- 11 - Bijlage 5 (vervolg) Uitkeringsjaar 1960 90 (definitief II 1961 53 ,50 II II 1962 60 ,50 II II 1963 61 ,50 (voorlopig) II 1964 64 II 1965 65 II II 1966 66 ,50 II II 1967 66 Ingevolge het "Besluit verfijning algemene uitkering probleem gebieden" wordt jiet bedrag por inwoner vermeerderd met b -- voor do eerste 10.000 inwoners? met 3,voor de volgende 2';. 000 inwoners en voorts 4>-- voor de overige inwoners. 5. Ui±kQringapürceniagG_(artikel 11, 2c lid Financiële Verhoudings wet 1960). Tenslotte worden de uitkomsten van de hiervoor onder de punten 12 en 4 genoemde onderdelen van do algemono uitkering nog ver menigvuldigd met een jaarlijks door de Minister van Binnenlandse Zaken in overleg met de Minister van Financiën vast te stellen uitkeringspercentage (het onderdeel "sociale zorg" is hier dus van uitgezonderdomdat daarvoor een afzonderlijke vermenigvul digingsfactor geldt) Dit uitkeringspercentage luidt over de jaren 196O t/m 1967 als volgt: 1960 102,2 (definitief) 1961 102,4 (voorlopig) 11 1962 110,3 1963 I 127,5 11 1964 145,1 11 1965 153 1! 176b 175 11 1967 176 Hot uitkeringspercentage heeft tot doel om de inkomsten uit hot gemeentefonds aan te passen aan hot gestegen kostenniveau van de gomoente. De hoogte van de uitkeringen en do voorborekeningon van do be hoeften der gemeente worden vastgesteld, nadat eerst hierover een advies is uitgebracht door de Raad voor do gemoonto-financiën, in welke Raad vertegenwoordigers van rijk, provincies en gemeenten zitting hebben. Gedurende de laatste jaren is het gebruikelijk dat mot dit advies ernstig rekening wordt gehouden. Een vergelijking van de berekende uitkeringen voor 1967 met die, welke volgens dc laatstbekonde gegevens over de voorgaande jaren 1760 t/m i 9fc6 zijn of worden ontvangen, laten vrij thans volgen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1967 | | pagina 135