Super-onrendabele aansluitingen op de waterleiding en wijziging Verordening op de heffing en invordering van een waterleiding-baatbelasting. Bijlage no. 107. Leeuwarden, 23 maart 1967 Aan de Gemeenteraad. In het belang van een goede watervoorziening in onze gemeente heeft de Raad op 4 december 1963 en 23 april 1964 (bijlagen nos. 350/1963 en 130/1964 besloten aan de N.V. Intercommunale Waterleiding Gebied Leeuwarden financiële medewerking - in de vorm van bijdragen ineens (in totaal 11.012,--) en jaar lijkse uitkering van exploitatietekorten gedurende 35 juar - te verlenen voor het totstandbrengen van 60 super-onrendabele aansluitingen op de waterleiding. Door samenvoeging van twee percelen is inmiddels één perceel afgevallen, waar door het aantal super-onrendabele aansluitingen 59 bedraagt. De N.V. I.W.G.L. deelde ons na het totstandkomen van bovengenoemde be sluiten mede, dat nog 5 super-onrendabele aansluitingen mogelijk zijn t.w. de percelen Proskepölle 7, Canterlanswei 4, Kalverdijkje 77, een gebouwtje bij Boxumerdyk 68 en het recreatiegebied Froskepólle. De van onze Gemeente gevraagde bijdrage ineens overeenkomstig de "Algemene Regelen betreffende de aansluiting van super-onrendabele gebieden" bedraagt voor deze 5 percelen tezamen 114Het jaarlijks exploitatie-tekort is geraamd op 105, Wij zijn van mening, dat ook aan het totstandkomen van deze 5 super-on rendabele aansluitingen medewerking kan worden verleend. Voor alle 64 super-onrendabele aansluitingen tezamen bedraagt de bijdrage ineens 11.126,terwijl het jaarlijkse exploitatie-tekort voor deze per celen is geraamd op 2.440,--. Teneinde een gelijke behandeling te verkrij gen voor de reeds eerder tot stand gebrachte onrendabele en voor de super- onrendabele aansluitingen heeft de Raad op 23 april 1964 besloten door middel van een baatbelasting 75^ van de ten laste van de Gemeente komende kosten van de super-onrendabele aansluitingen in de vorm van een waterleiding-baatbelas ting op de eigenaren van de desbetreffende percelen te verhalen. De duur van de heffing werd bepaald op 30 jaar. Dc Provinciale Staten vo.n Friesland hebben inmiddels besloten om pro vinciale bijdragen te verlenen voor de na 1962 aangesloten en voor de nog aan te sluiten super-onrendabele percelen. De vergadering van aandeelhouders van de N.V. I.W.G.L. heeft daarna op 27 mei 1966 besloten een nieuwe regeling vast te stellen voor do berekening van de jaarlijks ten laste van de Gemeenten komende tekorten. De nieuwe regeling wordt gekenmerkt door de volgende punten: 1. Als basis voor de doorberekening van de tekorten geldt bel gooaloul o--.rd e netto-tekort. Volgens de oude regeling vond afrekening plaats op basis nm het jaarlijkse werkelijke tekort. Het gecalculeerde netto-tekort bedraagt voor onze Gemeente 2.440,(basistekort). 2. Gedurende de eerste 5 jaren wordt op het basistekort een korting verleend van 25 3. Gedurende dc tweede periode van 5 jaren wordt een korting verleend van 5 4. Gedurende de derde periode van 5 jaren wordt een korting verleend van 75/,. 5. Na afloop van de derde 5-Óarige periode behoeft de Gemeente geen bijdragen meer te betalen. Het is dus nu precies bekend, wat de Gemeente in komende jaren zal moe ten betalen. In verband hiermede kan de met de N.V. I.W.G.L. gesloten garantie overeenkomst voor de werkelijke tekorten vervallen. De Gemeente zal door de invoering van de kortingsregeling en door de veel kortere xjeriodcwaarover bijdragen moeten worden vcx'leend, met aanzienlijk lagere bijdragen kunnen volstaan dan aanvankelijk werd aangenomen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1967 | | pagina 217