fel
- ?2 -
2. In artikel 7 van de regeling voor
het verstrekken van hypothecaire
geldleningen aan ambtenaren is
bepaald dat het rentepercentage
gelijk is aan dat wat de Gemeente
op het tijdstip van het verstrekken
van de geldlening verschuldigd zou
zijn als zij zelf zou opnemen.
Een lid vroeg of dit artikel zou
kunnen worden aangevuld met de be
paling, dat het percentage maximaal
b.v. oc/i bedraagt, om te voorkomen
dat abnormaal hoge rentepercentages
moeten worden betaald.
Het is voor jonge ambtenaren bijzon
der sneu dertig jaar lang 7h5J rente
te moeten betalen.
Kan een van jaar tot jaar variërend
gemiddeld percentage in rekening
worden gebracht, gelijk aan dat van
de renteomslag voor de eigen inves
teringen van de Gemeente.
Bij Kon. Besluit van 19 januari
1966 is bepaald, dat een percentage,
ongeveer gelijk aan de rente
omslag, niet toelaatbaar is en
dat ook overigens het niet op de weg
van de Gemeente ligt haar ambtenaren
boven en buiten de geldende salaris
maatregelen kredieten voor de kosten
van verwerving van een woning te
verstrekken tegen een rente welke
lager ligt dan die, welke ten tijde
van de kredietverlening op de kapi
taalmarkt wordt bedongen. Uijziging
van de gemeentelijke regeling op
dit punt is dus niet mogelijk.
Mei willen wij er op wijzen, dat
betrokkene bij een sterke rente
daling het restant van de geldlening
ineens mag aflossen, indien hij el
ders bijv. tegen een aantrekkelij
ker percentage een nieuwe lening
kan aantrekken.
Subsidies
Yolgnr. 18.
1. Is het wel nodig lid te zijn van
het Instituut voor Efficiency.
Het Nederlands Instituut voor
Efficiency vervult een belangrijke
functie in het Nederlandse bedrijfs
leven bij het verbreden en verdie
pen van de kennis van de efficiëntie.
Het Instituut kent tal van werk- en
studiegroepen, geeft tijdschriften
uit en verzorgt andere uitgaven en
studies en organiseert cursussen,
waarvan de desbetreffende ambtena
ren bij de gemeentelijke bedrijven
en de algemene dienst regelmatig
gebruik maken.
Uij achten het derhalve van belang
lid te zijn.
Yolgnr. 1g0.
1Een lid vroeg of het juist is uit
de berekeningen van het subsidie
van de schooltandverzorging van de
jaren 1966 en 1967 (resp. 7000 x
f.4.50 en 65OO x f.5.50) de con
clusie te trekken, dat het aantal
kinderen dat van deze dienst gebruik
maakt terugloopt. Als dit inderdaad
het geval is, is daar dan een ver
klaring voor te geven?
Het aantal deelnemende kinderen
is inderdaad geleidelijkaan terug
gelopen van 7550 over het cursus
jaar 1961/1962 tot 6610 over het
cursusjaar 1966/1967. Een verkla
ring hiervoor kunnen wij nu nog niet
geven. Dit zal worden onderzocht.
2. Een ander lid informeerde vaarom
de ziekenfondsen niet alles betalen
voor hun aangesloten leden.
De ziekenfondsen staan op het
standpunt, dat de kosten van do
schooltandverzorging niet geheel
voor hun rekening komen, omdat
deze verzorging gedeeltelijk van
preventieve aard is.