te weinig op dén kaart - die van Leeuwarden, de enige kern in Friesland,
die werkelijk do functie van "trekpaard" zou kunnen vervullen - is gezet.
Naar onze overtuiging zou de "opstoot" van Leeuwarden kunnen slagen,
indien ook van hogerhand in sterkere mate dan tot dusver do ton dienste
staande middelen en faciliteiten werden geconcentreerd op de economische
en ruimtelijke uitbouw van Leeuwarden. In de verhoudingen van het
verstedelijkende Nederland zou door een dergelijke concentratie Friesland
ook werkelijk aandeel kunnen hebben in de toegenomen en nog toenemende
welvaart, terwijl het a tort ot a travers toegepaste systeem van do zoge
naamde "verdolende rechtvaardigheid", naar thans wol blijkt, in tal
van plaatsen een onvoldoende tot ontwikkeling gekomen, nu stagnerende on
daarmee zoor kwetsbare industriële werkgelegenheid tot stand heeft ge
bracht. In dit kader merken wij op, dat wij mot grote belangstelling konni
hebben genomen van de plannen van do Regering om tot spreiding van
Rijksdiensten over te gaan. In hot verleden hebben wij reeds mot klem
gepleit voor vestiging van oen of meer van dergelijke diensten in onze
gemeente. Wij doen zo veel mogelijk moeite om te bewerkstelligen, dat
bij do realisering van de plannon van do Regering ook de Frioso hoofdstad
daarin haar aandeel verwerft. In de godachtongang van do Tweede Nota
over do Ruimtelijke Ordening, waaraan wij in de aanbiedingsbrief 1967
ruime aandacht wijdden, zou de versterking van do dienstensector in
Friesland, dat immers minder dan Groningen en oen deel van Drenthe van do
industriële uitbouw zou kunnen profiteren, uitstekend passen.
Helaas moeten wij constateren, dat de mogelijkheden voor onze ge
meente om zelf de hand aan do ploeg te slaan door binnen eigen territoir
werken aan te vatten, die do infrastructuur ten goede komen, ton zeerste
beperkt worden door het ontbroken van financieringsmiddelen. De uitvoering
van verscheidene urgente projecten dreigt hierdoor ernstig te worden
belommerd. Dit probleem vervult ons herhaaldelijk met grote zorg. Voort
durend oefenen wij bij Gedeputeerde Staten en bij subsidiërende instanties
aandrang uit om onze gemeente in dezen de helpende hand te bieden. Wij me
nen aan do allerwegen erkende noodzaak om Friesland als achterblijvend
gebied bijzondere injecties te geven des te meer vrijmoedigheid hiertoe
te mogen ontlenen.
Hiervoor hebben wij al aangestipt, dat de verbetering van de infra
structuur niet alleen moet worden gezocht in de aanpassing van verkeers
verbindingen en andere verkeersvoorzieningen aan de eisen, die daaraan
mogen worden gesteld om Leeuv/ardon een evenredig aandeel in de ontwikke-
lingsmogelijkheden van ons land te verschaffen, maar dat evenzeer urgent