- 2 -
Aangezien door de uitvoering van het plan een ingrijpende wijziging wordt
gebracht in de huidige indeling van het pand, is inwilliging van het verzo:
om bouwvergunning niet mogelijk.
Stelt men zich op het standpunt, dat het hier slechts gaat om een verande
ring - een opvatting, welke blijkens zijn schrijven appellant huldigt -
dan betekent dit, dat, nu de overgangsbepaling in het geheel niet spreekt
van verandering, het bouwplan uitsluitend dient te worden getoetst aan het
uitbreidingsplan.. Aangezien het bouwplan in strijd is met de in het uit
breidingsplan op de grond gelegde bestemming kan men ook met deze redene
ring niet anders dan tot de konklusie komen, dat de gevraagde vergunning
moet v/orden geweigerd.
b. De zienswijze van appellant, dat tengevolge van de verbouwing het karakter
van het perceel niet zal worden aangetast, kunnen wij niet delen. Het
karakter van het perceel is dat van een woning en wij kunnen moeilijk
inzien hoe dit karakter kan blijven bestaan indien men in het perceel een
autoshowroom vestigt en daartoe de gehele begane grond van het pand inricht
In feite zal het perceel een volledige gedaanteverwisseling ondergaan bij
de realisering van het bouwplan en dit is ook de bedoeling van appellant.
Immers in de 2e alinea van het beroepschrift staat, dat gezocht is naar een
mogelijkheid om de autohandel over te brengen naar "een meer opvallende
plaats", terwijl op de op 9 mei 1967 gehouden zitting (zie proces-verbaal)
door de adviseur van appellant o.a. werd opgemerkt, dat het perceel op
een zodanig opvallende plaats ligt, dat hot mogelijk is de aandacht van het
publiek te trokken. Dit vestigen van een autoshowroom op een opvallende
plaats met de mogelijkheid om de aandacht te trekken van het publiek is
naar onze mening niet te rijmen mot het ongewijzigd laten van het uiterlijk
aanzien (laat staan het karakter) van het perceel.
c. Appellant heeft de indruk, dat andere argumenten bij het weigeren van de
vergunning de doorslag hebben gegeven. Indien echter - zo merkt hij op -
de ten deze toepasselijke bepalingen zouden worden gehanteerd om het
vestigen van een autohandel ter plaatse te voorkomen, dan worden deze be
palingen gebruikt voor een ander doel dan waartoe zij zijn gegeven, zodat ds
sprake zou zijn van misbruik van recht.
De redenen, welke voor ons aanleiding zijn geweest do gevraagde vergunning
te weigeren zijn hiervoor reeds genoemd. Andere argumenten zijn bij het
nemen van de beslissing niet in de overwegingen betrokken, ook al hebben
wij ons gerealiseerd, dat togen do vestiging van een showroom c.a. zowel
uit verkeersoogpunt als met het oog op het landschapsschoon ernstige
bedenkingen bestaan.
d. Tenslotte voert appellant aan, dat de onderwerpelijke overgangsbepaling in
strijd is met de wet en derhalve buiten toepassing dient te worden gelaten.
Appellant meent, dat in een uitbreidingsplan, dat uitsluitend dient
om do planologische oogmerken van de gemeentelijke overheid te verwezen
lijken, geen plaats is voor bemoeiing met de indeling. Dat desondanks
goedkeuring van het uitbreidingsplan heeft plaatsgevonden is - naar de menin
van appellant - te wijten aan de oorlogssituatie (25 februari 1942).
Zelfs de huidige Wet op de Ruimtelijke Ordening, welke toch aan de overheid
vergaande bevoegdheden toekent, laat een bepaling als de onderhavige volgens
appellant niet toe.
Met deze zienswijze kunnen wij ons evenmin verenigen.
Do overgangsbepaling bepaalt, dat indeling en hoogte niet mogen worden
gewijzigd. Het doel hiervan is te voorkomen, dat de aard van het gebouw wore
aangetast en de afwijking van het uitbreidingsplan wordt vergroot. Dit dool
past zeer wel in het kader van dc planologische voorschriften en ook do
onder vigeur van de Wet op de Ruimtelijke Ordening tot stand komende be
stemmingsplannen zullen soortgelijke overgangsbepalingen bevatten.
Het feit, dat het onderwerpelijke uitbreidingsplan in de oorlogsjaren
tot stand is gekomen, doet aan de rechtsgeldigheid niets af.
In dit verband wijzen wij er overigens op, dat, zoals hiervoor roods
word opgemerkt, hot buiten toepassing laten van de overgangsbepaling beteke!
dat de vergunning in elk geval dient te worden geweigerd wegens strijd met
hot uitbreidingsplan.
Ho. 12232.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Beschikkende op hot door de heer J. van der Lei te Leeuwarden bij
brieven van 6 april 1967 en 6 juli 1967, ingekomen respectievelijk
10 april 1967 en 7 juli 1967, ingestelde beroep tegen het besluit van
Burgemeester en Wethouders van 8 maart 19675 verzonden op 9 maart 1967,
waarbij do gevraagde vergunning voor het verbouwen van de woning Boxumer-
weg 2 te Goutum, kadastraal bekend gemeente Huizurn, sectie A, nummer
1666, tot autoshowroom is geweigerd;
overwegendedat de onderwerpelijke woning ligt binnen hot gebied,
waarvoor het uitbreidingsplan in hoofdzaak der gomoento Leouwardoradoel
geldt en dat deze woning bestaat in strijd met dit uitbreidingsplan;
dat volgens de overgangsbepaling van de bij voornoemd uitbreidings
plan behorende bebouwingsvoorschriften aan wegen, waaraan volgens de
bouwverordening mag worden gebouwd, woningen en andore gebouwen, die
tijdens de vaststelling van het plan aanwezig waren, in afwijking van de
bestemming volgons het uitbreidingsplan, voor oen gedeelte of, mot in
achtneming van de rooilijn, geheel mogen worden vernieuwd dan wel her
bouwd, mits de vernieuwing of herbouw, wat indeling en hoogte betreft,
geschiedt overeenkomstig het vorige gebouw;
dat het in casu gaat om een gedeeltelijke vernieuwing van eon in
strijd met het uitbreidingsplan bestaande woning en wel om een zodanige
vernieuwing, dat de indeling van do woning belangrijk wordt veranderd;
dat Burgemeester on Wethouders do gevraagde vergunning dan ook
terecht hebben geveigord;
gezien hot voorstel van Burgemeester en l/othouders d.d. 17 augustus
1967 (bijlage no. 246);
gelet op artikel 51 van do Woningwet;
BESLUIT:
het verzoek om voorziening ongegrond te verklaren.
Aldus vastgesteld in de openbare vcrgadcrin
van
Voorzitter
Secretaris