mogelijkheden werden door het Leeuwarder Medisch Specialistisch Genootschap en door het bestuur van het Diakonessenhuisdie wij hieromtrent hadden ge raadpleegd, onderschreven .Dat de mogelijkheid om dozo zo wenselijke combinatie van ziekenhuis en verpleegtehuis tot stand te brengen g^en onbereikbaar ideaal be hoefde te zijn, toonden vrij in bedoeld voorstel al summier aan door t„ wijzen op do dringende noodzaak cm tot Vernieuwing of v-rvnnging van het Stadsziekenhuis komen. In ons voorstel van 16 maart i960, bijlage nr.74, gingen wij hierop dieper in. Daarbij brachten wij naar voren, dat het gebouw aan net Blokhuisplein roods in 1625 als ziekenhuis in gebruik is genomen en zeer- stork verouderd en zolfs versloten moot worden genoemd. Dit zieken huis, dat een capaciteit heeft van 90 bedden, is verder zeer oneconomisch in gedeeld, Een verdere modernisering is technisch niet mogelijk. De ligging van het gebouw, ingeklemd als het is tussen de stadsgracht, een hoofdverkeersweg en de strafgevangenis, is ook zodanig, dat uitbreiding ter plaatse niet moge lijk geacht moet worden. Verder ontbreken er allerlei voorzieningen, die in een ziekenhuis in deze tijd niet gemist kunnen worden. Daarbij komt, dat het paviljoen voor infectieziekten aan de Boerhaave- straat niet meer voldoet aan de eisen, welke men volgens moderne opvattingen mag stellen aan verpleging van patiënten, die aan een besmettelijke ziekte lijden. De exploitatie van een dergelijk afzonderlijk gelegen paviljoen met een capaciteit van zo'n 35 bedden is bovendien niet efficiënt. Een dergelijk paviljoen behoort te staan -bij het ziekenhuis, waarmee het organisatorisch één geheel vormt. De slotsom moest daarom wel zijn, dat het huidige Stadsziekenhuis met het infectiepaviljoen als zodanig niet meer gehandhaafd kon worden. De wense lijkheid om tot een combinatie te komen met het te stichten verpleegtehuis dat op een terrein bij de Borniastraat was geprojecteerd maakte het als het ware vanzelfsprekend op die plaats ;ok een nieuw ziekenhuis te doen verrijzen. De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid zegde ons desgevraagd in principe zijn medewerking ook toe voor de bouw van een ziekenhuis ter vervanging van het oude Stadsziekenhuis, het infectiepaviljoen en de intussen opgeheven kraamkliniek, die in een gemeentelijke barak aan het Schapendijkje werd geëxploiteerd door de Provinciale Friese Vereniging "Het Groene Kruis". Bij de uitwerking van de plannen ontstond de volgende opzet: a. 80 algemene ziekenhuisbedden, waarvan een 30-tal voor reumapatiënten; b. 10 kinderbedden; c. 20 bedden voor de verpleging van besmettelijke zieken; d. 5 bedden voor behandeling met radio-actieve isotopen; e. 10 bedden voor de opleiding van kraamverpleegsters; f. 20 bedden voor de opleiding van kraamverzorgsters; g. 55 bedden voor psychiatrische patiënten. 180 bedden in totaal derhalve. Op ons laatstgenoemd voorstel beslcct de Raad op 13 april 196O ons een krediet van 50-000,-- te verlenen ten behoeve van de verdere voorbereiding van dit plan. Toen zowel het plan voor het verpleegtehuis als dat voor het ziekenhuis gereed waren, richtten wij ons bij ons voorstel van 20 mei 1963bijlage no. 173, opnieuw tot de Raad. Wij konden daarbij wijzen op de uiteindelijk -na herhaalde omwerking van de plannen- verkregen voordelen van een combina tie van de beide inrichtingen. In de eerste plaats waren er reeds eerder aan geduide, doch in dat voorstel nader uiteengezette geneeskundige voordelen. Daarnaast kwamen nu des te duidelijker naar voren de uit economisch en organi satorisch oogpunt aantrekkelijke aspecten ian deze gecombineerde opzet: de stookinrichting, huisvesting van personeel, keuken, wasserij, beddencentrale, magazijn, administratie, technische dienst, huishoudelijke dienst, directe, apotheek en laboratorium. De aan de Raad aangeboden plannen gaven een capaci teit te zien van 221 bedden voor het verpleegtehuis en van 195 bedden voor het ziekenhuis. Wij concludeerden, dat hier sprake was van een alleszins aan vaardbaar geheel, en spraken als onze overtuiging uit, dat, nadat ook nog te zijner tijd een nieuw gebouw voor de Geneeskundige- en Gezondheidsdienst in - 3 - aansluiting aan het ziekenhuis zal zijn verrezen, hier een complex zal ont staan, dat de volksgezondheid in hoge mate zal dienen. De Raad deelde onze mening en besloot in zijn vergadering van 19 juni 1963 op ons voorstel tot de bouw van het verpleegtehuis en het ziekenhuis en daarvoor kredieten te verlenen 'van 7.642.000,-- (voor de bouw van het ver pleegtehuis) en van 14166150(voor de bouw van het ziekenhuis). Het nieuwe complex zal gelegen zijn in het zuidelijk deel van de stad. Zeer bewust is uit veiligheidsoverwegingen in verhand met de situering van de militaire vliegbasis voor deze plaats gekozen. In dat zuidelijk stadsdeel, waar in de komende jaren een aanzienlijk stuk stadsuitbreiding zal moeten worden geëffectueerd, zullen ziekenhuis en verpleegtehuis belangrijke elementen vormen. Maar ver daar bovenuit gaat naar ons gevoelen de betekenis, die dit project voor de gemeente als geheel heeft. Wij zien die betekenis vooral ook tegen de achtergrond van de functie, die het ontworpen complex zal vervullen in de stad, die Leeuwarden naar wij verwachten in de eerstkomende decennia gaat worden. Een combinatie als hier geprojecteerd zal bijdragen tot een aan trekkelijke spreiding en gevarieerdheid van de medische voorzieningen, die uitstekend passen -en zelfs onmisbaar geacht moeten woiden- in een stad met perspectieven als wij voor Leeuwarden zien. (Wij herinneren aan hetgeen wij hieromtrent naar voren brachten in do aanbiedingsbrief van de ontwerp-begro ting 1967). Die perspectieven met name maken het naar enze overtuiging vol komen verantwoord tot dc forse investering te besluiten, die voor het ver krijgen van deze up to date geoutilleerde inrichtingen nodig is. Tezamen met de beide andere ziekenhuizen zullen deze inrichtingen de positie van Leeu warden als medisch centrum voor een wijde omgeving ook voor de toekomst kunnen waarborgen. Wij kunnen U in dit verband nog meedelen, dat er tussen de drie Leeuwarder ziekenhuizen een hoopgevende samenwerking op verschillend terrein groeiende is. Zo is er een samenwerking (in groter verband) ten aan zien van het Provinciaal Laboratorium voor de Volksgezondheid. Daarnaast werken deze ziekenhuizen samen in de exploitatie van het Klinisch Chemisch Laboratorium en de Bloedbank- en tromboscdienst en wordt thans overwogen ook een gezamenlijke ziekenhuis-apotheek en een gezamenlijke sterilisatieinrich ting tot stand te brengen. Tenslotte kunnen wij er melding van maken, dat or tussen ons on de beide ziekenhuisbesturen in principe overeenstemming be staat over de wenselijkheid om tot een taakverdeling en samenwerking tussen de drie Leeuwarder Ziekenhuizen te geraken. Wij zijn van harte bereid onze medewerking aan dit streven te geven en zullen, waar nodig en wenselijk, gaarne zelf hiertoe ook initiatieven nomen. Het komt ons voor, dat op doze wijze oen bijzonder vruchtba.ar en harmonieus samenspel kan worden bewerk stelligd, waarbij de belangen van de burgerij van onze gemeente en haar om geving, in al haar facetten, ten zeerste gediend worden. In ons eerdergenoemde voorstel van 20 mei 1963 hebben wij een uitvoerige beschrijving gegeven van de te bouwen inrichtingen. Wij menen goed te doen bij dit voorstel nog eens een exemplaar van ons voorstel van 20 mei 1963 te voegen ter nadere oriëntering omtrent do aanvankelijke plannon. Pitworking der plannen. Hoewel de hoofdopzet ongewijzigd is gebleven, zijn bij de nadere uitwer king dor plannen hier en daar wijzigingen aangebracht, welke wij hieronder nader zullen toelichten. Verpleegtehuis Het in 1963 overgelegde plan had een verpleegcapaciteit van 221 bedden. Reeds in de aanbiedingsbrief behorende bij de ontwerp-begroting voor hot dienstjaar 1965 deelden wij U mede, dat ter verkrijging van dc goedkeuring van het plan van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksgezondheid de capaciteit moest worden verlaagd. Het huidige ontwerp, dat do goedkeuring van genoemdebewindsman hooft verkregen, hooft oen capaciteit van 192 bedden, bestaande uit:

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1967 | | pagina 252