- 10 - parkeerga,rage zou aan globaal 150 personenwagens (eventueel teget betaling naar gelang van de parkeerduur) plaats kunnen bieden. Daarnaast zou nog ruimte overblijven voor j. 125 parkeerplaatsen op oen open terrein. Deze zouden, indien zij voor kort-parkeerdois gereserveerd werden, per dag voor honderden bezoekers van de bin nenstad een parkoermogelijkhoid doen ontstaan. Vanzelfsprekend zou een dergelijke parkeergelegenheid in de binnenstad dan ook kunnc-n worden gebruikt door bezoekers enz. van het stadhuis. Naar verwacht mag worden doen zich in de toekomst nog andere mogelijkheden voor om in do omgeving parkeerruimte te scheppen. Wij zijn dan ook van mening, dat voor het parkeervraagstuk in de omgeving van het stadhuis wel zodanige parkeervoorzieningen kunnen worden getroffen, dat dit niet dwingt tot verplaatsing van het bestuurs-on administratieve centrum naar buiten de city. Mor. zal daarbij moeten bedenken, dat de noodzakelijke parkeercapaci- teit van de binnenstad (inclusief de aan de rand daarvan gelegen parkoerterreinen) niet bepalend mag zijn voor, doch juist afge leid moet worden van de functies, die men in de binnenstad 'wenst te handhaven of een plaats wil geven. Nu naar onze overtuiging voor het parkeerprobleem een bevredi gende oplossing kan worden gevonden, zien wij overigens uit ver- koersoogpunt ook geen noodzaak tqt bovenbedoelde verplaatsing. Do omliggende straten zullen, eventueel na het troffen van de nodige verkeersmaatregelen, voldoende capaciteit hebben om het door het stadhuis aangetrokken verkeer te verwerken, ook al zullen op den duur wellicht enige nauwere straten voor gemotoriseerd verkeer moeten worden afgesloten. Overigens zal het ter waarborging van een goede verkcerstoegankelijkhoid van het stadhuis zaak zijn, dat de noordelijke toegang, die in het structuurplan voor de binnen stad is geprojecteerd (Kleine Hoogstraat-Beijerstraat-Pijlstoeg- Schoeiiniakersperk) spoeaigtot stand komt. Daarnaast zal de Eewal ec-n belangrijke functie behouden, die nog aanzienlijk versterkt zal worden na doortrekking naar de Oosterkade c.q. Oostergrachts- wal, welke laatstgenoemde straten -zoals U bekend- een belangrijke plaats innemen in het plan voor de binnenstad. Het stadhuiscomplex zal aldus gelogen zijn vlak tegen oen van de voornaamste traverses door de binnenstad, zoals die in het plan voor de binnenstad zijn geprojecteerd - 11 - Bij al het vorenstaande, betrekking hebbende op het verkoors- vraagstuk, zal men naar onze mening zich voor ogen moeten houden, dat de bouw van een nieuw stadhuis of een administratiegebouw elder: in de gemeente in elk geval niet op korte termijn kan worden ge realiseerd en dat er daarom van uitgegaan moet worden, dat do "top" van de verkeersmoeilijkheden eerder moet x/orden verwacht. Gelcidclijkaan zullen naar onze overtuiging een zekere gewenning aan hot parkeren op grotere afstand en het totstandkomen van verkoers- en parkeervoorzieningen tot een bepaalde consolidatie leiden. Ad 2.Het ruimtevraagstuk. Uitbreiding van het bestaande stadhuis betekent oen belangrijke ingreep in hét hart van de binnenstad. Zij vergt grote omzichtig heid met betrekking tot de vormgeving en de situering, vooral ook v/at do verhoudingen ton opzichte van de omringende bebouwing be treft. Deze verhoudingen (mot name die ton aanzien van het te hand haven representatieve voorgebouw van het stadhuis) leggen ton aan zien van lengte, breedte on hoogte van een aan do oostzijde van dat voorgebouw tot stand to brengon vleugel beperkingen op. Wij' zijn tot de conclusie gekomen, dat het inverband daarmee niet mogelijk is het gehele programma van eisen, dat uit de tegen woordige situatie en de te verwachten ontwikkeling voortvloeit, in oon nieuv/e oostvleugel te vcrwezenlijkon. Daarom hebben v/ij ons beraden op mogelijkheden om de aan de oostzijde van het historische voorgebouw te projectoren bebouwing in te perken. Een eerste mogelijkheid w-.rd gevonden door er van uit te gaan, dat elders huisvesting zou moeten worden gevonden voor het Gemeen telijk Archief en do Stedelijke Bibliotheek. Deze dienst zou ón door do benodigde ruimte én door do speciale, zware eisen, die voor nieuwe archiefbergingen gelden (kluis van gev/apend beton, enz.) do mogelijkheden om tot oon efficiënte indeling van de te scheppen ruin te kom-a ernstig aantasten. Daar komt nog bij - en dat zal naar onze mening zelfs bepalend zijn voor de te nemen beslissing- dat hot niet verantwoord is de wel zeer onbevredigende huisvesting van deze dienst met zijn kostbaar materiaal te laten voortduren totdat het stadhuisplan eenmaal gerealiseerd zal zijn. V/ij streven er dan ook naar binnen afzienbare tijd een goede oplossing tot stand to brengon. Wij kunnen U in dit verband meedelen, dat wij in onder handeling zijn met het Provinciaal Bestuur over de verwerving van

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1968 | | pagina 118