Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 390, 2e lid, van
de bouwverordening is appellant in de gelegenheid gesteld het be
roepschrift mondeling toe te lichten. Het proces-verbaal daarvan
ligt eveneens voor U ter inzage.
Aangezien geen gronden zijn aangevoerd die tot een andere b
schikking zouden kunnen leiden als door ons genomen, stellen wij
voor de gevraagde voorziening ongegrond te verklaren.
Io verband met vakanties onz. kon du Commissie voor Openba
Werken omtrent het vorenstaande niet worden gohoord.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
O'.S. Brandsma Burgemeester.
T.J, Kingma 1.-Secretaris.
No. 11202.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Beschikkende op het door de heer F.Haven te Leeuwarden
bij schrijven van 24 april 1967, ingekomen op 26 april 1967,
ingesteld beroep tegen het besluit van Burgemeester en Wet
houders van 3 april 1967, verzonden op 12 april 1967, waar
bij de gevraagde vergunning voor het verbouwen van kweekbak-
ken tot kweekkassen op de kwekerij aan de Dokkumertrekweg no.
4, alhier, is geweigerd;
overwegende, dat ingevolge het ter plaatse geldende uit
breidingsplan in hoofdzaak 't Ielan" de grond, waarop de
kwekerij is gevestigd, de bestemming "indtistriegebied" heeft;
dat het bouwplan derhalve in strijd is met het ter plaat
se geldende uitbreidingsplan;
dat Burgemeester en Wethouders de gevraagde vergunning dan
ook terecht hebben geweigerd;
gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.
27 juli 1967 (bijlage no. 218)?
gelet op artikel 51 van de Woningwet, alsmede artikel 390
tweede lid, van de Bouwverordening;
BESLUIT
de gevraagde voorziening ongegrond te verklaren.
Aldus vastgesteld in de openbare ver
gadering van
voorzitter
secretaris