No. 3406. BE RAAB DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Beschikkende op het door de heer A. Boukes te Leeuwarden bij schrijven van 13 februari 1967 ingestelde beroep tegen het besluit van Burgemeester en Wethouders van 25 januari 1967, no. B. 3349, waarbij de gevraagde vergunning voor het uitbreiden van een wagenschuur bij de woning Goutumerdyk 11 te Goutum, is geweigerd; overwegende, dat ingevolge artikel 49lid 2, van de Bouwverorde ning achter de woning een open erf ter diepte van 4 m over de volle breedte van het gebouw en in aansluiting daaraan aanwezig moet zijn, gemeten uit het verst achterwaarts gelegen deel van het gebouw; dat thans slechts een open erf ter diepte van 3,50 m aanwezig is, zodat de realisering van vorenbedoeld bouwplan zou inhouden dat de reeds bestaande afwijking van het bepaalde in artikel 49, lid 2 van de Bouwverordening nog zou worden vergroot; dat Burgemeester en Wethouders de gevraagde vergunning dan ook terecht hebben geweigerd; gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 2 maart 1967 (bijlage no. 82); gelet op artikel 51 van de Woningwet alsmede op artikel 390, lid 2 van de Bouwverordening; BESLUIT: het verzoek om voorziening ongegrond te verklaren. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Voorstel tot vaststelling van een Verordening betreffende het plaatsen en hebben van benzinepompen op of aan de openbare weg. Bijlage no. 83, Leeuwarden, 2 maart 1967" Aan de Gemeenteraad, Zoals U bekend is, heeft het motorrijtuigaipark in de laatste decennia een zeer snelle ontwikkeling doorgemaakt. Hoe snel deze- ontwikkeling is geweest, blijkt onder meer uit de volgen de aan do C.33.3-statistiek voor motorrijtuigen ontleende gegevens. Personenauto's (inclusief combinatiewagens met personenauto-kentekenbewijs) jaar Nederland Friesland Leeuwarden 1960 19 61 1962 1963 1964 522.200 615.500 729.651 865.516 1.059.066 (18.081) (20.774) 24.764 29.424 36.361 (3.844) (4.222) 5.057 5.997 7-539 De tussen geplaatste aantallen zijn slechts gedeeltelijk vergelijkbaar met de overige aan tellen i.v.m. oen afwijkende methode van telling. Het totaal aantal inwoners per personenauto bedroeg voor Nederland op 1 augustus 1957 29 (Vriesland 36) en op 1 augustus 1962 16 (Friesland 20) Momenteel komt in ons land gemiddeld 1 personenauto per 10 inwoners voor, terwijl voor 1970 wordt gerekend met 1 personenauto per 6 inwoners ("De motorisering van Nederland" door ir. H.M. Goudappel). Be ontwikkeling van hot motorrijtuigenpark heeft zich uiteraard niet be perkt tot de personenauto's, ook het aantal bedrijfsauto's en mobortweewie- lers is - zij het iets minder sterk toegenomen, zo steeg het aantal vracht auto's b.v. van 143.374 op 1 augustus 1960 tot 210.893 op 1 augustus 1964. Het tempo 'ran de motorisering heeft ook voer onze gemeente belangrijke problemen met zich gebracht, waarbij wij onder andere denken aan de verkeers- en parkeervraag3tukken bij de oplossing waarvan onlangs een verkeersdeskund'ige is ingeschakeld. Een ander eveneens met de ontwikkeling van het verkeer ten nauwste sa menhangend vraagstuk is dat van de oprichting van benzineverkooppunten. Zoals bekend, moet voor het oprichten, inwerking brengen, inwerking hcuden, uitbreiden en wijzigen van een benzinepompinstallatie een vergunning ingevolge de Hinderwet worden aangevraagd bij ons college. Een dergelij.ee vergunning mag alleen dan maar worden geweigerd, indien vaststaat of met reden is te vrezen, dat door het oprichten enz. van de inrichting buiten deze in richting gevaar, schade aan eigendommen, aan bedrijven of aan de gezondheid, den wel hinder van ernstige aard zal worden ondervonden en daaraan niet door hot stellen van voorwaarden voldoende kan worden tegemoetgekomen (artikel 13 van de Hinderwet). Be Hinderwet beoogt met het vergunningstelsel slechts het gevaar, de schade en de hinder te weren, welke uit de inrichting zelf voortvloeien. Blijkei j de jurisprudentie zijn ontsiering van het stadsscboon en belemme ring 1 at; het verkeer in het algeneen geen motieven voor het weigeren van dc vereiste vergunning. Een en ander betekent, dat wij niet beschikken over de mogelijkheden om met betrekking tot deze benzineverkooppunten ordenend en regelend op te treden, en niet kunnen voorkomen, dat deze voorzieningen worden getroffen op plaatsen, waar dit bepaald ongewenst is.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1967 | | pagina 170