No. 126.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel d.d. 19 januari 1967, bijlage no. 24 van
Burgemeester en Wethouders;
BESLUIT:
vast te stellen de volgende
VERORDENING, regelende het toekennen van
een presentiegeld aan de leden van de
■stembureaus voor de verkiezing van de
leden van de Tweede Kamer der Staten-
Generaal, van Provinciale Staten en van
de Gemeenteraad.
Artikel 1.
Aan de leden en de plaatsvervangende leden van de stembureaus
voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-
Generaal, van Provinciale Staten en van de Gemeenteraad wordt een
presentiegeld toegekend.
Artikel 2.
Het presentiegeld bedraagt voor elk lid en voor elk plaats
vervangend lid van een stembureau f. 20,-- per zitting.
Artikel 3.
Deze verordening treedt in werking op 1 februari 1967.
Op dat tijdstip vervalt de verordening, regelende de toekenning
van een presentiegeld aan de leden van de stembureaus voor de ver
kiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van de
Provinciale Staten en van de Gemeenteraad, welke verordening is
vastgesteld bij besluit van de Raad d.d. 13 februari 1965.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Benoeming van een adjunct-directeur van het Gemeentelijk Muziekinstituut.
Bijlage no. 25- Leeuwarden, 19 januari 1967
Aan de Gemeenteraad.
A.angezien de werkzaamheden van de directeur van de Leeuwarder Muziek
school, mede als gevolg van een uitbreiding van de vakopleiding, de
laatste jaren zeer zijn toegenomen, heeft het bestuur van de betreffende
stichting reeds geruime tijd geleden besloten een adjunct-directeur aan de
school te verbinden, die speciaal belast zou worden met de organisatie en
de verdere uitbouw van de amateurafdeling.
Bij de pogingen tot het aantrekken van een dergelijke functionaris
is nauw overleg gepleegd met het lid van ons college, dat het beheer heeft
over de portefeuille van Onderwijs en Culturele Zaken.
Op 19 oktober j.l. is uit zeven sollicitanten de neer W.D. van Ligten-
berg, thans werkzaam bij de universiteit te Nijmegen, gekozen en benoemd
met ingang van 1 februari 1967- Be benoeming is mede op advies van de
rijksinspecteur van het muziekonderwijs geschied; het onderzoek naar de
antecedenten van betrokkene alsmede diens medische keuring heeft van
gemeentewege plaatsgevonden.
Het bestuur van de Stichting "De Leeuwarder Muziekschool" verzoekt
bij schrijven van 22 december j.l. ons college de heer van Ligtenberg voor
een benoeming bij Uw Raad te willen voordragen.
Krachtens artikel 21 van de Verordening Gemeentelijk Muziekinstituut,
die op 1 januari 1967 in werking is getreden, benoemt en ontslaat Uw Raad
de adjunct-directeur van deze instelling. In dit artikel is voorts be
paald, dat de benoeming geschiedt uit een voordracht van zo mogelijk ten
minste drie personen, opgemaakt door Burgemeester en Wethouders, na over
leg met de rijksinspecteur van het muziekonderwijs, de commissie van toe
zicht gehoord.
In ons voorstel van 17 november j.l. tot overneming van de muziek
school is bij punt VI, handelende over de financiële consequenties, met
bet aanstellen van een adjunct-directeur rekening gehouden.
Gelet op het bovenstaande menen wij, in afwijking van het bepaalde
in de Verordening Gemeentelijk Muziekinstituut, alleen de heer W.B. van
Ligtenberg te moeten voordragen ter benoeming tot adjunct-directeur van
genoemd Instituut, zulks met ingang van 1 februari 1967-
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. Tiekstra ,1.- Burgemeester.
de Jong
Secretaris.