No. 12138
DS RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 17 augustus
1967 (bijlage no. 245);
gezien de adviezen van de direkteur van de dienst voor het Bouw- en
Woningtoezicht en van de Hoofdingenieur-Direkteur van de "Volkshuisvesting
en de Bouwnijverheid in de provincie Friesland, in zijn functie van
Inspecteur voor de Volkshuisvesting;
gelet op het bepaalde in artikel 33 der Woningwet;
BESLUIT:
onbewoonbaar te verklaren de in onderstaande staat vermelde woningen:
Plaatselijke aan
duiding
gemeente
Kadastrale aanduiding
sectie no.
Hollanderhof 13
14
Huizumerlaan 71
Noordvliet 517
Oevordwarss tr27
Wijnhornsterstr. 15
16
17
18
19
11 20
21
22
23
24
IJsbaanstraat 28
Leeuwarden
11
Huizum
Leeuwarden
Leeuwarden
10591
10592
914
4238
13048
10525
10524
10523
10522
1658
10520
10519
10518
10517
10516
3524.
II. te bevelen, dat:
a. de woningen, Hollanderhof 13 en 14, Huizumerlaan 71, Wijnhornster-
straat 15,16,17,18,19,20,21,22,23 en 24, binnen zes maanden moeten
worden ontruimd, te rekenen van de dag, waarop de termijn van be
roep is verstreken of de onbewoonbaarverklaring in beroep is ge
handhaafd;
b. de woningen Noordvliet 517Oeverdwarsstraat 27 en IJsbaanstraat 28
binnen één week dienen tc zijn ontruimd, te rekenen van af de dag
onder a. bedoeld.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter
Secretaris.
Beroep van J. van der Lei te Leeuwarden tegen de weigering van een door hem
gevraagde bouwvergunning voor het verbouwen tot autoshowroom van de woning
Boxumerweg 2 te Goutum.
Bijlage no. 246. Leeuwarden, 17 augustus 1967-
Aan de Gemeenteraad.
De heer J. van der Lei te Leeuwarden heeft bij een op 10 april 1967 inge
komen schrijven bij Uw raad beroep ingesteld tegen ons besluit van 8 maart
1967, no. B.3389, waarbij wij op zijn verzoek om vergunning voor het gedeel
telijk veranderen, i.e. het verbouwen tot autoshowroom, van de woning
Boxumerweg 2 te Goutum afwijzend hebben beschikt. In een op 7 juli 1967
ingekomen schrijven is eerstgenoemd beroepschrift aangevuld. Beide brieven,
alsmede onze afwijzende beschikking met bijbehorende bescheiden, liggen bij de
stukken voor U ter inzage.
Ingevolge het bepaalde in artikel 51 van de Woningwet moet het verzoek
om voorziening tegen de weigering van een bouwvergunning binnen een maand na
de dag, waarop het afschrift van het besluit is verzonden, bij de gemeenteraad
v;orden ingediend. Het desbetreffende afschrift is op 9 maart j.l. verzonden,
zodat het verzoek om voorziening geacht kan worden tijdig te zijn ingediend
en appellant in zijn beroep kan worden ontvangen.
De woning, welke de heer Van der Lei wenst te verbouwen, is gelegen in
een gebied, waarop het uitbreidingsplan in hoofdzaken van de gemeente
Leeuwarderadeel van toepassing is. Ter plaatse van de woning is de grond
bestemd voor landbouw, tuinbouw en veeteelt met daarbij behorende bedrijfs
gebouwen. -
Aangezien de onderwerpelijke woning reeds vóór de vaststelling van het
uitbreidingsplan werd gebouwd, is de overgangsbepaling van de bij het uitbrei
dingsplan behorende bebouwingsvoorschriften van toepassing.
Volgens deze overgangsbepaling mogen aan wegen, waaraan volgens de
bouwverordening mag worden gebouwd, woningen en andere gebouwen, die tijdens
de vaststelling van het plan aanwezig waren, in afwijking van de bestemming
volgens het uitbreidingsplan, voor een gedeelte of, met inachtneming van de
rooilijn, geheel worden vernieuwd dan wel herbouwd, mits de vernieuwing of
herbouw, wat indeling en hoogte betreft, geschiedt overeenkomstig het vorige
gebouw. Voor vernieuwing, zowel geheel als gedeeltelijk, geldt derhalve het
criterium, dat de indeling en hoogte niet gewijzigd mogen worden.
In het onderwerpelijke bouwplan is de indeling van de benedenverdieping
echter ingrijpend gewijzigd en wij hebben dan ook gemeend op grond hiervan de
gevraagde vergunning te moeten weigeren.
In zijn beroepschrift en de aanvulling daarop stelt appellant, dat:
a. er geen sprake is van gedeeltelijke vernieuwing;
b. het verplaatsen van de tussenmuren op de benedenverdieping zodanig zal
geschieden, dat het karakter van het perceel onaangetast blijft;
c. hij zich niet aan de indruk kan onttrekken, dat bij het weigeren van de
vergunning andere argumenten de doorslag hebben gegeven;
d. de overgangsbepaling in strijd is met de wet en dientengevolge buiten
toepassing had behoren te blijven.
Uij merken met betrekking tot de door appellant naar voren gebrachte
punten het volgende op.
a. In de overgangsbepaling van de bij het uitbreidingsplan behorende bebou
wingsvoorschriften wordt gesproken over gehele of gedeeltelijke vernieuwing
en herbouw. Uij zijn van mening, dat de voorgenomen verbouwing van de be
nedenverdieping tot autoshowroom annex kantoor dient te worden aangemerkt
als een gedeeltelijke vernieuwing. Het bouwplan omvat immers niet slechts
het wegbreken van enkele tussenmuren, doch tevens het aanbrengen van een
nieuwe muur tussen de hal en de showroom en het wijzigen van de zij- en
achtergevel.