstelling en reiniging van dienst kleding geschieden overeenkomstig de regelen, daar voor vastgesteld. Artikel 30. 1. De ambtenaar kan worden verplicht tot gehele of gedeei telijke vergoeding van de door de gemeente geleden schade, voor zover deze aan zijn schuld of nalatigheid is te wijten. 2. Het bedrag van de schadevergoeding en de wijze van inhouding daarvan op zijn bezoldiging worden niet vastgesteld, dan nadat de ambtenaar in de gelegenheid is gesteld zich schriftelijk of mondeling te verant woorden en ter sake van de wijze van inhouding zijn wensen kenbaar te maken. De ambtenaar kan zich bij des verantwoording door een raadsman doen bijstaan. Artikel 51 Aan de ambténaar wordt de schade aan hem toebehorende kleding en uitrusting, geen motorrijtuig in de zin van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen zijnde, vergoed, welke hij buiten zijn schuld of nalatigheid lijdt ten gevolge van de uitoefening van zijn dienst, voor zever die schade niet bestaat uit normale slijtage dier goederen. Artikel 32. 1De ambtenaar heeft recht op vergoeding wegens reis- en verblijfkosten ter zake van dienstreizen. 2. Deze vergoeding wordt vastgesteld en uitgekeerd over eenkomstig de daarvoor door Burgemeester en Wethouder gestelde regelen. Artikel 53. 1. Indien eenpersoon, die hetzelfde perceel bewoont als de ambtenaar of ten hoogste 14 dagen tevoren bewoond heeft, lijdende is aan een besmettelijke ziekte vai: groep A, bedoeld in het tweede lid van artikel 1 van de Besmettelijke-Ziektenuet 1928 (S 265), io iet de ambtenaar verboden aan de dienst deel te nemen. 2. Indien een persoon, die hetzelfde perceel bewoont als de ambtenaar of ten hoogste 14 dagen tevoren bewoond heeft, lijdende is aan een besmettelijke ziekte van groep B, bedoeld in het tweede lid van artikel 1 var de Besmettelijke-Ziektenwet 1928 (S 265), is het de ambtenaar verboden aan de dienst deel te nemen, tenzi; uit een geneeskundige verklaring blijkt, dat gevaar voor overbrenging der ziekte niet bestaat. De ambter.a: is verplicht bij het waarnemen in het perceel van een ziekte, als in dit of in het vorige lid bedoeld, hier van ten spoedigste kennis te geven aan het hoofd van dienst 3. Aan de ambtenaar kan door het hoofd van dienst ingeval van ziekten, die voor de omgeving gevaar opleveren, de deelneming, aan de dienst worden ontzegd. 4. Het verbod tot deelneming aan-de dienst houdt tevens in het verbod tot het betreden van dienstlokalen of -terreinen. 5. De ambtenaar ontvangt over de tijd, gedurende welke het hem, overeenkomstig het bepaalde in dit artikel, verboden is aan de dienst deel te nemen, zijn volle bezoldiging. Artikel 54. 1Burgemeester en Wethouders kunnen bepalen, dat met inachtneming van door hen te stellen regelen over de ambtenaar periodiek een beoordeling wordt uitgebracht omtrent de wijze waarop hij zijn functie vervult en zijn gedragingen tijdens de uitèefening van die functie 2. De ambtenaar wordt omtrent de 4ver hem uitgebrachte beoordeling ingelicht, desverlangd schriftelijk. De ambtenaar is desgevorderd verplicht schriftelijk te verklaren, dat hij omtrent de beoordeling is ingelicht en is bevoegd zijn bezwaren tegen die beoordeling aan Burgemeester en Wethouders kenbaar te maken. Artikel 55- Indien schriftelijke klachten de ambtenaar betreffend, bij hoofden van dienst of bij Burgemeester en Wethouders in komen, wordt de ambtenaar, indien het voornemen bestaat aan die klachten gevolg te geven, zo spoedig mogelijk in de gelegenheid gesteld daarvan kennis te nemen en is hij desgevorderd verplicht de desbetreffende stukken voor gezien te tekenen. Hij is bevoegd zijn oordeel over de inhoud daarvan zowel mondeling als schriftelijk te geven. Artikel 56. 1. Aan de ambtenaar die dit wenst, wordt zo mogelijk op de gevraagde uren, indien de belangen van de dienst zich daartegen niet verzetten, gedurende ten hoogste 8 uren per week van de normale werktijd, met behoud van loon, gelegenheid gegeven de lessen te volgen in inrichtingen van godsdienst-, voortgezet, herhalings- of valconderwij voor zover aan de ambtenaar zulk onderwijs niet vanwege het dienstvak, waarbij hij werkzaam is, wordt gegeven. 2. De ambtenaar is, indien Burgemeester en Wethouders dit bepalen, verplicht zich voorbeen bijzondere vakopleidin beschikbaar te stellen of enig ander onderwijs te volgei De daaraan verbonden kosten komen ten laste van de gemeente Artikel 57. Aan de vrouwelijke ambtenaar, die een borstkind heeft en hiervan aan het hoofd van dienst heeft kennis gegeven, woi gelegenheid gegeven haar kind te zogen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1967 | | pagina 146