No. 15372.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 18 oktoter
1967 (bijlage no. 299);
BESLUIT:
tot 1 april 2008 aan A. van Ruiten, wonende Harlingerstraatweg 2a, alhier,
in erfpacht af te staan een gedeelte van het perceel kadastraal bekend
gemeente Leeuwarden, sectie G, no. 15229, ter grootte van plm. 10 m2, gele
gen ten noorden van de Marshallweg op het terrein van het Openbaar
Slachthuis, welk gedeelte op de bij dit besluit behorende tekening
roodomlijnd is aangegeven, tegen een canon, berekend naar een grondwaarde
van f.150.en een rentevoet van per jaar en voorts onder de volgen
de bedingen:
1. de begrenzing van het perceelsgedeelte zal door de dienst der Openbare
Werken van de gemeente Leeuwarden ter plaatse worden uitgezet;
over- of ondermaat tengevolge van daarna ambtshalve plaatsvindende kada
strale opmeting kan geen aanleiding geven tot verhoging of verlaging
van de grondwaarde
2. de erfpachtscanon is verschuldigd vanaf de dag van het verlijden van de
erfpachtsakte; indien dit laatste door toedoen van de belanghebbende
later geschiedt dan twee maanden nadat het betreffende raadsbesluit
de goedkeuring van Gedeputeerde Staten van Friesland heeft verkregen,
is de belanghebbende vanaf de datum vallende twee maanden na de datum
van goedkeuring van het raadsbesluit tot aan de dag van het verlijden
van de erfpachtsakte aan de gemeente Leeuwarden een vergoeding
verschuldigd, welke wordt berekend overeenkomstig de berekening van de
erfpachtscanon;
3. met ingang van het jaar 1980 worden de waarde van de grond en het per
centage voor de berekening van de erfpachtscanon opnieuw door de Gemeen
teraad te goeder trouw vastgesteld;
4. de erfpachter aanvaardt het terrein in de toestand, waarin het zich ten
tijde van het passeren van de erfpachtsakte bevindt;
5. de erfpachter legt op zijn kosten een bestrating aan vanaf de op het
terrein van het Openbaar Slachthuis aanwezige bestrating naar het te
bebouwen gedeelte van het erfpachtsterrein; deze bestrating, welke
eigendom blijft van de erfpachter, moet in overleg met en ten genoege
van de directeur van het Openbaar Slachthuis v/orden aangelegd; het
onderhoud van deze bestrating komt voor rekening' van de erfpachter;
6. de kosten van de aanleg van de riolering en de aansluiting hiervan op de
riolering van het Openbaar Slachthuis komen voor rekening van de erf
pachter
deze aanleg en aansluiting dienen te geschieden in overleg met en ten
genoege van de directeur van het Openbaar Slachthuis;
7. het op het terrein op te richten gebouw mag uitsluitend v/orden gebruikt
voor het bereiden van vleeswaren en het verpakken van vlees en moet
geheel voldoen aan de terzake vastgestelde bepa.lingen, vervat in het
Eisenbesluit (Vleeskeuringswet) en aan de eisen van welstand door
Burgemeester en Wethouders te stellen;