- 14 - (<lat de gemeente in eigendom toevalt als de nieuwe school bij de Jelsumerstraat gereed is) en de Sint Anthonyschool (die eigendom van de gemeente is en te zijner tijd ontruimd zou moeten worden), Op deze wijze zou een terrein verkregen kunnen worden, waarop qua ruimte de hierboven genoemde voorzieningen getroffen zouden kun nen worden. V/ij merken hierbij het volgende op: 1e. Het Raadhuisplein met zijn bebouwing aan de zuidwestzijde en het stadhuis .aan do oostzijde achten wij een van de mooiste plekjes van de stad en daardoor ook bijzonder gevoelig voor aan tasting. Het sterk historisch bepaalde architectonische karakter van het plein zou hoge eisen stellen aan oen hier tot stand te brengen nieuwbouw en dientengevolge ook belangrijke beperkingen opleggen. 2e. Vestiging van raadzaal enz. op deze plaats zou betekenen, dat een bestuurscomplex ontstaat, gegroepeerd om een plein in de geest van de om het Binnenhof in 1s-Gravenhage gesitueerde re geringsgebouwen. Do symbolische, ideële betekenis van "het stad huis", zoals wij die hierboven schetsten, zou aldus worden over gedragen op "het Raadhuisplein". Dat zou daardoor in sterkere mats een eigen leven gaan leiden, een element van andere waarde wordonl dan tot nu toe. Dat zou consequenties moeten hebben ten aanzien vj het verkeer. Op zichzelf zou een dergelijke ontwikkeling zeker ooll aantrekkelijke zijden hebben. 3e. De belangrijke betekenis van de zetel van het gemeentebestuur vraagt om een adequate architectonische expressie. Deze kan moeilij tot stand komen in een stuk pleinwand-in-de-rooilijn. Een verant woorde oplossing is misschien alleen maar te denken in de vorm van een vrijliggende bouwmassa tussen het Raadhuisplein en de Wcster- kerk. Een dergelijke oplossing zou echter het prijsgeven van de beslotenheid van hot Raadhuisplein en het opnemen van dit plein in een veel grotere pleinontwikkeling eisen. Uit stedebouwkundige overwegingen bestaan hiertegen weer ernstige bedenkingen. 4o. Het scheiden van "raadhuis" (aan de noordwestzijde van hot Raadhuisplein) en "stadhuis" (met de bestaande historische, repre sentatieve ruimten) is niet erg aantrekkelijk, met name niet als gedacht wordt aan ontvangsten e.d. Ook uit een oogpunt van effi ciency en organisatie van de dienst kleven hieraan wel enige be zwaren. - 15 - Van de beide hierboven onder a en geschetste mogelijkheden moot naar onze mening do eerste de voorkeur hebben. De meerderheid van ons Collega mount Zolfs dat doze oplos- sing (dus een secretarie-vleugel aan de oostzijde en een raadzaal vleugel aan de zuidzijde) geprefereerd moet worden boven allo andere mogelijkheden en dat in deze richting de oplossing' van hot stadhuisvraagstuk behoort te worden gezocht. Het lijkt ons mogelijk op deze wijze tot oen wenselijke en verantwoorde verkleining van do te stichten oostvleugel te komen. Deze uitbreiding zal dan enkel huisvesting moeten verschaffen aan de secretarie* Wij menen, dat hier voor vela jaren kan worden voorzien in de behoefte aan ruimte voor de onderbrenging van hot administratieve apparaat. Uitgaande van de huidige samenstelling van de secretarie (dus met inbegrip van do afdelingen, waarvoor thans geen plaats in het stadhuis is), hebben wij berekend, dat do secretarie in een dergelijke uitbreiding niet alleen weer geheel zal kunnen worden bijeengebracht, maar dat ook een bepaalde re serve voor uitbreiding ontstaan. Hot is vanzelfsprekend onmogelijk 'precies vast te stellen voor hoeveel jaren deze uitbreiding vol doende zal zijn. Wellicht voor honderd jaar, misschien maar voor vijftig jaar? Wij durven geen voorspelling te doen. Daarvoor zou men niet alleen moeten beschikken over vaststaande gegevens om trent de toekomstige groei van het inwonertal van de gemeente, doch ook zowel moeten kennen de omvang en de aard van de toe komstige taak van het gemeentebestuur als de komende administra tieve en technische ontwikkelingen, mogelijkheden en behoeften en de alsdan meest doelmatige organisatie. Bij zoveel onbekende factoren zal men slechts kunnen trachten met beide bonen op do grond een prognose te maken voor oen beperkt aantal decennia. Wij menen te moeten volstaan met de mededeling, dat wij van oordeel zijn, dat een uitbreiding als hier mogelijk is, voldoende ruimte zal bieden voor do tijd, waarvoor men plannen kan maken. Overigens leert de historie, dat toeneming en intensivering van bepaalde taken herhaaldelijk nopen tot een bepaalde verzelf standiging daarvan. Tal van functies, die aanvankelijk tot de algemene dienst behoorden (en dus op de secretarie werden ver zorgd) zijn in het verloden -sommige zelfs in het jongste ver leden- opgedragen aan daartoe in het leven geroepen takken van dienst. Do noodzaak van onderbrenging van hot apparaat, dat die

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1968 | | pagina 120