I
Hi
s
- 9 -
Bijlage 5 (vervolg)
Met ingang van het uitkeringsjaar 1966 is deze regeling in zoverre
veranderd, dat als basisjaar gelden de drie jaren, onmiddellijk aan
het uitkeringsjaar voorafgaande. Aangezien het gemiddelde van de
basisjaren daardoor veel dichter bij het uitkeringsjaar is komen
te liggen en daarom een hoger bedrag betreft, heeft de vermenig
vuldigingsfactor voor 1966 ten opzichte van die vcor 1963 een te
verwachten verlaging ondergaan, nl. van 1,8104 op 1,34-
De voorlopige vermenigvuldigingsfactor voor 1967 bedraagt eveneens
1 ,34-
Een nadeel van de nieuwe regeling is gelegen in het feit, dat bij
het opmaken van de begroting, over het laatste basisjaar, (d.i.
het dan lopende dienstjaar) met geraamde cijfers moet worden go-
werkt, omdat de werkelijke kosten van socialo zorg dan uit de aard
der zaak nog niet bekend zijn. Dit veroorzaakt een zekere onnauw
keurigheid bij de berekening van de te verwachten uitkering, die
voorheen in veel mindere mate aanwezig was. Een belangrijk voerdeel
kan echter zijn, dat thans dit uitkeringsonderdeel veel directer
aansluit bij een meer recente kostenontwikkeling. In samenhang met
deze wijziging is verder ook vervallen dc tot dusverre toegepaste
stilering van de kosten van sociale zorg, voorzover deze- voortvloeien
uit de voorzieningen van sociale zorg en maatschappelijk werk, genoemd
in artikel 14, 1e lid, onder b t/m ab van het Financiële Verhoudings-
besluit 196O. Tot dusverre werden de netto-kosten van dezu voorzie
ningen over de basisjaren bepaald door rolatering aan de werkelijke
kosten over 1960, c.q. 1958, middols door de Minister van Binnen
landse Zaken vastgestelde verlioudingsperccntagesThans dienon do-
werkelijk ten laste van do gemeente gebleven netto-kosten terzake
in de berekeningen te worden :etrokken, voor het eerst over hot uit
keringsjaar 1966, derhalve to beginnen met het basisjaar 1963
Het overzicht van de kosten van sociale zorg over de verschillende
basisjaren luidt thans als volgt:
Basisjaar
Kosten van sociale
zorg ox art15 en
14, 1e lid onder a
Fin.Verh.besluit
1960
Kosten van sociale
zorg ex art14, 1e
lid, onder b t/m
ab Fin.Verh.besluit
1960
Totale kosten
sociale zorg
1953
1.676.054,10
(dof.)
128.929,24
1 956
187038730
(def.)
159-944,08
1937
2.048.956,67
(def.)
191«807,32
1958
2.255-939,39
(dof.)
232.845,11
1959
2.588.200,28
(dof.)
260.801,41
1960
2.449-837,70
(def
271.476,92
1961
2.773-579,08
(def.)
294.797,49
1962
3.317.952,72
(def.)
531.315,49
1963
3-787.856,85
(rek.
'530 0 80521
.1964
4.535-608,94
(rok.)
479-389,68
1965
4.990.935,—
(ram
670675 --
1966
6.492.300,--
(ram.
732.753,—
(def
(def
(dof.
(def.
(def.)
(def.)
(dof
(def.)
(rek.
(rek.
(ram.
(ram.
1 .804-983., 34(dof
2.030.331,38(def
2.240.763,99(dof
2.488.784,50(def
2.649.001,69(dof
2.72131462(def
3.068.376,77(def.)
3.649.268,21(dei
4.118.662,06(rek
5 014998, 62 (rc-k.
>1.610,
22r
- (ram.
•(ram.
De vorenstaande totaalbedragen dienen dus als basis bij de bereke
ning van de uitkering
t/m 1967.
!org over de uitkeringsjaren i960