- 18 - Als wij de taakstellende bevolkingscijfers voor hot jaar 2000 van dc eerder genoemde nota over de ruimtelijke ordening zien in hot licht van de gang van zaken gedurende de laatste jaren, dan kan hot niet anders, of er moet twijfel rijzen omtrent do realiteit daarvan, tenzij thans op korte termijn zeer krachtige stimulerende maatregelen worden genomen» Een toeneming van het inwonertal van het noorden des lands van 1,3 miljoen tot 3 miljoen, resulterende in een jaarlijks vestigingssaldo va.n 20.000 per jaar over een termijn van ruim dertig jaar, is immers alleen maar te bewerkstelligen wanneer dit (geforceerde) groeiproces nu begint. Als Leeuwarden zal uitgroeien tot een stad als is gepland en do functie zal vervullen, die deze stad is toegedacht, zal daartoe nu do basis moeten worden gelegd. Het gemeentebestuur van Leeuwarden is hierop voor wat do beschikbaarheid van plannen betreft ingesteld. Het lijkt ons volkomen irreëel te verwachten, dat een dergelijke toeneming van do bevolking nog wel te roaliseren zou zijn ir_ b.v. do laatste twintig jaar van deze oeuw. Als de Eegoring meent - zoals zij stolt -, dat zovel in het belang van het noordon des lands als in het belang van do rost van Nederland een dergelijke moer gelijkmatige spreiding van do bevolking moot worden verwezenlijkt, wordt het thans hoog tijd daarvoor do nodige stappen te ondernemen. Uit al het vorenstaande blijkt, dat momenteel nog zo goed als niets waarneembaar is van een begin van dit proces. Vanzelfsprekend juichen wij het toe, dat in januari van dit jaar oen belangrijke uitbreiding is gegeven aan do stimulerende maatregelen,die o.m. voor het noorden gelden, en natuurlijk is het van veel belang, dat deze maatregelen ook van toepassing zijn op vestigingen van administratieve instellingen en andere bedrijven in de dienstensector (al lag do aanlei ding tot deze verruiming in de recessie, die tot de ongunstige ontwikke ling van de werkgelegenheid leidde)maar wil do Eegoring bewerkstelligen hetgeen zij zich tot taak stelde, dan zal er naar onze overtuiging voel meer moeten gebeuren. Deze gedachtengang heeft ons er toe gebracht ons in het begin van 1966 in het bijzonder te bezinnen op do vraag: a. welke maatregelen moeten worden genomen, die niet alleen Leeuwarden betreffen, maar de belangen raken van het gehele noorden, geheel Fries land respectievelijk allo kerngemeenten in Friesland; b. welke maatregelen nodig zijn, die alleen of in de eerste plaats gericht zijn op de ontwikkeling van Leeuwarden; Uij kwamen daarbij tot dc opstelling van een aantal desiderata. In do loop van 1966 ontstond omtrent do te ondernomen stappen conta.ct met het gemeentebestuur van Groningen. Bij het in dat verband geploegde overleg hebben wij een aantel van de door ons opgestelde desiderata naar voren gebracht.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1967 | | pagina 18