- 19 -
Eon on ander resulteerde in eon bespreking op 15 november 1966 van ver
tegenwoordigers van het College van Burgemeester en Wethouders van Groningen
en ons College met de toenmalige Staatssecretaris van economische zaken,
waarbij met name de mogelijkheden voor een verdere stimulering van de in
dustrieontwikkeling in hot noorden aan de orde kwamen. Ton vervolge op deze
bespreking hebben wij - evenals onze ambtgenoten van Groningen - schrifte
lijk aan de Staatssecretaris meegedeeld welke maatregelen naar onze mening
door het Rijk moesten worden getroffen. De desbetreffende brief van 16 decem
ber 1966 hebben wij voor U ter inzage golegd. ITaderhand werd ook hot ge
meentebestuur van do derde hoofdstad van het noordcr. des lands, Assen, in
deze samenwerking betrokken. Ook dit gemeentebestuur richtte zich in oen
soortgelijke brief tot de Staatssecretaris
De op 13 januari 1967 aan de Voorzitter van do Tweede ICamor dor Statcn-
Generaal gerichte nota van de Minister en do Staatssecretaris van Economisch:
Zaken, betreffende de uitbreiding van de maatregelen ter bevordering van do
economische ontwikkeling in het noorden des lands, in Zuid-Limburg en in
andere stimuleringsgebieden, gaf do drie bovengenoemde samenwerkende colle
ges van Burgemeester en Wethouders aanleiding zich nader te beraden op do
ontstane situatie. Het beraad mondde hierin uit, dat zij een gemeenschappe
lijke brief richtten aan de leden van de commissie voor economische zaken
van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. In deze brief van 25 januari j.l.
- die eveneens voor U ter visie ligt - is o.m. gestold, dat zowel do moor
conjuncturele als de structurele maatregelen pas werkelijk oen definitief
effect zullen sorteren, indien voor hot noorden des lands een pakket van
economische, financiële, verkeerstechnische, sociale en culturele maatrege
len wordt getroffen. Verder werd behalve aan waardering ook uiting gegeven
aan bepaalde tekortkomingen van do getroffen maatregelen.
Ook werd in alle duidelijkheid gesteld, dat het naar do mening van de
drie gemeentebesturen op de weg van de landsoverheid ligt om op korte tor
mijn to bevorderen, dat enkele administratieve (rijks- en andere overhoids
of somi-overheids-) diensten naar het noorden worden verplaatst. 1)
1) Pag. 50/51 van de Tweede nota over do ruimtelijke ordening in Nederland:
"In hot licht van deze situatie hoeft de regering reeds vroeger besloten
onderdelen van het administratieve apparaat van de rijksoverheid naar
elders over te brengen. Nadat al oorder oen deel van do postchhque- on
girodienst naar Arnhem was verplaatst, zijn in de laatste jaren beslis
singen genomen tot het buiten do Randstad huisvesten van verschillende
overhoids- of semi-overheidsinstcllingon.
Dit is geschied als uitvloeisel van hot rapport van de commissie sprei
ding rijksinstellingen (commissie-Drees)Een kleine werkgroep onder
voorzitterschap van de secretaris-genoraal van het departement van volks
huisvesting en ruimtelijke ordening geeft daaraan leiding. Haar ervaring
is, dat de gedachte van vestiging buiten de Randstad een algemeen geac
cepteerde mogelijkheid begint te worden.
(vervolg blz. 20)