- W m- -v -■-"
- 8 -
2Het ruimtevraagstuk.
Kan het huidige stadhuis zodanig worden verbouwd en uitge
breid, dat niet binnen enkele tientallen jaren weer een nijps;
ruimtegebrek ontstaat?
Zijn er mogelijkheden om eventueel te zijner tijd tot een
verdere uitbreiding over te gaan?
3Het architectonisch aspect.
Is nieuwbouw in aansluiting op hot gedeeltelijk te handhaven
tegenwoordige stadhuis aanvaardbaar?
Past nieuwbouw overigens, in verband met de bestaande bebou
wing in de naaste omgeving, op doze plaats?
Wij willen op elke van deze vragen thans ingaan.
Ad.1Het verkeersprobleem.
Het is onmogelijk voor- een termijn, waarvoor de keuze tussen
handhaving van het tegenwoordige stadhuis (met drastische verbou
wing en uitbreiding) en nieuwbouw beslissend is, de ontwikkeling
van het verkeer te voorspellen.
Wij willen echter vooropstellen, dat het niet noodzakelijk is
er van uit te gaan, dat in de toekomst ieder, die por auto zich
naar het stadhuis wil begeven, hetzij voor een kort bozook, het
zij om daar aan een vergadering of bespreking deel te nemen, dan
wel om daar werkzaam te zijn, zijn wagen bij het stadhuis moet
kunnen parkeren. Wij hebben reeds de laatste jaren moeten consta
teren, dat dit niet kon. Sedert 1 november 1965 ondervinden de
kortparkeerders echter hot nut van de "blauwe zone".
V/ij merken hierbij op, dat de praktijk elders heeft uitgewezc
dat de parkeermoeilijkheden heel lang kunnen worden opgevangen
door hantering van een systematische beperking van de parlceerduur
(concentrische kringen met een maximale parkeertijd van onder
scheidenlijk een half uur, een uur en anderhalf uur en vrije par
keergelegenheid daarbuiten)
Men behoeft zich ook niet op het standpunt te stellen, dat cl
zaak, elk bedrijf of elke dienst, waarbij niet steeds voldoende
ruimte voor lang- of zolfs niet voor kortparkeren beschikbaar is,
niet meer in de city past en dus maar moet worden verplaatst naar
buiten de stadsgrachten.
Indien aan of bij de wegenvierhoek parkeerruimte aanwezig is,
zodat men te voet in slechts enkele minuten de plaats van bestem
ming kan bereiken, zal in het algemeen zeker niet van een onaan
- 9 -
vaardbare situatie gesproken kunnen worden. In de toekomst zal het
algemene beeld van binnensteden in ons land immers ongetwijfeld
zijn: (vrij) druk bezette parkeerplaatsen aan de rand, beperkt
autoverkeer (o.m. openbaar vervoer), veel voetgangers! Leeuwarden
zal daarbij beslist niet in ongunstige zin afsteken bij andere
plaatsen, waar het beschikt over grote parkeerterreinen in of
vlak bij de city: oude veemarkt, OldehoofsterkerkhofWilhelmina-
ploin (hoewel thans blauwe zone). De afstand van de grotere par-
keerterroinen tot het stadhuis kan naar onze mening niet (nu al
niet, maar in de toekomst nog minder) als een ernstig bezwaar wor
den gevoeld. Verwacht mag worden, dat bij de groei van de stad en
de toeneming van de verkeersintensiteit de plaats van het openbaar
vervoer (stadsbus) belangrijk zal toenemen. Wijherinneren U er
verder aan, dat het door de Raad aanvaarde binnenstadsplan voor
ziet in de totstandkoming van parkeerruimte tussen de Beijerstraat
en de Kleine Hoogstraat.
Wel zijn wij echter van oordeel, dat het voor de hand ligt zo
mogelijk in of nabij het winkelcentrum extra parkeerruimte -niet
alleen voor degenen, die in do een of andere hoedanigheid ten stad-
huize moeten zijn- te creëren, mot name ook ten behoeve van
"langparkcerders"Wij menen evenwel, dat de behoefte aan ruimte
voor langparkeren hier toch steeds slechts een beperkte omvang
zal moeten hebben. Vanzelfsprekend dient men wel rekening te houden
mot de icranèa'de ai vormdcicndc lciensguoaitn. Mot name naar mate de stad
groter wordt en het forensisme toeneemt, zodat do afstand tussen
de plaats waar men woont en die waar men werkt toeneemt, zal het
meer en meer normaal worden, dat velen zich regelmatig of van tijd
tot tijd per auto naar hun werk begeven. Leze ontwikkeling zal
naar te verwachten is de behoefte aan een speciale parkeerruimte
voor hen, die ten stadhuizc werkzaam zijn, groter doen worden.
Een mogelijkheid om hierin te voorzien zou kunnen worden ge
vonden door ruimte te schoppen bij de Speelmansstraat. Daar staan
thans enkele grote panden, die over enige tijd kunnen en ook wel
zullen moeten worden afgebroken en waarvan de verdwijn.ing niet als
een verlies behoeft te worden beschouwd, zoals het reeds afgekeurde
schoolgebouw en de sterk verouderde huishoudschool. Op dit goed
bereikbaar te maken terrein zou eventueel op den duur een parkeer
garage kunnen verrijzen, die in vier lagen (waarvan één geheel of
grotendeels ondergronds) gebouwd sou kunnen worden. Een dergelijke