- 8 -
2. De ambtenaar, die een hoofdbetrekking bekleedt in dienst der genieent
is verplicht in de in het eerste lid bedoelde voorziening deel te
nemen. Van deze verplichting kunnen Burgemeester en Wethouders op
zijn verzoek ontheffing verlenen aan de ambtenaar die tegen deze
deelneming gewetensbezwaren heeft.
3. De kosten van deze voorziening worden door de gemeente en de ambte
naar gelijkelijk gedragen. De bijdrage van de ambtenaar wordt op zij
bezoldiging ingehouden; zij wordt geregeld bij de gemeenschappelijke
regeling, bedoeld in het eerste lid. Burgemeester en Wethouders kun
nen omtrent de inhouding nadere regelen stellen. Daarin kunnen on
der ambtenaren gewezen ambtenaren worden begrepen.
Artikel 55-
1Aan een ambtenaar, die een hoofdbetrekking bekleedt in dienst der
gemeente, worden vergoed de in enig, een periode van twaalf opeen
volgende maanden omvattend, tijdvak te zijnen laste blijvende, naar
het oordeel van Burgemeester en Wethouders redelijk gemaakte kosten
voor verrichtingen en leveringen, vallende onder de voorziening, be
doeld in artikel 54voorzover zij tezamen met de voor de deelneming
in deze voorziening verschuldigde bijdrage een bedrag overschrijden
van 4van het in dat tijdvak genoten salaris.
2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid kunnen Burgemeester en
Wethouders in bijzondere gevallen, indien de noodzakelijke kosten
verband houden met ziekte, welke de ambtenaar voor zich en zijn ge
zin heeft gemaakt, een bedrag overschrijden, dat in verhouding tot
zijn salaris redelijkerwijze te zijnen laste kan komen, in die kos
ten een tegemoetkoming toekennen.
Artikel 56.
Indien een ambtenaar wegens ziekte verhinderd is geweest zijn betrek
king te vervullen, zal dit niet van invloed zijn op het tijdstip van
de toekenning van periodieke verhogingen.
c. Artikel 105 wordt gelezen als volgt:
1Ontslag kan aan de ambtenaar, tevens ambtenaar in de zin van de
Algemene burgerlijke pensioenwet, worden verleend op grond van
het geraken door ziekten of gebreken in een toestand van blijven
de ongeschiktheid voor de vervulling van zijn betrekking, blijken
de uit een geneeskundig onderzoek volgens de bepalingen van de
Algemene burgerlijke pensioenwet. Ontslag op grond van dit artike'
wordt eervol verleend.
2. Een ontslag, als bedoeld in het eerste lid, wordt niet verleend
alvorens de op grond van het geneeskundig onderzoek door de direc
tie van het Algemeen burgerlijk pensioenfonds genomen beslissing
omtrent de vraag of de ambtenaar door ziekten of gebreken is geraa
in een toestand van blijvende ongeschiktheid voor de vervulling
van zijn betrekking onherroepelijk is geworden.
3. Ontslag kan aan de ambtenaar, krachtens het bepaalde in artikel
B7 van de Algemene burgerlijke pensioenwet geen ambtenaar in de
zin dezer wet, worden verleend op grond van het geraken door ziek
ten of gebreken in een toestand van blijvende ongeschiktheid voor
de vervulling van zijn betrekking, blijkende uit een geneeskundig
onderzoek ingesteld door een door Burgemeester en Wethouders aan
gewezen geneeskundige.
Artikel II.
De tekst van hoofdstuk VI, zoals deze luidde vóór do inwerking
treding van deze verordening, blijft van kracht voor de ambtenaar, die
op de datum van inwerkingtreding van deze verordening reeds een uitkering
op grond van de bepalingen van dit hoofdstuk geniet, indien en voorzo
ver zulks voor hem voordeliger is.
Artikel III.
Deze verordening werkt terug tot 1 juli 1967
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering