Bijlage B
■3
cö
Salaris
in guldens
per maand bij
een salaris-anciënniteit in jaren van
7)
0
1
2
3
5
6
7 8 9
10
1
verplegende 1) 3) 4)
schoolverplegende
642,—
696,--
723
750,776
-- 802,
co
c\j
co
i
1
1
1
1
1
1
cm
co
co
1
lt\
ltm
co
1
1
J
2.
verplegende A 13)
waarnemend 1e
verplegende l) 3)
750,—
776,--
802
-- 828,855
-- 882,
909,
-- 936,—
J
3-
1e verplegende l) 3)
schoolverplegende A
802,—
828,—
855
-- 882,-- 909
936,
963,
990,--
4
1e verplegende A l)
waarn.hoofdverplegende 1
909,—
936,-
963
990,-- 1017
-- 1045,
--1073,
11 01
5-
hoofdverplegende 2)
101 7,
1045,—
1073
--1101- -1129
1157,
-- 1185
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
"=3-
cm
1
1
1.) Da aftrek voor koot en inwoning bedraagt 150,
per maand; de aftrek uitsluitend voor kost be
draagt 80,-- per maand.
2) De aftrek voor kost en inwoning bedraagt 180,--
per maand; do aftrek uitsluitend voor kost be
draagt 80,-- per maand.
3) Degeno die in hot bezit is van zowel het diploma
ziekenverpleging A als B, geniet een toelage, ter
grootte van één periodieke verhoging. Indien be
trokkene reeds het maximumsalaris van de voor hem
geldende schaal heeft bereikt, wordt voor de bere
kening van doze toolage hc-t naast hogere bedrag
uit de daarop volgende salarisschaal in aanmerking
genomen
4) De verplegende, in het bezit van het diploma zieken
verpleging B, en in opleiding voor hot diploma zieken
verpleging A, wordt gedurende deze opleiding bezoldigd
volgons het minimum salaris van schaal 1. ITa het be
halen van dit diploma wordt dit salaris vermeerderd
mot twee extra periodieke verhogingen. Werd reeds
een bepaalde anciënniteit in de schaal verworven en
achten Burgemeester en Wethouders het behalen van het
diploma ziekenverpleging A in het belang van de dienst,
dan wordt betrokkene gedurende deze opleiding bezoldigd
volgons het bij de aanvang daarvan bereikte salaris.
Na liet behalen van het diploma ziekenverpleging A wordt
dit salaris eveneens vermeerderd met twee extra perio
dieke verhogingen.